POTICHE ****

CATHERINE DENEUVE en FABRICE LUCHINI. De werkgever zal warm zijn of hij mag zelf POTICHE komen spelen.

Vrijdag 14/3, 20.40 – Canvas. François Ozon, FR 2010

Bij Franse cinema en boulevardtheater denk je tegenwoordig nogal snel aan de gerespecteerde veteraan Alain Resnais. Maar in Potiche laat chouchou François Ozon opnieuw zien dat hij daar ook aardig en met veel zin voor retrokitsch – telefoons met zalmroze hoornbekleding! – uit de voeten kan.

Iets dergelijks had Ozon ook al gedaan in het in glimmende nepdecors gedraaide muzikale moordmysterie 8 femmes (2002), toevallig of niet ook al met Catherine Deneuve. In die mozaïekfilm was Deneuve slechts een actrice tussen vele anderen. In Potiche, een blijspel vol gevatte replieken, draait het allemaal om de grande dame van de Franse cinema.

Deneuve is Suzanne Pujol, een toegewijde huisvrouw die zich in het provinciale Sainte-Gudule van de jaren zeventig geschikt heeft in haar lot als potiche, een meubelstuk. En of ze nu jogt terwijl ze naar copulerende konijnen kijkt, naïeve poëzie over eekhoorns neerpent of voor al te opzichtige juwelen kiest om naar een vakbondsvergadering te gaan, ze doet het allemaal met dezelfde ingehouden elegantie en mysterieuze afstandelijkheid die we van haar kennen.

Dat van die vakbondsvergadering zit zo. Haar egoïstische echtgenoot (een kostelijk karikaturale Fabrice Luchini) is niet alleen thuis tiranniek. Als norse baas heeft hij het ook regelmatig aan de stok met het werkvolk in zijn fabriek. En net wanneer de rijke industrieel gehospitaliseerd wordt, na een incident met stakende arbeiders, besluit madame Pujol zelf de leiding van het paraplubedrijf over te nemen. De slaafse bourgeoise ontpopt zich daarbij tot een voortreffelijke zakenvrouw en een leidster met politieke ambities die tevreden Jean Ferrats C’est beau la vie zingt.

Bij die paraplu’s moest u natuurlijk ook denken aan Les parapluies de Cherbourg, de musical van Jacques Demy waarin de toen 21-jarige Deneuve schitterde. En ook bij de verschijning van Gerard Depardieu, haar mythische liefdespartner in Potiche, kunt u een déjà vu niet onderdrukken. Deneuve en Depardieu speelden voordien al meer dan eens samen, Ozon voert hem hier op als een communistische vakbondsleider die opnieuw een oogje op zijn oude vlam heeft.

Ozon switcht in dit komische melodrama, naar het gelijknamige boulevardstuk van Barillet en Gredy uit 1980, heen en weer tussen de perikelen thuis en op de fabriek, waar mevrouw Pujol de steun krijgt van de secretaresse (Karin Viard) en haar eigen kinderen (met Belg Jérémie Renier als de zoon met homoseksuele trekjes en Judith Godrèche als de bitchy dochter). Uiteindelijk komt hij uit op een plezierig pleidooi voor warme werkgevers, én een joviaal feministisch manifest dat bulkt van de joie de vivre van een weerom verrassende Deneuve.

LUC JORIS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content