P.B. GRONDA, schrijver van onder meer Onder vrienden en Straus Park, duikt elke week in de populaire cultuur.
Begin deze maand liet een vriend van op het Meerhoutse festival Groezrock weten dat het vooral ook ‘mensen van onze leeftijd’ waren die daar rondliepen. Dat is zo’n moment waarvan je verwachtte dat het ooit zou komen, maar dan pas veel, veel later. Maar kijk, het is zo ver. De nieuwe oude rockers zijn gearriveerd, en het zijn wijzelf.
Denk aan de langgrijsharigen met mouwloze jeansvestjes vol opnaaibadges die Whole Lotta Rosie meeroepen met een plastic bekertje bier in dezelfde hand waarmee ze intussen om een of andere reden ook ritmisch naar de hemel wijzen. Meestal hebben ze een vrouw die doet denken aan Peggy uit Married with Children en die gekleed is in een soort uitgerekte leren handschoen en een ceintuur.
Wel, zoals wij hen zagen, precies zo worden wij nu gezien door de kids van vandaag. Idioten met petjes die Refused nog kennen van vroeger en ‘Can I scream?’ meeschreeuwen. Wat, laten we daar eerlijk in zijn, niet echt vreselijk intelligent overkomt.
Iets anders wat me opviel aan Groezrock, is dat de affiche leek op de affiche van tien jaar geleden. Zijn er dan geen nieuwe supergroepen ontstaan in al die jaren? Nee, ik weet het wel: singer-songwriters en kinderen die The Voice of zo gewonnen hebben, dat wel, maar ik bedoel groepen zoals Pearl Jam, Tool, Red Hot Chili Peppers, Nirvana, Soundgarden, Rage against the Machine, Pixies en nog exact elf miljard andere voorbeelden.
In De Afrekening staan nog wel heel wat groepen. Ze komen wel uit mijn cd-collectie van de jaren negentig. Blur en Foo Fighters, den Dave en den Damon, intussen samen honderd jaar oud. Plus die theatrale rommel van Muse – twee keer zelfs. En fcking K’s Choice. K’s Choice! Buiten de uitrol van het 4G-netwerk is er niks gebeurd sinds een decennium, zo blijkt.
Arctic Monkeys kan toch niet de enige nieuwe supergroep zijn?
Nieuwe topacts zijn veelal soloartiesten. Ik zou voorbeelden beginnen op te sommen, maar het volstaat om uit je raam te kijken en je ziet er een.
Misschien omdat niemand nog betaalt voor muziek en een gast met een laptop of een gitaar minder kost dan drie vrachtwagens vol show en gedoe. Misschien omdat muzikanten nu hun eigen platenfirma spelen en geen Sabam willen delen met een bassist die Geert heet en naar dweil stinkt. Misschien omdat het meer past in deze tijd waarin alles begint bij en op maat gemaakt is van het individu. Beslis in een band met vijf man maar eens wie de Instagram-account beheert. Ja maar, ja. Dat zijn problemen, in iet of wat band.
Singer-songwriters zijn nu toch al tien jaar echt terug. Gasten uit de middenklasse met mutsen die over hun liefdesleven zingen. Daar is echt niks mis mee. Maar als iedereen het doet, wordt het wel wat arm.
Een groep is iets bijzonders. Er ontstaat een dynamiek, hoe goed of hoe destructief die ook mag zijn, en middelmatige talenten kunnen daardoor echte helden worden. Groepen zijn gewoon een beetje luider, een beetje vuiler, een beetje grappiger en een beetje emotioneler. Zoals al de rest dus, maar dan een beetje beter.
P.B. GRONDA
DE NIEUWE OUDE ROCKERS ZIJN GEARRIVEERD, EN HET ZIJN WIJZELF.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier