DE BELPOP WORDT VEREEUWIGD IN TIEN VERZAMELCD’S (ééN PER JAAR, VAN 1980 TOT 1989) DIE VERSCHIJNEN ONDER DE NOEMER ‘BEL80’. NET ZOALS STUDIO BRUSSEL (BEL80, ELKE ZO VANAF 10/7) ZETTEN WIJ ELKE WEEK EEN MARKANT FIGUUR VAN TOEN IN DE KIJKER. DEZE WEEK: RADIOMAKER GUST DE COSTER.

1 Jij bent de uitvinder van de term Belpop, niet?

Wat een eer! (lacht) In het Radio 2- programma Vrijaf, dat ik in de jaren ’80 op woensdagnamiddag presenteerde, zaten rubriekjes als ‘De Belgische Popkalender’. Omdat dat een mondvol was, begon ik de afkorting Belpop te gebruiken. Een benaming die nadien een eigen leven is gaan leiden.

2 Een vaak gehoorde stelling: vóór de punk losbarstte, was de rockcultuur in ons land een ‘wasteland’. Akkoord?

Absoluut. Voordien moest ik naar Amsterdam of Londen om LP’s van Little Feat of The Meters op de kop te tikken. De punk bracht eindelijk wat leven in de brouwerij: kranten begonnen plots over popmuziek te schrijven, de jonge Herman Schueremans organiseerde z’n eerste concerten… Toen werd de kiem gelegd voor de Belgische rockscene zoals we die nu kennen.

3 Waren de eighties voor jou écht zo’n opwindende periode?

Met Marcel Vanthilt richtte ik een piratenzender op: FM-Bruxel. Dat was illegaal en dus héél spannend. Er liepen in die tijd aardig wat spitante figuren rond, zoals Walter Grootaers en Dirk Blanchart. Zij waren gedroomde gesprekspartners.

4 Maar tegen Arno konden ze niet op. Ik herinner me een historische uitzending van ‘Vrijaf’ uit 1982, waarin hij uitweidde over masturbatietechnieken. Die zal je ook nog wel heugen?

We zaten zo gezellig te keuvelen in de studio dat ik niet meteen in de gaten had dat Arno z’n glas zéér regelmatig bijvulde. Plots gooide hij het gesprek over een heel intieme boeg. Ik dacht: ‘Straks word ik door m’n bazen op het matje geroepen’. Een ongegronde vrees.

5 Welk Belpop-materiaal van toen blijft nu nog overeind?

Van absolute wereldklasse waren Zanna van Luc Van Acker en O La La La van TC Matic. Onlangs hoorde ik bij één van die hippe postpunkbands van het moment û The Killers, geloof ik – een riff die verdacht veel leek op die van Red Zebra’s I Can’t Live In A Living Room. Een bewijs dat een aantal van die Belpop-klassiekers tijdloos is.

6 Over je boek ‘Wit-lof From Belgium’ uit 1990 zei Bart Peeters: ‘Een lelijk ventje op de kaft: dat typeert hoe tegen de Belgische popmuziek wordt aangekeken’. Wat zeg je ter verdediging?

Het is geen lelijk, maar een agressief ventje. Een symbool voor de verbetenheid en het doorzettingsvermogen van de Belgische muzikanten.

7 Wat weinigen weten is dat jij vóór de house-rage al deejay was op Ibiza.

Niet overdrijven. Ik heb er één keer, in 1987, gedraaid. Met zware house had ik geen voeling. Funk, hiphop, Bowie, Robert Palmer: dat was mijn dada. Toen een jaar later de grote decadentie zijn intrede deed op Ibiza, had ik geen zin om terug te keren.

8 Volg je de vaderlandse rock nog?

Ja, maar niet fanatiek: ik ga niet langer naar álle concerten. Wat me opvalt, is dat de Belgische artiesten van nu û ik denk aan Sioen, bijvoorbeeld – al snel een eigen smoel ontwikkelen. Ik zie heel wat creatieve geesten met een grote innerlijke kracht en een dito groeimarge.

9 Waarom is het al enkele jaren zo stil rond je?

Ik verdween uit de media toen ik met Roxy naast een radiolicentie greep. De ontgoocheling was groot: een eigen radiostation leiden, blijft een onvervuld verlangen.

10 Op de vraag waarom Nederland al jaren geen kwalitatieve rockbands meer levert, antwoordt Thé Lau: ‘We hebben geen degelijke radiozenders waar ze terecht zouden kunnen’. Begrijp je dat het buitenland jaloers is op onze radionetten?

Uiteraard. De manier waarop de VRT z’n zenders structureert, is uniek in de wereld. Maar dat betekent nog niet dat de omroep de ontplooiing van een commercieel radiolandschap mag tegenhouden. Het evenwicht tussen openbare en commerciële stations is totaal zoek. l

DOOR PETER VAN DYCK

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content