Er hangt een waas van mysterie rond Wu Lyf, u misschien nog niet beter bekend als het muzikale guerrillacollectief World United Lucifer Youth Foundation. Met hun debuut Go Tell Fire To The Mountain gaan de maskers af, en wat blijkt: achter het tribale rockgeluid schuilen vier jonge twintigers uit Manchester. ‘We zijn geen politieke beweging, maar het moet wél bewegen.’

De lads geloven niet in poseren voor foto’s, maakten van hun website een kluwen van cryptische teksten, pseudosatanische iconografie en vreemde collages en leken even de leiders van een nieuwe sekte. Wat er ook van zij, de aanpak werkt: in no time groeide Wu Lyf uit tot een bescheiden hype. Bescheiden tot nu dan, want twee van de jongens zaten, napuffend van een rondje skaten, aan tafel met Knack Focus.

Hoe moet ik jullie voorstellen: stichters?

Ellery Roberts (zang/toetsen): Oprichters, uitvinders, voorzitters: noem ons hoe je wil. Wij zien Wu Lyf nog het meest als een business, dus eigenlijk zijn we zakenmannen. De band is het vlaggenschip van het bedrijfje, wat ons toelaat om in totale vrijheid te kunnen creëren.

Het begin van een imperium?

Roberts: Goh, gewoon vier maten die muziek spelen en een manier zochten om buiten de gebruikelijke rock-‘n-rollclichés te opereren. Optredens versieren, demo’s opnemen en platencontract tekenen: eigenlijk is het een achterhaald parcours. We ontwerpen zelf het artwork, beheren zelf een website en onze manager Warren Bramley ontfermt zich over de administratieve kant. Het enige wat een platenfirma ons kan bieden, is geld. (Grijnst)

FACTORY RECORDS

Jullie werven onder meer fondsen via de Lucifer Youth Foundation. Wat moet ik me daarbij voorstellen?

Tom McClung (bas): Wie zich via de website inschrijft, krijgt in ruil voor zijn lidgeld een gegraveerde single, een rebel flag, een poster en een levenslange entree voor de evenementen die we zelf organiseren. Voor alle duidelijkheid: dat wil niet zeggen dat je voor eeuwig op de guestlist staat van elke gig die we spelen. (Lacht)

Roberts: Het niet-materiële gedeelte heeft een grotere waarde. Namelijk, de betrokkenheid waarvoor alle LYF-leden tekenen. ‘Strength in numbers’ is de achterliggende gedachte – en voor je het vraagt: op dit moment hebben we een duizendtal leden, maar daar komen er elke dag bij.

Hebben jullie een politieke agenda? Jullie nieuwste clip is samengesteld uit beelden van straatrellen.

Roberts: We hebben geen manifest en er zit geen sluitende ideologie achter Wu Lyf, maar we zijn wel politiek in de zin van ‘zelf actie ondernemen’. We zijn dus geen politieke beweging, maar het moet wel bewegen.

McClung: Tegen de stroom ingaan, alternatieven zoeken en je buikgevoel volgen zijn onze manier om de creatieve impasse die in Manchester heerst, te doorbreken. Pas je nergens in? Stamp dan zelf iets uit de grond!

Geldt Manchester dan niet langer als muzikaal broeinest?

Roberts: Het idee van Manchester als muziekmekka is een zuivere mythe. Geloof me, de muziekscene ligt er op zijn gat. Enerzijds heb je de Oasisklonen en revivalists die in het verleden leven, anderzijds talloze hipstergroepjes die liever in Londen zouden wonen. Niet iedereen lijkt het te beseffen, maar de dagen van Factory Records en de Haçienda (legendarische nachtclub; nvdr.) liggen nu toch héél ver achter ons. Als we door Manchester geïnspireerd zijn, is het net door een gebrek aan een degelijke scene, niet omgekeerd.

Stoort het niet dat veel aandacht rond Wu Lyf naar alle geheimzinnigheid afgeleid wordt?

McClung: Ik snap al dat gedoe rond die zogezegde mystiek niet. Ik bedoel, we hebben een Facebookpagina: erg mysterieus kun je dat niet noemen! (Lacht) Op onze website vindt iedereen onze muziek terug, samen met het artwork. Akkoord, er staat geen profieltekstje bij waarin in zeven zinnen wordt uitgelegd wie we zijn en hoe we eruitzien. (Blaast) Muziek moet je in de eerste plaats beleven, je hart moet er sneller van slaan. Dat kan ook zonder uitgebreide bio.

FC BARCELONA

Je draagt een T-shirt van Nirvana. Was dat de eerste groep die je hart deed overslaan?

McClung: De eerste band die me écht raakte, was Minutemen, een groep punkrockers uit San Pedro die politieke songs schreven zonder prekerig te zijn. Hun liveshows speelden ze het liefst om halfzeven ’s avonds, zodat hun arbeidersfans op tijd hun bed in konden om de dag nadien fris te gaan werken. Zelf hadden ze ook een blue collar-achtergrond en ze hebben die nooit verloochend door erg dicht bij hun publiek te blijven staan. Erg inspirerend, want ook wij willen de grens met ons publiek zo dun mogelijk houden.

Roberts: Weet je wat een goede referentie is? De voetbalclub FC United of Manchester, een ploeg die werd opgericht door misnoegde Manchester Unitedfans. Die hadden genoeg van alle commerciële uitwasemingen van hun ploeg, zeker nadat de Amerikaanse zakenman Malcolm Glazer zich had ingekocht. Ik heb ook veel bewondering voor de toewijding van de socios van FC Barcelona, voor hen is hun ploeg meer dan voetbal, het is een cultureel fundament. Die devotie vind je te weinig terug in de hedendaagse muziek.

Met dat centrale orgelgeluid heeft jullie muziek nochtans iets devoots en prekerigs.

Roberts: Echt? Ik zou nooit mijn opinies aan anderen willen opdringen. Neen, preken is niet aan ons besteed.

Ceremonieel dan, zónder religieuze bijbedoelingen.

Roberts: Oké! Ik houd zelf namelijk erg van oude gospelopnames, en dan vooral de rauwe puurheid ervan. Ze zijn opzwepend zonder dramatisch te worden, en dat zou je ook over onze muziek kunnen zeggen.

Vandaar dus het klassieke orgelgeluid?

Roberts: Dat orgel heb ik ooit voor mijn twaalfde verjaardag gekregen. Vroeger speelde ik gitaar in de groep, maar ik bracht er niets van terecht. Toen ik dat orgel naar ons repetitiehok meebracht, is het blijven plakken. Veel verschillende geluidjes zitten er niet in, de keuze tussen ‘kerkorgel’ of ‘honky-tonk’ was snel gemaakt. (Lacht)

GO TELL FIRE TO THE MOUNTAIN : Uit op 13/6 bij PIAS.

DOOR JONAS BOEL

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content