‘POSTDUBSTEP? PURE ROMMEL’

Het Britse duo Mount Kimbie is met Cold Spring Fault Less Youth net van een tweede plaat bevallen. Goed nieuws voor wie zijn electronica graag buiten de lijntjes ziet kleuren, en sympathie heeft voor de underdog. ‘We zijn een toonbeeld van amateurisme.’

Kai Campos en Dominic Maker ontmoeten elkaar in 2008 op een Londense universiteit. De twee worden vrienden en beginnen op een kamertje aan muziek te knutselen. Twee jaar later verschijnt onder de naam Mount Kimbie hun debuutalbum, Crooks & Lovers, een bevreemdende mengelmoes van grillige ambient, versneden r&b-echo’s en een uitgerafelde vorm van dubstep. ‘Baanbrekend!’ en ‘genreoverschrijdend!’ jubelen de critici, die er in dezelfde adem de term postdubstep voor bedenken.

En dat hadden de heren niet zien aankomen.

DOMINIC MAKER: Het was surreëel. We hadden het geluk dat we eigenlijk compleet naïef waren, we beseften niet goed wat er gebeurde.

KAI CAMPOS: Ik herinner me nog wanneer we voor het eerst een van onze eigen tracks op de radio hoorden. Op Radio Lancashire, om precies te zijn. Ze bereiken minstens vijftig luisteraars, denk ik. (lacht) We zaten in de wagen en zijn onderweg gestopt om met een blikje bier te toasten. Mooi voorbeeld van de glamour die tegenwoordig nog aan de Britse muziekindustrie kleeft.

Was het op voorhand de bedoeling om met Crooks & Lovers een genre ondersteboven te keren, om met iets compleet vernieuwends op de proppen te komen?

CAMPOS: Goh… We hadden wel een bepaald geluid in ons hoofd, maar het is er zo niet uit gekomen. We wilden iets kopiëren en het is mislukt. Maar dat was ons geluk, want voor we de kans kregen om teleurgesteld te zijn in onszelf begon het album een eigen leven te leiden. Nu komen er koppels op ons af om te vertellen dat onze muziek hen samen heeft gebracht. Een bizarre gedachte.

Jullie maakten ook plots deel van een scene. Hoe voelde dat?

MAKER: In het begin was het erg leuk om met andere artiesten in een en dezelfde pot gegooid te worden, want de meesten, zoals James (Blake, nvdr. ), waren vrienden van ons. Het voelde als één grote familie, en niemand die wist wat ons precies overkwam. Maar toen vertrok iedereen op tournee, over de hele planeet, en nu is het al maanden geleden dat we nog eens samen een pint hebben gepakt. Ik mis die goeie ouwe tijd. (lacht)

Jullie hebben dus niks tegen de term postdubstep?

CAMPOS: De meeste muziek die zogezegd door ons beïnvloed is, vind ik maar niks. Om niet te zeggen dat het haast allemaal pure rommel is. We zijn gemakkelijk te kopiëren, dat geef ik grif toe. Daarom doen we op het nieuwe album zo veel mogelijk afstand van het geluid op Crooks & Loversbeen there, done that.

Waarin verschilt Cold Spring Fault Less Youth het meest van zijn voorganger?

CAMPOS: We hebben onze foutenmarge vergroot. Crooks & Lovers is in een computer opgenomen, deze keer voel je de kamer waarin de muziek ontstaan is. Er was meer ruimte voor live-instrumenten en er waren dus meer factoren aanwezig die we achteraf niet konden bijschaven of oplappen.

MAKER: En toch hadden we meer controle over het hele proces. Cold Spring is volwassener dan Crooks & Lovers. We hebben leren rijden zonder steunwieltjes.

Zouden jullie elk apart dezelfde soort muziek maken?

CAMPOS: Dat denk ik niet. Om te beginnen heb ik het niet zo op zogezegde slaapkamerproducers. Je hoort soms dat ze al te lang op zichzelf bezig zijn. Met muziek doe je uiteindelijk aan communicatie, en wie zijn eigen taal uitvindt, moet opletten dat hij niet enkel tegen zichzelf zit te brabbelen. Wij voelen en vullen elkaar mooi aan, elk apart zouden we nooit als Mount Kimbie klinken. Om te beginnen liggen onze smaken nogal ver uiteen.

MAKER: Er zijn toch ook raakvlakken? Zo houden we allebei van goed geproducete million-dollar pop. Climax van Usher bijvoorbeeld, briljante track!

CAMPOS: Ja, maar jij houdt dan weer van progrock, en ik ben meer into jazz.

MAKER: En de Red Hot Chili Peppers. (lacht)

Serieus?

CAMPOS: Correctie: Ik hou van één Peppers-album: Blood Sugar Sex Magik, hun grote doorbraak uit 1991. Die plaat klopt van begin tot eind. De opbouw van de nummers, de productie van Rick Rubin, de balans tussen hun punkroots en de fenomenale muzikaliteit… Soit, het is één verhaal, een perfect weergegeven portret.

Jullie zijn in Amerika op tournee geweest met Squarepusher, een echte techneut, en een virtuoze bassist. Hoe zit het met jullie technische bagage?

CAMPOS: We zijn het tegenovergestelde van virtuoos. Hoe noem je dat? Amateurs? Ja, we zijn het toonbeeld van amateurisme!

MAKER: Als amateur is het geweldig om iets te maken waar je tevreden over bent. We verrassen onszelf constant. (lacht)

Jullie zingen op Cold Spring voor het eerst zelf, maar op twee tracks doet de jonge Londense bard King Krule mee. Waarom hij?

MAKER: We hoorden zijn muziek voor het eerst toen we onderweg waren naar een show in Miami, of all places. Toen heette hij nog Zoo Kid, en we waren meteen weg van zijn diepe, maar toch jongensachtige stem. Bleek dat hij in de buurt van onze studio woonde, en een samenwerking wel zag zitten. De tekst voor die twee nummers had hij naar eigen zeggen in één dag snel op een blad gekribbeld. Straffe gast.

Zijn stijl wordt vaak vergeleken met die van Morrissey of The Streets, op en top Brits. Hoe Brits is de muziek van Mount Kimbie?

CAMPOS: Goeie vraag. Wij wonen in Londen, de meltingpotstad bij uitstek. Onze muziek is ook zo’n mengelmoes, we gebruiken de voor ons meest aantrekkelijke elementen uit verschillende stijlen en genres. En ook zelfspot, twijfel en onzekerheid – misschien wel de belangrijkste Britse waarden die er zijn – zijn ons niet vreemd.

COLD SPRING FAULT LESS YOUTH

Uit bij Warp/V2.

DOOR JONAS BOEL

Kai Campos ‘ELK APART ZOUDEN WE NOOIT ZO KLINKEN. ONZE SMAKEN LIGGEN NOGAL VER UITEEN.’

Dominic Maker ‘ER ZIJN TOCH RAAKVLAKKEN? MILLION-DOLLAR POP ZOALS USHER BIJVOORBEELD.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content