Als de autobiografie van een rockster al niet door een slechte ghostwriter geschreven wordt (Slash, Sharon Osbourne), is het een slaapverwekkende turf (Eric Clapton, Ron Wood), verdoken hagiografie (Tony Visconti), gratuite afrekening (Marianne Faithfull) en in het slechtste geval dat alles sámen – Don Felder van The Eagles, anyone? Grote uitzondering op die regel is Things The Grandchildren Should Know, het tragikomische, mild cynische en – vooral – razend knap geschreven levensverhaal van Mark Oliver Everett. Voor de liefhebbers: nóg vijf absolute must-reads.
Mark E. Smith – Renegade
De cynische roodneus van The Fall gaat op sarcastische wijze tekeer tegen de mensheid in het algemeen en ex-groepsleden in het bijzonder, maar zorgt op tijd en stond wél voor enig comic relief. Behalve een soort ’the rise of The Fall’ is ’s mans autobiografie het persoonlijke ergernissenparcours van een onweerstaanbare grumpy old man.
Bob Dylan – Chronicles
Zijn eerste boek – het in een stream of consciousness geschreven romanexperiment Tarantula – werd in 1971 op een geeuw van onverschilligheid en een occasioneel lachsalvo onthaald. Maar voor Chronicles, het eerste deel van een autobiografische trilogie, kreeg Bob Dylan wél staande ovaties. Bawb laat voorzichtig in zijn ziel kijken, maar blijft ondoorgrondelijk.
Johnny Cash – The Autobiography
Over The Man In Black is recent de indrukwekkende stripbiografie Cash: I See A Darkness van de Duitse tekenaar Reinhard Kleist verschenen. Maar bij leven en welzijn stelde Cash zijn wederwaardigheden zelf ook te boek in een openhartige, bijna confessionele autobiografie. De eerste versie uit ’86 werd tien jaar later in samenwerking met muziekjournalist Patrick Carr netjes bijgewerkt.
Alex James – Bit Of A Blur
In Bit Of A Blur vat de bassist van het inmiddels herenigde Blur tien waanzinnige jaren samen. Aan drank en drugs alleen al gaf hij in die tijd naar eigen zeggen meer dan één miljoen pond uit. Trefwoorden: Britpop, slemppartijen, vechtpartijen en groupies, vooral héél veel groupies. ‘I stopped having sex occasionally, but only so that I could take more drugs.’
Frank Zappa – The Real Frank Zappa Book
Semiautobiografie opgetekend door journalist Peter Occhiogrosso, waarin Zappa de grootste mythes en misverstanden over zichzelf uit de weg ruimt. ‘Volgens sommigen at ik wel eens stront op het podium. De feiten, mensen. Wat nog het dichtst bij stront eten kwam, was toen ik ’n hapje ging eten in een Holiday Inn-restaurant in Fayetteville, North Carolina, in 1973.’
(V.B.)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier