Postrock: Rockmuzikanten met een burn?out op zoek naar een fris geluid. …
Postrock: Rockmuzikanten met een burn-out op zoek naar een fris geluid. Met de klassieke driehoeksverhouding van gitaar, bas en drum benaderen zij met instrumentale stukken de repetitieve songpatronen en het dromerige effect van de elektronische ambient. Voortrekkers zijn Tortoise, Seefeel, Labradford, Mogwai en Blackspeed You Emperor. Ze maken albums die stoeien met jazz, modern klassiek, minimalisme, dub en dance.
Psychedelica: Artiesten die in de sixties te veel aan het LSD-spul zaten en in de studio hallucineerden, gingen automatisch psychedelische muziek maken. In het hippie-walhalla San Francisco maakten The Grateful Dead en Jefferson Airplane daar een specialiteit van. Ze kregen in Los Angeles de navolging van The Doors en Love. Ook in de jaren tachtig (Echo & The Bunnymen) en zelfs vandaag nog (Ozric Tentacles) is er een publiek voor technicolor en trippy muziek met uitwaaierende gitaarpartijen. Kula Shaker richt, net als The Beatles in hun ‘verlichte’ periode, de blik op het Oosten. Zelfs de zweverigheid van triphop (de naam zegt het al) en ambient heeft tentakels die tot de flower power van veertig jaar geleden reiken.
Punk: Sluwe manager Malcolm McLaren moet zeker in New York de franjeloze en beenharde rock-‘n-roll van Iggy Pop & The Stooges, MC5 en New York Dolls gehoord hebben op het moment dat hij in ’76 de in een ‘I hate Pink Floyd’-T-shirt rondhossende Johnny Rotten (op dat moment nog gewoon John Lydon) aansprak met de vraag of hij niet in de groep wil zingen die hij geconcipieerd had. Met zijn boetiek Sex in Londen speelde McLaren al in op de mode die alle instituten tegen de haren in streek. De Sex Pistols _ met de subversieve, compromisloze teksten van Rotten _ schopten keet. Het punkuniform _ piekhaar, gescheurde kleren en veiligheidsspelden _ raakte in zwang. The Clash en The Jam pasten ook in dat tijdsbeeld, terwijl in Amerika op datzelfde ogenblik de cartooneske Ramones opstonden. Punksongs moesten simpel en direct zijn. De doe-het-zelfmentaliteit laaide op, met kleine onafhankelijke platenlabels, groepen die eigenhandig hun cassettes aan de man brengen en een stroom fanzines als gevolg. In de jaren negentig tierde de pret- of poppunk welig, met Bad Religion, The Offspring en Green Day, groepen die niet vies waren van wat melodie.
Quadrophenia : Dé beste rockfilm ooit gemaakt. Gebaseerd op het gelijknamige album van The Who (zie britpop). Een rake en ontroerende portrettering van een met het leven en de liefde worstelende tiener, tegen de achtergrond van de rivaliteit tussen de mods (die naar soul luisteren en netjes modieus gekleed gaan) en de rockers (rock-‘n-rollaanhangers met een ruige look). In een van de vechtscènes is Sting, toen nog zanger van The Police, te zien.
Raga: Indisch woord voor passie en kleur. Raga, de Indiase klassieke muziek, wil de geest van de luisteraar kleuren met emoties. Raga heeft ongetwijfeld zijn invloed gehad op de westerse pop en dan doelen we niet enkel op de rijke arrangementen op de Asian Underground-platen van Talvin Singh en Nitin Sawhney, maar ook op de raga- rock die in de jaren zestig zijn blijde intrede maakte. India klinkt door in songs als Norwegian Wood van The Beatles en in de folk van The Incredible Stringband.
Raggamuffin’ of ragga: Extreme vorm van dancehall-reggae. King Tubby, Sly & Robbie en Halfpint (in ’87 kwam hij al met de plaat Greetings – From Jah To All Raggamuffins) legden de fundamenten. Ragga is een baby van hiphopbeats en reggaeritmes, de navelstreng met de rap werd blootgelegd op de albums van de New Yorkse Jamaicaan Shinehead. In handen van de ragga-artiesten kreeg de toasting _ het ritmisch debiteren van teksten _ een serieuze speedinjectie. Ragga-platen zijn gejaagd en nerveus. Shabba Ranks en Chaka Demus & Pliers openden de weg naar de hitparade.
Raï: In het begin van de 20ste eeuw speelden de Algerijnse herders melancholische muziek. De naam raï wijst op het gegeven dat in de liedjes meningen werden verkondigd. Cheikha’s (meisjes van plezier) uit Oran namen de vocale stijl over om over hun positie aan de zelfkant van de maatschappij te zingen. Onder impuls van zangeressen als Cheikha Remitti doemde in de jaren zeventig de elektrische pop-raï op. Jongelui vonden in deze muziek een middel om zich tegen de autoriteiten te verzetten. Om die reden en wegens de politieke problemen in het Noord-Afrikaanse land moesten aardig wat vedetten, zoals Khaled en Cheb Mami, uitwijken naar Parijs. De bezwerende blues verwaterde daardoor wel wat, al legde de migrant Rachid Taha opnieuw de link met de balorigheid van de rock-‘n-roll.
R&B of swingbeat: De naam R&B werd in ’49 bedacht door het muziekvakblad Billboard om boven de hitlijsten met zwarte muziek te zetten. Momenteel slaat het op gepolijste dansmuziek, geënt op soulvocalen, hiphopritmes en samplingtechnieken. Producers Teddy Riley, Babyface en R.Kelly hadden grote inbreng in de constructie van de R&B en swingbeat op het einde van de jaren tachtig. In eerste instantie misten de flauwe, op mechanische beats gebouwde R&B-songs de opwinding van de oude soul. D’Angelo en vooral de charismatische vrouwen Lauryn Hill en Erykah Badu lieten intellect en vernuft binnensluipen, de pittige meisjesgroepen TLC en Destiny’s Child zorgden voor de nodige sex-appeal. In vergelijking met hiphop is deze muziek zachter en belicht ze eerder de positieve kant van de getto-cultuur.
Reggae: De soundsystems _ op grote open trucks opgestelde geluidsinstallaties _ op Jamaica draaien eerst uit Amerika overgewaaide rhythm & blues, tot de plaatselijke zangers op de vooravond van de jaren zestig besloten een eigen variant op deze ritmische muziek op te nemen. De uitkomst was een pak heftiger en werd ska gedoopt. Jimmy Cliff en Desmond Dekker debuteerden in deze stijl. Rond ’66 kwam er een langzamere, maar toch nog altijd soulvolle versie: de rocksteady. Hier dook de zware bas voor het eerst op, die even later, samen met de slaggitaar, het belangrijkste kenmerk van de reggae zou worden. Studio One was een talentenbank die groepen als The Wailers, Heptones, Abyssinians, Black Uhuru en The Skatalites lanceerde. De rootsreggae of skank werd al snel verbonden met de rastabeweging, die pleitte voor de terugkeer naar Afrika en de zwarte keizer Haile Selassie als Jah vereert. Bob Marley wierp zich op als spirituele leider van de dreadlocks en zette reggae op de internationale kaart.
Rhythm & blues: Zoals het verschil tussen hardrock en heavy metal heel subtiel is, zo kan ook het verschil tussen soul en rhythm & blues het onderwerp van discussie tussen muggenzifters zijn. Om het niet te ingewikkeld te maken: je kan rhythm & blues zien als de dansbare tak van de soulmuziek. We denken dan vooral aan de Motown-artiesten Marvin Gaye en Stevie Wonder en aan de zaadjes die Dr. John en Allen Toussaint plantten in New Orleans en waaruit de funk zou opschieten.
Rickenbacker: Terwijl de Fender-, Gibson-, en Les Paul-gitaren tijdloos zijn, blijft de Rickenbacker met zijn rinkelende klank eeuwig geassocieerd met de sixtiespop. Het is dié elektrische gitaar die je in de Byrds-versie van Mr. Tambourine Man hoort. Groepen die kicken op het retrogeluid, van Tom Petty & The Heartbreakers tot The Rembrandts, hebben trouw beloofd aan het kwaliteitslabel dat vooral aan de 12-snarige Rickenbacker kleeft.
Rock-‘n-roll of rock: Een duivels verbond tussen de zwarte blues en de blanke country. De zwarten waren de pioniers: Bo Diddley en Chuck Berry. Deze laatste was een kei in seksueel geladen songs over kortgerokte schoolmeisjes, gestoffeerd met snijdende gitaarriffs. De blanke Eddie Cochran kon dan weer de tienerproblemen treffend beschrijven in songs van om en bij de drie minuten. Little Richard en Jerry Lee Lewis hamerden als bezetenen op hun piano’s, terwijl de heupbewegingen van Elvis Presley van de tv-schermen werden gebannen. Rock-‘n-roll was in de jaren vijftig nog iets gevaarlijks. Daarom dat rock-‘n-roll nu nog steeds een attitude behelst. Iemand is rock-‘n-roll als hij een rebelse uitstraling heeft. De afkorting ‘rock’ is een algemene term voor harde, op elektrische gitaren georiënteerde popmuziek.
Roland 808: Een van de vroegste drummachines, in ’80 op de markt gebracht door Roland. Heel gebruiksvriendelijk, want doodeenvoudig. Vooral de sound van de basdrum deed de Roland 808 onderscheiden van alle andere ritmeboxen en drukte bijgevolg méér zijn stempel op de elektronische dansmuziek dan gelijk welk ander instrument of toestel.
Rumba: Rumba ontstond in de sloppen van de Cubaanse stad Havana. Het is een puur Afrikaanse dans, gespeeld op stokken, flessen en dozen, waarmee zeer opzwepende ritmes in elkaar worden gestoken. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Congolezen als Tabu Ley en Sam Mangwana zich enthousiaste adepten tonen van de rumba.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier