Op de radio hebben ze het stokje aan elkaar doorgegeven en vanaf volgende week zijn ze allebei op televisie te zien. Peter Van de Veire en Tomas De Soete over de lusten en lasten van het ochtendblok,de lokroep van de tv en Music For Life. ‘Studio Brussel is nietde Moeder Theresa van de Vlaamse radio.’

Zeggen dat Peter Van de Veire en Tomas De Soete drukbezette mensen zijn, is een understatement à la ‘de banksector heeft het de laatste tijd een beetje moeilijk’. Van de Veire is sinds een paar weken elke vrijdagavond te zien in Peter Live en werkt ondertussen achter de schermen aan de opvolger van Radio Donna, die na Nieuwjaar van start zou moeten gaan. De Soete doet dan weer al anderhalve maand het ochtendblok op Studio Brussel, dat hij van Van de Veire overgenomen heeft, en start vanaf volgende week op Canvas met Weg Met De Soete, een reisreeks waarin de presentator acht steden bezoekt in het gezelschap van een plaatselijke gids, zoals een architect, een platenbaas of een dj.

Om de twee samen aan de interviewtafel en voor de fotocamera te krijgen, kostte het dan ook heel wat e-mails over en weer, tot er een gaatje in beider agenda’s gevonden was. En als de twee daags na de eerste uitzending van Peter Live in de kantoren van StuBru aanschuiven is dat met één oog op de klok, want De Soete moet die namiddag nog enkele commentaartracks voor Weg Met De Soete gaan inspreken. Aan de andere kant van Brussel, terwijl het openbaar vervoer staakt. Vooruit met de geit dus!

Tomas, toen je in april ter gelegenheid van 25 jaar Studio Brussel een week lang de ochtend overnam, zei je achteraf: ‘Het is te hopen dat Peter het nog lang blijft doen.’

Tomas De Soete: Het grappige is dat ik toen een soort ‘de bui hangt boven mijn hoofd’-gevoel had, ook al was dat nergens op gebaseerd. Want op dat moment was er nog helemaal geen sprake van een switch, ook bij Peter zelf niet.

Peter Van de Veire: Neen, toen nog niet. Ik heb de beslissing enkele weken later genomen, nadat de bazen me tijdens een vergadering gevraagd hadden of ik wilde meewerken aan de start van een nieuwe radiozender. Op dat moment heb ik het voor mezelf uitgemaakt: ik neem er de ochtend niet meer bij.

Dat was maanden voor de ‘wissel van de wacht’ is doorgevoerd. Heb je dan niet vaak moeten liegen?

Van de Veire: Liegen niet, maar wel lang moeten zwijgen. En ik heb een paar keer heel hard rond de pot moeten draaien, als iemand bijvoorbeeld over Het Glazen Huis en Music For Life begon. ‘Is er weer zoiets gepland dit jaar?’ ‘Goh ik weet het niet, we hebben het daar nog niet over gehad. Mooi weer hé, vandaag.’ (Lacht) Wanneer hebben ze jou eigenlijk gevraagd om het over te nemen, Tomas?

De Soete: Pas in juli, maar dat kwam vooral omdat ik een hele tijd op reis geweest ben voor de opnames van Weg Met De Soete. Ik was nog maar net terug in het land toen Jan Van Biesen (nethoofd van StuBru; nvdr.) me zei: ‘Tomas, we moeten eens gaan eten.’ Ja, dan voel je het wel, hé: ik heb het vlaggen. Allez, dat klinkt nu heel negatief, alsof ik gestraft ben omdat ik het ochtendprogramma moet doen. Maar ik weet nog dat ik toen direct aan die ene week moest terugdenken, waarin ik bij momenten echt kon janken…

Van de Veire: Van genot?

De Soete:(Lacht) Ik dacht toen echt: is het dit nu wat Peter dag in dag uit doet? Ik ben er ook niet voor gemaakt: mijn hersenen werken niet op dat uur, punt. Ik ben geen ochtendmens.

Van de Veire: Ik wel, maar het probleem is dat ochtendradio maken nachtwerk is. Ik kan perfect om zes uur opstaan, maar om kwart voor vier, dat is iets anders. Er is dan niemand wakker. Zelfs de vogels niet, en dat is angstaanjagend: je doet je voordeur open en je hoort… niets. Vooral in de winter is dat hallucinant.

Ben je het nu, na een zestal weken, al wat gewoon, Tomas?

De Soete: Neen, en ik denk ook niet dat ik het ooit gewoon zal worden. Maar ik amuseer me ondertussen wel te pletter. Het is verbazend hoe je erin slaagt om jezelf in die drie uur tijd volledig leeg te wringen, al heb je maar anderhalf uur geslapen. En het is ook niet zo dat de uitzending veel beter is als je dan toch eens vier uur geslapen hebt. Zo werkt het niet.

Je hebt een halfuur à één uur nodig om alles opgestart te krijgen, en daarna zit je zo vol met adrenaline dat de rest voorbijvliegt. Dat blijf ik ontzettend fijn vinden, los van het feit dat mijn bioritme nog altijd op geen bal trekt: soms slaap ik ’s middags langer dan ’s nachts en dan begrijpt mijn lichaam er niets meer van.

Peter moesten ze soms tegen de avond bij StuBru buiten dúwen om hem naar huis te krijgen. Moet jij ook tegen jezelf beschermd worden?

De Soete: Op dit moment ben ik ook Weg Met De Soete aan het afwerken, en dat is toch een beetje te veel. Meestal zit ik hier tot zes, zeven uur ’s avonds, en na veertien uur aan één stuk werken, wil je echt iemand zijn kop inslaan.

Van de Veire: Het probleem is dat je niet merkt dat je blijft doorwerken. Als het middag is, heb je er al een volledige dagtaak opzitten, maar je beseft dat niet. Iedereen rond jou is aan het werk en dus ga je zelf ook maar door.

De Soete: Toen ik de vooravond deed, kwam ik hier om iets voor negen aan: Peter sjeesde dan hyperactief door de gang, en dat kon me soms enorm op de kloten werken.

Van de Veire: Enthousiasme noemen ze dat, Tomas.

De Soete: En maar roepen: ‘Hallo, iedereen, hoe gaat het?’ ‘Ja, Peter, het is al goed!’ (Lacht) Maar nu betrap ik mezelf erop dat ik dat ook doe. Tegen negen uur ben je zodanig opgevezen dat je daar helemaal in opgaat.

Van de Veire: Je zit in overdrive, als een gevolg van een overdosis koffie, input en adrenaline. Dat is een onwaarschijnlijk gevoel.

De Soete: Je bent als een keitje dat over het water ketst – tik, tik, tik. En plots is het plons, en dan is het gedaan. Op een bepaald moment loop je tegen een plankje.

Van de Veire: Dat is zo, ik heb dat goed gemerkt. Zodra je begint te slapen, blijf je slapen. Nu is het weer beter, maar in de zomer is er een periode geweest dat ik tot een gat in de dag sliep en dan weer vroeg in mijn bed kroop. Als de druk wegvalt, stuik je in elkaar.

De Soete: Dit weekend heb ik voor de eerste keer twee nachten op rij om en bij de zeven uur geslapen. En het resultaat was dat ik doodmoe was. Zodra je lichaam denkt ‘Aha, tijd om te recupereren’, is het om zeep.

Van de Veire: Aan de andere kant moeten we ook niet te veel klagen. Iemand in mijn buurt is een gepensioneerde postbode, en die is veertig jaar lang om halfvier opgestaan. En er zijn tijden geweest dat hij dat zes dagen op de zeven deed. Veertig jaar lang! En die moeten dan nog met een slechte fiets of met een mobilette door weer en wind jakkeren, ze kunnen omvergereden worden in het donker…. Ik kan me best voorstellen dat er facteurs zijn die aan de drank raken. Wij mochten tenminste vrolijk een beetje radio spelen.

Was je bang voor de reacties, Tomas, toen je eraan begon?

De Soete: Uiteraard, want het is om problemen vrágen hé? Ik had me er ook mentaal helemaal op voorbereid. De eerste dagen zei ik tegen mezelf: ‘Oké Tomas, laat je niet ontmoedigen, het is niet het einde van de wereld.’ Maar het is echt heel goed meegevallen. (Draait zich naar Peter:) Ze zijn je al vergeten, man. Het is verbazend hoe snel het gaat. (Lacht)

Van de Veire: Als er iets goeds in de plaats komt, vergeten de mensen snel. Niemand is onvervangbaar, en Studio Brussel heeft genoeg volk om zoiets op te vangen. Het merk is altijd sterker dan de presentator.

De Soete: Eigenlijk was het ook een geluk bij een ongeluk dat je plannen rond die nieuwe radiozender toen uitgelekt zijn. Zeker omdat die helemaal verkeerd begrepen werden, dat jij Donna zou overnemen of dat je een hele radiozender rond jezelf zou maken.

Van de Veire: Ik heb Tomas gezegd: je moet er misbruik van maken dat ik wegga. Bij Wim (Oosterlinck, Peters voorganger; nvdr.) heb ik dat ook gedaan. Hij ging naar Q-Music, dus zagen de luisteraars hem als de verrader en de overloper, en als nieuwe presentator moet je daar gewoon in meegaan. Op die manier word jij diegene die de mensen niet in de steek laat. En als de StuBru-luisteraars nu vinden dat Tomas ‘nen echte’ is en dat ik op één met een pluim in mijn gat ga lopen, dan vind ik dat allemaal prima.

De eerste weken van ‘Tomas Staat Op’ waren wel vrij ‘low profile’, niet?

De Soete: Ik heb niet te veel van mijn gat gegeven, ook al omdat ik niet te veel van mijn gat kón geven. Ik moest echt wennen aan het uur, aan de nieuwe jingles, aan de samenwerking met Linde (Merckpoel, Tomas’ sidekick; nvdr.)… Maar gaandeweg begin je je meer en meer te amuseren en lol te trappen. Ik vind het ook cool dat ik bij momenten mijn knorrige zelve mag zijn, dat mij dat wordt vergeven. Ik ben geen radiomaker die eerst drie keer op en neer springt, ‘hoera’ brult, en er dan tegenaan gaat. Ik kan me niet forceren, ook omdat ik een erg slecht voorbereide radiomaker ben en me enkel kan laten meedrijven door het gevoel van het moment zelf. Ik kan me niet oppeppen tot een niveau vrolijkheid dat er niet is. Ik ga geen drie uur zitten zagen en jammeren natuurlijk, maar ik kan niet meer geven dan ik heb.

Van de Veire: Ik ben wel iemand die de knop kan omdraaien voor hij de studio ingaat. Ik heb dat ook voor mezelf uitgemaakt: als ik me slecht voel, dan hoef ik dat niet op de radio te tonen. En ik hoef ook niets te spelen: als ik die schuiven opendoe, dan voel ik me ook goed, dat is niet gefaket. Ik heb ook wel momenten gehad dat ik tussen de platen op een hoopje viel, maar zodra die plaat afgelopen was, ging ik er weer tegenaan. Maar ik heb jouw knorrige kant toch nog niet te veel gehoord de afgelopen weken, Tomas?

De Soete: Het heeft ook met dat uur te maken. Ik stel iedere keer weer vast: tegen dat het zeven uur is, sta ik helemaal stijf van alles wat op me afkomt. Je voelt ook iedereen samen wakker worden en je krijgt een boost om verder te gaan. Dat is compleet het tegenovergestelde van de vooravond, waar je in het laatste uur, tussen zes en zeven, merkt dat er meer en meer mensen naar de tv zitten te kijken. Ik denk niet dat ik ooit, of er zou iets gigantisch mis moeten lopen, een uitzending zal maken waarin ik tegen negen uur denk: het is tijd dat het voorbij is.

Zorgde de eerste aflevering van ‘Peter Live’ voor een vergelijkbare adrenalinestoot?

Van de Veire: Het is anders, maar de adrenaline was er wel. Ook omdat we eerst een zogenaamde nulopname hebben gemaakt, en daarna had ik echt wel het gevoel dat er nog veel bijgeschaafd moest worden, dat we nog een lange weg te gaan hadden. Dat samen met het livegevoel, en ik zat echt tegen het broekschijterige aan. Toen ik de ochtend deed, was ik nooit zenuwachtig – met uitzondering misschien van de eerste keer. Daar overheerste de goesting. Bij Peter Live was het mondelinge-examengevoel een stuk groter. Maar ik heb bij een mondeling examen nooit een black-out gehad, en hier ook niet: je loopt de trap op en je bent vertrokken.

Het is wel belangrijk dat het live is. Voor De Provincieshow moesten we soms vier uur opnames doen, en dat was om onnozel van te worden. Nu weet je: twintig voor negen, Thuis is gedaan, hup, we zijn vertrokken. De dreun achteraf was ook enorm: ik dronk een halve pint en ik was al zat.

Is het moeilijker dan presenteren voor de radio?

Van de Veire: Je bent constant bezig, en dat is minder bij de radio waar je eens een plaat kunt draaien. Ik heb geen oortje, geen autocue, geen fiches, niets. Er zijn mensen die klaarstaan met bordjes als het misgaat, maar eigenlijk ben ik op mezelf aangewezen. Het is een ander medium: je hebt de dingen veel minder zelf in de hand.

Zie jij jezelf ooit zoiets doen, Tomas?

De Soete: Ik ben niet echt de persoon om van een showtrap af te dalen, maar ik kan me wel voorstellen dat het een kick geeft om live op tv te komen, zeker als ik Peter erover hoor vertellen. Maar het schrikt me af dat je effectief een radertje van een hele machine bent.

Van de Veire: Het voordeel van Peter Live is dat ik er van bij het begin bij betrokken ben geweest. Ik heb de redactie zelf mee geselecteerd en die denken ook bijna met mijn hoofd. Dat is het verschil met De Provincieshow. Daar stelden ze mij gewoon het format voor en vroegen ze: ‘Heb je zin om dat te doen?’ ‘Bof, als ik me één keer mag verkleden, is het goed.’

De Soete: Het leuke aan Weg Met De Soete is dat we allemaal vrienden zijn. Paul Peyskens (de producer van ‘Weg Met De Soete’; nvdr.) vroeg me of ik zo’n programma zag zitten en met wie ik het zou willen maken. Op vijf tellen hadden we een ploegje samengesteld. Ik heb nooit in een productiehuis gewerkt, maar ik kan me voorstellen dat het zoiets moet zijn. Het programma is heel goed voorbereid, alleen niet door mij. (Lacht) Eigenlijk zeiden ze mij enkel: ‘Zorg dat je die dag op dat uur op de luchthaven bent, want je gaat naar Kopenhagen om er een labelbaas genaamd Jebo te ontmoeten.’ That’s it. De anderen kennen mij genoeg om te weten wat ze me kunnen laten doen en wat niet. Dat vind ik zelf ook het leukste: ik kan het op me af laten komen en hoef niet te stressen of ik me wel genoeg voorbereid heb. Want ik kán me ook niet voorbereiden.

Van de Veire: Ik heb mijn voorbereiding wel heel hard nodig. Het is een beetje zoals een trampoline: je kunt daarop springen zo hoog als je wilt, want je weet dat je toch altijd goed terechtkomt. Dat heb ik wel nodig. Maar in Peter Live zitten er ook veel momenten die niet voorbereid zijn, zoals het opduiken van die drie gasten die vroeger met mij in een groepje zaten. En Music for Life, dat was één lange onvoorbereide trip.

De Soete: Dat is het tofste wat er is, als iedereen zegt: ‘Je hoeft je niet voor te bereiden, amuseer je gewoon.’

Vind je het jammer dat ‘Music For Life’er voor jou niet meer in zit, Peter?

Van de Veire: Neen, niet echt. Ik heb het al twee keer mogen meemaken, en de tweede keer had ik het in het begin al echt lastig om de magie van de eerste editie opnieuw te voelen. Dat heeft toch een paar dagen geduurd. Music For Life teert op verrassingen en de tweede keer gebeurt alles meer beredeneerd. Dus ik vind het zeker niet erg. Ook al omdat er nu iemand nieuw in dat huis kan gaan zitten. Voor Studio Brussel is het belangrijk om daar mensen in te stoppen die net onder de radar hangen, hen te laten openbloeien en te tonen hoe goed ze zijn. In die zin is Music For Life een soort piëdestal. Enfin, naast het hele humanitaire verhaal natuurlijk.

Wat vinden jullie als gezichten van ‘Music For Life’ eigenlijk van de recente actie van Studio Brussel waarin een auto weggegeven werd?

Van de Veire: Ik was er dan al niet meer. Ja, Tomas, dat is eigenlijk wel proper, hé? (Lacht)

De Soete: Ik ga daar niet over zeveren: we hebben het er lastig mee gehad. Maar je moet ook niet proberen heiliger te zijn dan de paus. Het is niet alsof ik sinds Music for Life nooit nog mijn kraan laat lopen tijdens het tandenpoetsen – al denk ik wel ‘Foei, Tomas’, als ik mezelf erop betrap. Bovendien: een auto voor een heel gezin, dat is een heel mooie prijs. Het is niet politiek correct, maar je zou een uil zijn om het niet te doen.

Van de Veire: Je mag daar niet te fel bij nadenken, anders doe je niets meer. Studio Brussel is niet de Moeder Theresa van de radio, hé? Het is niet omdat je je voor het goede doel inzet dat je geen commerciële acties meer kunt doen. Zeker als je er zoals hier een leuk radio-verhaal van maakt: je geeft niet iedere dag van de week vijf auto’s weg, het gaat om één auto voor een gezin met kinderen. Ik vond dat leuk gevonden. Maar ik kan me voorstellen dat iemand zich daaraan stoort.

Aan de andere kant zijn mensen natuurlijk opportunistisch. Ik herinner mij dat we ten tijde van de inval in Irak een actie deden waarbij we tankbeurten weggaven, en daar hadden we allemaal echt moeite mee. Die stunt was al lang op voorhand geregeld en toen zijn we nog gezamenlijk bij de baas geweest om te vragen de actie af te blazen, omdat we dachten dat we er niet mee zouden wegkomen. Maar die actie was wel een geweldig succes.

Bij de commerciële hitzender die jij mee zal opstarten, zullen de stunts en de acties nog groter moeten zijn, om tegen de concurrentie op te tornen.

Van de Veire: Natuurlijk zullen we dingen weggeven, maar ik blijf erbij dat je dat allemaal niet nodig hebt. Er is op dat vlak een opbod bezig, en dat is een doodlopende straat. Het is veel belangrijker dat je goede radio maakt. Een actie is ook een enorme ballast in je programma. Je moet die oproep goed plaatsen, en alle info om de zoveel tijd herhalen… In die tijd kun je een goed gesprek hebben met een luisteraar, een leuke plaat draaien of gewoon wat deftig zeveren. Ik ben ervan overtuigd dat die acties niet hoeven om je luisteraar te binden.

Klopt het dat je, zoals ik in de krant las, op die nieuwe zender het ochtendprogramma zal presenteren? Want in dat geval zullen jullie recht tegenover elkaar staan.

Van de Veire: Tenzij wij van vier tot zes uitzenden natuurlijk, maar daar mag ik niet aan denken. (Lacht) Neen, wie wat zal presenteren, ligt nog helemaal niet vast.

In ons interview eind 2007 bij je verkiezing tot ‘Man van het Jaar’ zei je een paar keer dat je bang was voor de ‘overkill’, dat mensen je beu zouden worden. Heb je in alle heisa rond de plannen met Donna vaak gedacht: ‘Het is zover. Nu slaat het om?’

Van de Veire: Natuurlijk, maar het probleem was daar vooral dat de communicatie veel te vroeg kwam en dat de eerste berichten volkomen fout waren. De gedachte om een volledige radiozender rond mij te maken is nooit in ons opgekomen. Maar ik denk er wel vaak aan: ‘Verdorie Van de Veire, je hebt altijd gezegd dat je jezelf niet te overdreven wil smijten, maar je bent daar nu wel keihard mee bezig!’ Als mensen in jouw bijzijn over jou in de derde persoon praten en het hebben over ‘het merk Peter Van de Veire’, dan heb je een probleem. Maar het enige wat ik nu kan doen, is zorgen dat Peter Live goed is, en dat die radiozender werkt. Terug kan niet meer.

Tomas, jij begint nu met ‘Weg Met De Soete’ en vanaf december ben je jurylid voor ‘Comedy Casino Cup’…

De Soete: … Oei, oei, is het nu al te veel geworden? Het is toeval dat er dit najaar zoveel samenvalt, doordat Tomas Staat Op er plots bij kwam. Maar ik maak mij nog geen zorgen, behalve dan misschien over hoe ik mijn agenda moet regelen. Het idee dat ik moet oppassen dat ik niet te veel in the pic-ture sta, heb ik nog niet gehad.

Het valt me op dat jullie allebei zelden of nooit in reclamespots te horen of te zien zijn, ook al zijn jullie respectievelijk ‘een sterk merk’ en ‘de meest sexy man van Vlaanderen volgens Weekend Knack’. Is dat bewust?

Van de Veire: Bij mij wel. Ik heb nog spotjes gedaan voor artiesten als The Magic Numbers of Mika, maar ik houd zoveel mogelijk de boot af. Zeker als ze me vragen voor dingen in de waspoedersfeer. Ik heb het geld ook niet nodig. Ik ben een geweldige mediahoer, maar je moet ergens een lijn trekken.

De Soete: Bij mij is het nog eenvoudiger: mij vragen ze gewoon niet. Misschien moet ik me bij deze kandidaat stellen: dames en heren, ik ben een nog grotere mediahoer dan Peter. (Lacht)

Weg Met De SoeteVanaf 30/10, acht donderdagenom 21.35 – Canvas

Tomas Staat OpElke weekdag vanaf 6.00 – StuBru

Peter LiveElke vrijdag om 20.40 – één

Door Stefaan Werbrouck – FOTO: CHARLIE DE KEERSMAECKER

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content