voor zijn nieuwe programma ’troebabroers’ trekt Nederlands raskomiek Arjan Ederveen het land rond met een middeleeuwse woonwagen (zes zondagen vanaf 25/1 – 22.10 ned3). door gunter van assche

1 ‘De Troebabroers’ kent zélfs naar jouw maatstaven een behoorlijk vreemd concept.

Samen met Alex Klaasen rijd ik zes afleve-ringen lang rond in een huifkar die voortge-trokken wordt door een roze pony. Onderweg pikken we bekende Nederlanders op waarmee we sketches opvoeren en belangrijke en minder belangrijke thema’s aansnijden. Alex schreef ook de muziek.

2 Bekende gezichten zijn niet per definitie virtuoze acteurs. Krulden je tenen als je een grap de verdoemenis hoorde ingaan?

Je weet dat er niet in elke gast een begenadigd komiek schuilt. Daar hou je als schrijver rekening mee. Ik heb zo lang aan de teksten geschaafd, tot ik vond dat ze op maat van de gast waren. Maar als de woorden zelfs dan nog niet goed bekten voor hen, heb ik ze altijd vrij gelaten om ze zelf nog wat aan te passen.

3 In de serie nodig je gasten uit die vaak erg begaan zijn met hun eigen imago. Een bewuste keuze? Wil je de glitter er even af krabben?

Nee, echt niet. Ik heb de gasten meestal specifiek uitgekozen omdat ze bij het onderwerp van de uitzending passen: de populaire zanger Xander de Buisonjé die als Prins Glinsterbil zijn wilde haren laat knippen bijvoorbeeld. Of Boudewijn de Groot die de Paapse papoorlog wil winnen door het zingen van een protestsong.

4 Je hebt altijd een zwak voor vermommingen gehad. Is het belangrijk dat er zo weinig mogelijk Arjan Ederveen overblijft op het scherm?

Daar ben ik bewust mee bezig. Ik denk altijd dat mijn publiek me op die manier niet zal herkennen als ik op straat loop. En dat ze in ieder geval zullen denken dat ik in werkelijkheid véél knapper ben ( lacht). Het lukt me vrij aardig om niet herkend te worden: na de première van de Theo & Thea-film ben ik op de trappen van de bios-coop gaan zitten en deed ik mijn tanden uit – niémand die me aanklampte.

5 In Nederland worden heuse Arjan Ederveen-avonden gehouden. Ik denk niet dat je op een uitnodiging voor zo’n avondje zal ingaan.

Dat klopt. De omschrijving die mij nog het meest op het lijf gegoten zit, is ongetwijfeld: ‘een lange gesloten introverte man’.

6 Meestal ga je voor de gulle lach, maar je vorige series ’30Minuten’ en ’25Min.’ balanceerden zo erg op het randje van de documentaire, dat je er als kijker een bevreemdend gevoel aan overhield. Was het je wel om het lachen te doen?

Die twee programma’s waren inderdaad niet bedoeld als komische programma’s. Theo & Thea was een echt amusementsprogramma, De Troebabroers is dat nu ook. Als ik de kijkers daarmee kan geruststellen: ‘jawel, het is weer de bedoeling om hardop te lachen!’. Al is gniffelen ook toegestaan.

7 Je stelde Kees Prins (een van de drie leden van Jiskefet) ooit voor om hem in een sketch te achtervolgen met een drol op een stokje. Het ging hem te ver. Aan welk criterium moet een goede grap beantwoorden?

Dat als de grap verteld is, de mensen erom kunnen lachen. Dat is alles, heus.

8 ‘Trudie is dood’ maakte je toen je hond op sterven lag: het leek een loutering, maar tegelijk bleef je de grenzen van de humor aftasten.

Trudie is dood was wat mij betreft een documentaire – ik heb ze samen met Arnoud Holleman in 1998 gemaakt toen duidelijk was dat mijn hond doodziek was. Het was vooral grappig omdat we stukjes toonden uit Theo & Thea ( waarin de hond opdraaft met geschilderde wenkbrauwen; gva). In dezelfde periode heb ik trouwens ook mijn tweede broer verloren. Ik had heel erg de behoefte om iets met dat verdriet te doen, om iets over de dood te maken.

9 Welke humor vind jij de moeite waard op televisie?

Ik ben steeds te porren voor een afleve-ring van Absolutely Fabulous. Dawn French en Jennifer Saunders zijn erg goed. Ik groeide op met een andere heel grappige vrouw, Lucille Ball. Als we het hebben over talent van eigen bodem, moet ik Koot en Bie noemen. En Freek De Jonge natuurlijk. In de Gloria en Nefast voor de Feestvreugde? Nog nooit van gehoord.

10 Je lijdt aan dyslexie, bent kleurenblind en krijgt paniekaanvallen bij tegenslag. Komt dat eigenlijk wel van pas om een bekend tekstschrijver en komiek te zijn?

Al die zaken hadden verrassend genoeg een grote invloed en impact op mijn leven. Je moet die gebreken omzetten in iets positiefs: ik schrijf andere teksten omdat ik anders in mekaar zit. Je moet steeds het onderste uit de kan halen. l

Door Gunter Van Assche

‘EEN LANGE GESLOTEN INTROVERTE MAN’: DAT IS DE OMSCHRIJVING DIE MIJ NOG HET MEEST OP HET LIJF GEGOTEN ZIT.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content