KURT OVERBERGH POEZENHOEZEN

There are two means of refuge for the miseries of life: music and cats‘, zei de grote Albert Schweitzer ooit. Kijk, dáárom ben ik platenhoezen met foto’s van katten beginnen te verzamelen. Al… heeft het vooral met Laartje en Maurice te maken. Toen ik tien jaar geleden mijn vriendin leerde kennen, had zij twee schattige katten: een schuwe zwart-witte en een dikke rosse. Vreemd genoeg is zij een paar jaar later plots allergisch aan die beestjes geworden. We hebben ze bij vrienden kunnen plaatsen, maar – slikt u even mee – ik voelde thuis een leegte. Toen ik in mijn platencollectie zat te rommelen, merkte ik tot mijn verbazing dat er nogal wat katten op hoezen stonden, en dat in de meest uiteenlopende genres. In de hiphop heb je The Sounds Of Science, de verzamelaar van The Beastie Boys. En op Endtroducing van DJ Shadow staat een foto van een dikke kat, achter in een tweedehandswinkel. (raakt op dreef) In de jazz bárst het ervan – geen wonder, want jazzmuzikanten werden indertijd jazz cats genoemd. Van beboppianist Bud Powell tot souljazzorganist Jimmy Smith, allemaal hebben ze kattenplaten uitgebracht. (spreekt steeds sneller) Zelfs in de klassieke muziek vind je ze terug, bijvoorbeeld in de Music for the Millennium-reeks: vrij commerciële compilaties waarop poezen languit op piano’s en contrabassen gaan liggen. (raast nu) En op de achterkant van de eerste elpee van Nick Cave staat zijn ex-vrouw Anita Lane met een poes in haar armen. De prachtige getekende huilende katjes op de cd’s van Radiohead! En die freaky Chinese tekening op Scraps at Midnight van Mark Lanegan, waarbij een dode kat op een karretje wordt voortgetrokken door muizen!

Al snel kreeg ik door dat heel wat platenlabels met die thematiek bezig waren. Het bekendste is Fat Cat Records, waar ik een fijn slipmatje van heb. Pussyfoot ook, Hell Cat, Tigerbeat 6 – dat zijn ook katachtigen, we gaan daar niet moeilijk over doen. De catalogusnummers van Tigerbeat bestaan zoals gewoonlijk uit vier letters plus een cijferreeks. En nu komt het: bij hen zijn die letters… ‘MEOW’! Ja, dan ben ik verloren… Die poezenlabels zijn stuk voor stuk independents, en dat is geen toeval. Kattenliefhebbers worden doorgaans als menslievend beschouwd, hondenfreaks als dominant. Als je dan merkt dat die independents hun artiesten heel vrij laten, en honden-majors als His Master’s Voice – waarbij dat hondje zijn kop in een Edison-platenspeler stopt – dat doorgaans veel minder doen, dan klopt de wereld heel even.

Intussen heb ik zestig à zeventig stuks, en dat aantal groeit gestaag. Ik ga er niet actief naar op zoek, geef er geen grote sommen aan uit, maar mensen uit de sector die mijn passie kennen, houden hun ogen open en brengen van alles mee. Ik koop geregeld platen die een interessante hoes hebben, maar die ik nooit beluister – middelmatig Frans chanson of gedateerde house, bijvoorbeeld. Maar er zijn twee ultieme poezenplaten. De eerste is Skam Cats. Het Britse Skam-label had wereldwijd artiesten opgeroepen om songs in te sturen waarop echte kattengeluiden werden gebruikt. De hoes is gemaakt uit nepkattenvel, en er zitten zelfs snorharen op vast. En de heerlijkste is The Carlton Chronicles van South San Gabriel. Niet alleen wegens de knap getekende poezen op de cover, maar alle songs zijn geschreven vanuit de denkwereld van de kat Carlton. (stilte) Héél schoon. Waarom kijk je zo bezorgd?’

‘Als je merkt dat poezen-independents als Fat Cat Records hun artiesten heel vrij laten, en honden-majors als His Master’s Voice dat doorgaans veel minder doen, dan klopt de wereld heel even.’

Opgetekend door Bart Cornand

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content