Nerds hebben aan Asterix een vette kluif. Elk album barst van de politieke, culturele, historische en andere allusies – er zijn zelfs websites waar fans zowat ieder plaatje bespreken, inclusief de referenties in de tekstballonnetjes en de decors. Wist u dat de hiëroglyfen op pagina 19 van ‘Astérix et CléopÂtre’ werden overgenomen uit een Egyptisch dodenboek, inclusief fouten? Bij deze!
De meeste gastpersonages in Asterix zijn Frans: voor Cathérine Deneuve, Jacques Chirac en Napoléon Bonaparte is dat geen probleem, maar wie heeft hier ooit gehoord van televisiepresentator Guy Lux, circusdirecteur Jean Richard, schrijver Georges Fronval of acteurs André Alerme, Jules Muraire en Bernard Blier? Gelukkig zijn er voor niet-Franse lezers ook karikaturen van Winston Churchill en The Beatles in Astérix chez les Bretons, Don Quichote de la Mancha in Astérix en Hispanie, de Italiaanse dictator Benito Mussolini in Le Combat des Chefs, Willem Tell in Astérix chez les Helvètes en komieken Stan Laurel & Oliver Hardy (aka ‘de dikke & de dunne’) in Obélix & Compagnie.In Astérix chez les Belges herkennen we ondermeer Eddy Merckx en Manneken Pis, in Le Grand Fossé staat Frankenstein tussen de figuranten, en in La Galère d’Obélix is er een cameo voor acteur Kirk Douglas uit het sandalenepos Spartacus. Acteur Sean Connery, best bekend als James Bond, doet het van alle gasten het best, met een hoofdrol als speciaal agent Zéro Zéro Six (!) in L’Odyssée d’Astérix. Zijn strijdwagen moet in niks onderdoen voor de latere Bondmobiel, en de geheime missie die hij krijgt ontbrandt spontaan zodra hij ze gelezen heeft – zie: Mission Impossible. Hilarisch is de scène waarin hij zijn strijdwagen de zee inrijdt: een subtiele knipoog naar The Spy Who Loved Me. Guest appearences zijn er ook voor striphelden. In Astérix Légionnaire heeft Belgische soldaat en Lambik-lookalike Mouléfix een Kuifje, in Astérix chez les Belges hebben Janssen & Janssens een gastrol, in Le Combat des Chefs verkoopt een marktkramer ‘Marsuppilamix’ en in La Serpe d’Or doet Michel Vaillant-tekenaar Jean Gratton mee aan ‘les 24 heures de Suindinum’ – de 24 uur van Le Mans, jawel. Uderzo en Goscinny mogen zichzelf ook graag opvoeren als figuranten: als dragers in Obélix & Compagnie, als toehoorders in Astérix et le Chaudron en als beeldjes in een Grieks fresco in Astérix aux Jeux Olympiques, waarin ze elkaar ’tyrannos’ en ‘despotos’ noemen, met een schalkse knipoog naar hun hoog oplopende discussies.Ook de decors in Asterix zitten barstensvol hilarische verwijzingen: vroege voorlopers van de London Bridge en de Kanaaltunnel in Astérix chez les Bretons, beelden van Rodin en Mylo in Le Domaine des Dieux en een vuilbak met opschrift ‘detritus’ aan de grensovergang met het kraaknette Zwitserland in Astérix chez les Helvètes. De Mola Rubra (‘Rode Molen’) uit La Serpe d’Or is een knipoog naar de Moulin Rouge, de orgieën uit Astérix chez les Helvètes zijn geïnspireerd op scènes uit de films van Fellini en het café in Marseille in Le Tour de Gaule – op zich al een parodie op de Tour de France – is een exacte replica van een kroeg uit de film Marius van Marcel Pagnol. Pagnol was – net als vele andere gasten uit Asterix – in de wolken met de knipoog: ‘Eindelijk ben ik onsterfelijk.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier