Onfrisse prins – De definitieve film over corruptie bij de NYPD maakte Sidney Lumet al een kwarteeuw geleden.

Films: **** Extra’s: ** (Warner)

Film. Bijna drie uur lang grijpen regisseur Sidney Lumet en zijn coscenariste Jay Presson Allen ons bij het nekvel met Prince of the City: een misdaadkroniek zonder lineaire intrige die meer weg heeft van een uitpuilend dossier vol uit het (straat)leven gegrepen menselijke drama’s, intrigerende details, terzijdes, voetnota’s, bewijsmateriaal, duistere transacties en ethische discussies. Basisgegeven is de door schuldgevoel overmande inspecteur Danny Ciello, undercoveragent bij de New Yorkse narcoticabrigade, die uit de biecht wil klappen bij het Justice Department over de onfrisse praktijken op zijn afdeling: hoe de cops zelf bij de drugsdeals betrokken geraken, hoe ze informatie afkopen met drugs, hoe ze junkies gebruiken als informanten, hoe ze bij heroïnevangsten een deel van de buit verduisteren. Hij gooit het op een akkoordje met de openbare aanklager: hij wil alles doen om bewijzen van de wijdverbreide corruptie te verzamelen – ook met afluisterapparatuur op zijn lijf verdachten ‘bekentenissen’ ontfutselen – maar er is één ding dat hij nooit zal doen: zijn partners verraden. Net hetgeen wat onvermijdelijk wél zal gebeuren. Langzaam maar onafwendbaar wordt Ciello in een hoek gedreven, tot hij niet anders kan dan zijn code breken, het enige wat hem na de uitputtingsslag tussen advocaten, aanklagers en politici nog overeind houdt.

Treat Williams, die haast alle scènes domineert, zet een onthutsende vertolking neer: we zien zijn Danny Ciello voor onze ogen desintegreren. Hij opereert in een wereld die één grote schemerzone is, waar de grenzen tussen wat legaal en wat crimineel is volledig zijn vervaagd. In haast elke scène zie je hem onder extreme stress, kapot van wat de job van hem vereist (‘ a junkie can break your heart’, ondervindt hij aan den lijve tijdens een zielige achtervolging in de gutsende regen), verlangend naar penitentie, vertwijfeld over de niet te stoppen machine die hij in gang heeft gezet.

Het feit dat Ciello niet wordt gespeeld door een grote ster, maar door de toen vrij onbekende Williams en dat van de 125 acteurs die in de film zitten er 52 nooit eerder in een bioscoop te zien waren, versterkt aanzienlijk het realistische karakter van de film die zich afspeelt op 131 verschillende locaties in New York. Een stad waarvan Lumet het sociale weefsel, met al zijn kwalen en mankementen, maar ook in al zijn dynamiek en taaiheid, rijkelijk gedetailleerd weet te dramatiseren. Toch is het documentair realisme ook bedrieglijk. Prince of the City is aanzienlijk gestileerder dan de korzelige fotografie van Andrzej Bartkowiak en het hoge werkelijkheidsgehalte doen vermoeden. In zijn meesterlijke memoires Making Movies legt Lumet uit hoe hij zich voor deze film alleen maar van groothoek- en telelenzen bediende, zodat de ruimte rond zijn personages ofwel uitgerekt of samengeperst wordt. Naarmate Ciello zijn greep op de werkelijkheid verliest, elimineert Lumet ook de achtergrondbelichting van zijn shots. Zo lijkt de gedoemde protagonist los te komen van zijn omgeving, tot hij helemaal alleen is met zijn spirituele agonie.

Extra’s. Een docu over de echte detective op wie Ciello is gebaseerd: Bob Leuci, die in 1971 meewerkte aan een intern onderzoek over politiecorruptie.

Patrick Duynslaegher

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content