Twee historische trauma’s beheersen de tweede roman van Jonathan Safran Foer, een stoutmoedig literair experiment.

JONATHAN SAFRAN FOER

ANTHOS/MANTEAU, 346 BLZ., a 19,95

Extreem luid & ongelooflijk dichtbij

De 27-jarige Jonathan Safran Foer debuteerde in 2002 met Everything is Illuminated, een vermetel boek dat hem meteen naar de literaire top van de VS katapulteerde. ‘Ik moet wel de meest gehate schrijver van het land zijn’, vertelde hij toen, want als voorschot voor de roman had hij zomaar eventjes 500.000 dollar gekregen. Maar het boek verkocht: als hardback 100.000 exemplaren, als paperback nog eens 150.000 (en deze zomer komt de verfilming uit, geregisseerd door acteur Liev Schreiber, met Elijah Wood in de hoofdrol). Het wonderkind van Princeton – eigenlijk een Oekraïner die naar de naam Alexander Perchov luistert – wierp zich sindsdien zo’n beetje op als het politieke geweten van zijn generatie. Als fervente tegenstander van Bush was hij samen met onder anderen Dave Eggers en Nicole Krauss de redacteur van The Future Dictionary of America, een verklarend woordenboek voor het Amerika van de nabije toekomst. De samenstellers wisten meer dan 100 auteurs aan te trekken om gestalte te geven aan een progressieve, anti-republikeinse beweging.

Extreem luid & ongelooflijk dichtbij draagt de sporen van die recente politieke begeestering. Twee historische trauma’s – 11 september 2001 en 13 februari 1945, respectievelijk de aanslag op het World Trade Center en het bombardement van de geallieerden op Dresden – vormen de achtergrond voor twee vertellende personages: de 10-jarige Oskar Schell, een New Yorkse wijsneus met bizarre gewoonten (zoals het opzoeken van grammaticale fouten in The New York Times, of het schrijven van fanmail naar bekende personen zoals Stephen Hawking) en Oskars grootvader, die sinds Dresden gescheiden is van zijn vrouw (en zijn kleinzoon) en communiceert via een notitieboek.

Beide gebeurtenissen waren aanvallen op een onschuldige burgerbevolking: in het geval van Dresden leidden de VS en zijn bondgenoten de agressie, in het geval van het World Trade Center waren zij er op hun beurt het slachtoffer van. Ook Oskar zelf, want hij verloor zijn geliefde vader Eli op 11 september. De roman wordt een eigengereid relaas van de odyssee die de jongen doorheen New York onderneemt nadat hij in een vaas een omslag vindt die een sleutel bevat en het opschrift ‘Zwart’ draagt. Bezwaard door een schuldgevoel omdat hij de telefoon niet durfde op te nemen toen zijn vader vanuit het WTC een allerlaatste keer belde, gaat de knaap op onderzoek.

Foers boek heeft de ambitie van een politieke roman, maar ook de branie van een experimentele. Het bevat tal van vreemde foto’s – van klinken en sleutelgaten, bijvoorbeeld – en wemelt van de typografische bizarriteiten. De ietwat geflipte schrijver, die moedig ‘zijn ding doet’ en naar een aangrijpende finale toe schrijft, is zelfs niet te beroerd om meteen na de laatste zin een 13 bladzijden tellend flip book te steken van een uit het World Trade Center vallende man (als je snel door de pagina’s waarop telkens een foto is afgedrukt bladert, ontstaat de illusie van beweging). Het maakt het boek meteen tot het markantste wat er in de zogenaamde post-9/11-fictie is verschenen, maar ook het meest geflipte. Hans Comijn

Hans comijn

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content