Irvine Welsh, Arbeiderspers, 483 blz., euro 19,95 (Originele titel: ‘Porno’)
In 1996 was Trainspotting de ultieme satire op de ravecultuur en een straffe illustratie van de derdewereldallures die sommige delen van het Verenigd Koninkrijk begonnen te krijgen. Na het bewust experimentele Maribou Stork Nightmares (1995), het koldereske Filth (1998) en het puberale Glue (2001) pikt Welsh’ vijfde roman de draad op waar de karakters van Trainspotting hem tien jaar geleden, stijf van de drugs, hadden laten vallen. Drugsverslaving is echter vervangen door een onstilbare honger naar seks. Welsh’ moraal is eenvoudig: iedereen oogst wat hij zaait en als het erop aankomt het kapitalisme te begrijpen, toont de porno-industrie ons de compulsieve consument in zijn eerlijkste pose.
Het verhaal start in een groezelige achterbuurt van Londen, waar Simon ‘Sick Boy’ Williamson de deur van zijn appartementje definitief achter zich dicht trekt. Zijn carrière als Londense pooier komt maar niet van de grond en hij besluit een pub over te nemen in Leith, een onooglijk havenstadje aan de oostkust van Schotland waar Trainspotting zich afspeelde. In Leith zijn de stadsdelen die vroeger berucht waren om hun krakers en crackhoertjes nu bevolkt door yuppies, maar achter de façade van hip cocaïnegebruik loeren nog steeds de primaire driften. Na sluitingsuur neemt Simon amateurporno op in zijn pub en werkt hij aan de pornografische langspeelfilm Seven Rides for Seven Brothers. De psychopathische Francis Begbie, die in Trainspotting de show stal toen hij bierglazen naar cafégasten gooide, is opnieuw het rijkste personage. Begbie zit in zijn gevangeniscel knarsetandend homo-erotische porno te bekijken die hij ontvangt van een anonieme plaaggeest. Na zijn vrijlating dweilt hij schuimbekkend de straten af op zoek naar wraak voor het door Renton gestolen geldbedrag.
De passages over Renton die de bloemetjes buitenzet in de onderwereld van Amsterdam, of de knullige Spud die een boek wil schrijven over de rijke geschiedenis van zijn Leith, verbleken in het niets bij Begbies destructieve driften. Ondertussen is de seksueel zelfbewuste ex-gymnaste Nikki Fuller-Smith overdag filmstudente en bekostigt ze haar studies door ‘bij te klussen’ in een sauna-annex-massagesalon. Ze koestert de droom om pornoactrice te worden, maar haar personage is meer jongensfantasie dan een volwaardige vrouwelijke figuur – meteen Welsh’ belangrijkste gebrek. Na korte uitstapjes naar Amsterdam en San Francisco eindigt de roman wervelend op het Cannes Adult Film Festival. Wel jammer dat het Schotse ‘akhsent’ de vertaling niet overleefde.
Olivier Braet
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier