Het is vreemd, maar voor een werk dat met woorden kon inzoomen op de werkelijkheid (zoals een camera), blijft Recherche erg onderverfilmd. Een overzicht van de beeldende spin-offs: films, strips, foto’s.

1935: Nadat hij meermaals had horen zeggen dat Recherche geknipt was om te verfilmen, speurt Paul Goodman in zijn artikel The Proustian Camera Eye naar de band tussen Prousts oeuvre en de cinema: de vrije associatie en beeldenstroom; het vermogen om een idée fixe te ontplooien; de verheldering en dramatisering door het naast elkaar plaatsen van elementen; de inwisselbaarheid van het observerende, nooit participerende ‘ik’ en de camera.

1973: Luchino Visconti, passioneel Proustfan en eigenlijk zelf een beetje ‘de Proust van de film,’ schrijft met Italiës grootste scenarist Suso Cecchi D’Amico een script. Het wordt gepubliceerd in het Italiaans, maar nooit verfilmd.

1978: Dan is het de beurt aan Harold Pinter, die vindt dat men de zeven delen als één geheel moet zien en die met de hulp van Joseph Losey eveneens een script pent. Helaas: gepubliceerd (in het Engels), niet verfilmd (wel werd het in Londen als toneelstuk opgevoerd).

1983: Eindelijk komt het er dan toch van, wanneer theatergod Peter Brook, Jean-Claude Carrière en Volker Schlöndorff zich aan Un amour de Swann zetten, het middendeel van Du côté de chez Swann. De Proustfilm is een oud project van Nicole Stephane, die ooit Recherche aan François Truffaut voorstelde, maar prompt van repliek werd gediend: ‘Geen authentiek filmmaker zou zichzelf toestaan de madeleine uit te persen als een citroen, en naar mijn mening is alleen een filmslager in staat om Proust door de gehaktmolen te draaien.’ Schlöndorff dus wel, en het resultaat is vaak absorberend, met Jeremy Irons als Swann, geflankeerd door een gemaniëreerde Alain Delon, en geheel in de ban van Ornella Mutti’s achterwerk.

1998: Stephane Heuet, gewezen directeur van een reclamebureau en vroeger een Prousthater, vat na de herontdekking van de meester het plan op om Recherche in een stripreeks om te zetten. De vertaling van tekst naar beeld gebeurt via tekstblokken en ballonnen en volgt gestaag en getrouw de roman. De verdubbeling was niet altijd even geslaagd in het eerste deel Combray (Heuet volgt alvast de woordelijke orde niet en schaamt zich een beetje voor zijn pover tekentalent). Het pas verschenen A l’ombre des jeunes filles en fleurs is een sprong vooruit. Hardcore-Proustfans schreeuwden in 1998 al moord en brand, maar Proust was weer onder de Fransen.

1999: François-Xavier Boucharts fotoboek Marcel Proust. La figure des pays is de gevoelige neerslag van een Proustiaanse bedevaartstocht naar de plaatsen uit Recherche. Bouchart wou de ogen van Proust worden en gebruikte een Panoram Kodak, een camera die het menselijke oog zo dicht mogelijk benadert. De man stierf in 1993 en het boek werd postuum uitgegeven.

1999: Raul Ruiz – voorheen Chileense intellectueel, vandaag Franse citoyen – brengt Le temps retrouvé naar het scherm en ontketent een kleine Proustrage. De film haalt nergens de complexiteit van het boek, maar is alvast een adembenemende poging. In de opening is een stervende Proust aan het dicteren aan zijn huishoudster, te midden van foto’s die de tijd terugvinden. Als Marcel verloren lijkt in een toilet en daarop wordt gewezen, zegt hij: ‘Verloren is niet belangrijk. Het probleem is zichzelf terug te vinden.’

2000: De Belgische Chantal Akerman, bijgestaan door volbloed-Proustiaan Eric De Kuyper, komt aanzetten met een film, vrij geïnspireerd op het verhaal van Marcel en Albertine in La prisonnière en Albertine disparue. Le captive draait in het heden, maar suggereert een opulent verleden en gebruikt Prousts tekst als opstapje.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content