PATRICIA HYPESMITH

Patricia Highsmith is bijna twintig jaar na haar dood nog steeds hip in filmkringen. The Two Faces of January is de eerste noch de laatste verfilming van een psychologische roman van de misdaadschrijfster die geen zier gaf om speurneuzen of gerechtigheid – en Tom Ripley bedacht.

Dat de thrillers van Patricia Highsmith (1921-1995), een verfranste Amerikaanse, zich lenen tot filmadaptaties is al snel duidelijk. In 1950 verschijnt haar debuutroman Strangers on a Train. Een jaar later is Alfred Hitchcock al klaar met een ingenieuze verfilming, maar Highsmith lacht groen. Om de prijs te drukken, heeft de master of suspense de rechten laten kopen zonder erbij te vertellen dat het voor hem is. Highsmith krijgt amper 7500 dollar voor haar verhaal, waarin rijkeluiszoon Charles Anthony Bruno op de trein architect Guy Haines, die huwelijksproblemen heeft, een macaber voorstel doet: hij zal Haines’ vrouw vermoorden als die in ruil Bruno’s vader vermoordt. Hitchcock kruidt de plot met een bespiegeling over eenzaamheid en schuld en tovert enkele memorabele scènes uit zijn hoed.

Highsmith houdt van precisie, een doordachte opbouw, sfeerschepping en fraaie decors – en dat opent voor regisseurs perspectieven. Bovenal breekt ze met de traditie om aan de kant te gaan staan van de slachtoffers of de speurneus: ze is een van de eersten om sympathie op te wekken voor de antiheld, voor hij of zij die in heel specifieke omstandigheden overgaat tot moord. Populair zijn vooral haar boeken over Tom Ripley, een kameleon met de charme van een geboren verleider die niet gehinderd door morele bezwaren al het nodige doet om een prinsheerlijk bestaan op te bouwen en te behouden. Of het recht zegeviert, vindt Highsmith een onbenullige vraag: ‘De hang van het publiek naar gerechtigheid in romans en verhalen is stomvervelend en onecht. Noch het leven, noch de natuur maalt ooit om gerechtigheid.’

The Talented Mr. Ripley (1955) wordt meermaals verfilmd. Clément zorgt in 1960 met het oogstrelende, door Nina Rota op muziek gezette Plein soleil meteen voor een van de sterkste Ripley-films. Alain Delon legt daarin de lat meteen hoog voor iedereen die na hem de even getalenteerde als gevaarlijke oplichter speelt. Highsmith verzet zich er aanvankelijk fel tegen dat de rebelse Dennis Hopper het personage gestalte zal geven in Wim Wenders’ Der Amerikanische Freund (1976), maar erkent achteraf dat Hopper uitstekend werk geleverd heeft. Wenders grijpt in die film Highsmiths derde Ripley-boek aan om het over het Amerikaanse cultuurimperialisme te hebben. Datzelfde boek wordt in 2002 door Liliana Cavani opnieuw verfilmd onder de originele titel, Ripley’s Game, ditmaal met John Malkovich in de hoofdrol, een specialist inzake onweerstaanbare snoodaards. Maar die film kan het succes van The Talented Mr. Ripley (1999) niet evenaren, waarvoor regisseur Anthony Minghella zich omringt met een indrukwekkende cast: Matt Damon, Gwyneth Paltrow, Jude Law, Cate Blanchett en de betreurde Philip Seymour Hoffman. De populaire film geeft de verkoop van de Ripleyboeken meteen ook een ferme boost.

Maar het zijn dus niet alleen de Ripley-boeken die filmmakers boeien. Claude Chabrol baseert Le cri du hibou (1987) op Highsmiths The Cry of the Owl (1962), over de bedrogen partners van twee overspelige geliefden die een duivels plan uitvoeren. Drive-scenarist Hossein Amini debuteert nu als regisseur met The Two Faces of January. En dat is niet alles. Fatal Attraction-regisseur Adrian Lyne zou brood zien in een adaptatie van Deep Water (1957). Uitkijken is het vooral naar Carol van Todd Haynes, met Cate Blanchett en Rooney Mara. De regisseur van Far from Heaven en de eigenzinnige Bob Dylan-biografie I’m Not There heeft zijn oog laten vallen op Highsmiths tweede roman The Price of Salt, het verhaal van de liefde tussen een jonge en een al getrouwde vrouw in het bekrompen Amerika van de jaren 1950. De Highsmith-hype houdt voorlopig aan.

NIELS RUËLL

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content