Ben Van Alboom
Ben Van Alboom Freelance journalist

Voor ‘prince of darkness’ David Fincher kan het nooit donker genoeg zijn. In zijn nieuwste nachtmerrie sluit hij Jodie Foster bijna twee uur lang op in een gepantserde ‘paniekkamer’.

Door Ben Van Alboom

Panic Room. Vanaf 24 april in de bioscoop.

Nog vóór hij zijn langspeelfilmdebuut maakte met het zwaar onderschatte Alien3, blikte David Fincher al opmerkelijke videoclips in voor onder meer Depeche Mode, George Michael en Madonna. De grandioze hommage aan Metropolis van Fritz Lang in de videoclip voor Express Yourself en de robuuste zwart-witfotografie in het fel gesmaakte Vogue zijn duidelijk van zijn hand: donker, gracieus, dreigend. ‘Videoclips zijn de puurste vorm van cinema, want alles staat in functie van het beeld. En je zorgt er maar beter voor dat ze interessant genoeg zijn, want mensen moeten er achteraf minstens tien keer naar kijken.’

De regisseur, die beweert nooit meer in de zee geweest te zijn sinds hij Spielbergs Jaws heeft gezien, houdt duidelijk van films met een scherp kantje. Wat verklaart waarom hij vooral uitblinkt in cinematografische nachtmerries als Se7en, The Game en Fight Club, zijn voorlopige meesterwerk.

In Panic Room nemen Jodie Foster en haar tienerdochter hun intrek in een omvangrijke woning, hartje Manhattan. De nieuwe woonst beschikt onder meer over een uit de kluiten gewassen paniekkamer om de bewoners tegen inbrekers te beschermen; een gepantserd vertrek dat alleen van binnenuit kan worden geopend. Het toeval wil natuurlijk dat de inbrekers, die al de eerste nacht komen opdagen, een bijzondere interesse in de kamer tonen.

Fincher beleefde tijdens de opnamen zo mogelijk nog een grotere nachtmerrie dan de belaagde moeder en dochter: hoofdrolspeelster Nicole Kidman haakte onverhoeds af omdat de knieblessure die ze had opgelopen op de set van Moulin Rouge maar niet wilde genezen. Ze werd een weekje later vervangen door Jodie Foster wier zichtbare zwangerschap ‘reshoots’ vereiste. Vervolgens werd ook fotografievirtuoos Darius Khondji aan de kant geschoven, na een dispuut met de filmmaatschappij.

In de persmap staat veel informatie over paniekkamers. Het lijkt wel een nieuw modeverschijnsel.

David Fincher: Ach, neen. Zelf ken ik niemand die er een heeft. De marketingjongens hebben er dit wellicht aan toegevoegd om een sociologisch alibi voor de film te geven. Misschien hadden ze schrik dat mensen de plot ongeloofwaardig zouden vinden. Mij maakt dat niets uit. Ik heb het scenario van David Koepp (roemrucht scenarist van onder meer Mission: Impossible, Snake Eyes en het langverwachte Spider-Man, red. ) in één ruk uitgelezen en plots kreeg ik er zin in om zelf ook eens een rechttoe-rechtaanthriller te maken. Het opzet is daarom bijna vanzelfsprekend vrij klassiek: de eerste drie minuten wordt de werking van een paniekkamer uit de doeken gedaan en nog geen vijf minuten later staan de boeven al aan de deur.

De titelrol van de film is ook nu weer indrukwekkend.

Fincher: Bedoeling van mijn titelrollen is om het publiek al van bij het begin naar mijn hand te zetten. Ze moeten de indruk geven dat de trein vertrokken is. Er is geen tijd meer om nog vlug even naar het toilet te gaan of zelfs maar een seconde je ogen van het scherm af te wenden. Ik denk dat ik daar totnogtoe altijd in geslaagd ben. Zijn ze daarom ook nodig? Als je weet dat de titelrol van Fight Club ruim een miljoen dollar heeft gekost en de film wereldwijd eigenlijk maar honderd miljoen dollar in het laatje heeft gebracht, stel je je daar achteraf toch enkele vragen bij. Ik vind hem wel nog altijd grandioos, hoor. ( lacht)

Waar komt het idee van de titelrol van ‘Panic Room’ vandaan?

Fincher: De titelrol is voornamelijk geïnspireerd op Alfred Hitchcocks The Trouble With Harry en op Young Frankenstein van Mel Brooks. Toen had je evenwel nog te maken met tweedimensionale eenheden die over het beeld werden geplakt, terwijl ik me afvroeg hoe het zou zijn om met driedimensionale titels te werken die hetzelfde licht vangen als de gebouwen waartegen ze geplaatst zijn. En dus lijkt het alsof ze daadwerkelijk boven het hoofd van de mensen in de straten van Manhattan zweven. Het heeft eigenlijk niets met de film te maken, maar ik vond het gewoon leuk om dat eens te proberen.

De eerste verkennende scène binnenin het huis is anders ook niet mis.

Fincher: Je bedoelt het shot waarin we naadloos van de ene kamer naar de andere gaan? Dat stond eigenlijk al in het scenario. Ik heb het erin gelaten omdat het een enorme uitdaging was om zo’n lang shot te maken, maar ook omdat het de perfecte manier was om de eigenlijke inbraak op poten te zetten. Door eerst de verschillende uithoeken van het huis te tonen om dan vijf minuten later het personage van Forest Whitaker het parcours nog eens helemaal opnieuw te zien doen, kom je er meteen achter dat hij de woning goed kent. Het heeft wel ongeveer een week geduurd om de scène klaar te krijgen en achteraf hebben computerexperts er ook nog een tijd aan zitten sleutelen. Neem gerust van mij aan dat het niet makkelijk is om dát aan de producenten te verkopen. ( lacht)

Een mens zou denken dat ‘Panic Room’ nochtans geen dure film is.

Fincher: In vergelijking met Fight Club is hij dat ook niet. Toen hadden we ruim driehonderd scènes op minstens tweehonderd locaties en stond ik ruim driekwart van de opnames te kijken naar trucks die werden uitgeladen om dan op het einde van de dag weer te worden ingeladen. Panic Room was in dat opzicht paradijselijk: ik kreeg een gigantische studio ter beschikking waarin ik overal kleine kamertjes mocht inrichten. In plaats van elke dag horden technici aan te laten rukken, kon ik de muren bij wijze van spreken zelf verschuiven. Ik hoefde bovendien maar met mijn vingers te knippen en het begon te regenen.

We hebben overigens wel met een aantal problemen te kampen gehad. Zo hebben we onder meer verschillende dagen opnames in de vuilnisbak moeten gooien omdat de lenzen verkeerd waren ingesteld. Het feit dat Nicole Kidman plotseling afhaakte, woog eveneens op het productiebudget. Tot overmaat van ramp moesten we daarenboven verschillende scènes met Jodie Foster ook nog eens opnieuw draaien. Tijdens de oorspronkelijke opnames was Jodie namelijk in verwachting. Uiteraard hadden we daar op voorhand rekening mee gehouden, maar omdat de opnames flink wat vertraging opliepen, begon zich op het einde toch een buikje af te tekenen. We hebben pas maanden later de scènes in kwestie opnieuw kunnen inblikken.

En dan is er ook nog het vertrek van de briljante fotografieleider Darius Khondji.

Fincher: Ja. Op een bepaald moment moesten we gewoon toegeven dat het geen zin meer had om samen aan de film verder te werken. Dat kwam vooral doordat we bijna continu scènes opnieuw moesten inblikken. De opnames waren immers al een aantal weken aan de gang, toen Nicole er de brui aangaf. Darius was er bovendien al bij sinds het repetitieproces en kreeg op de duur de indruk dat hij er zelf niets meer kon aan toevoegen. Hij vond bovendien dat ik me te angstvallig vasthield aan wat we aanvankelijk hadden opgenomen en waarschijnlijk had hij daar grotendeels gelijk in. Maar ik zag de dingen gewoon anders en dus zijn we uit elkaar gegaan. Geen makkelijke beslissing, want Darius is een onwaarschijnlijk genie. Na Se7en hebben we daarom altijd weer onze agenda’s samen gelegd, telkens ik aan een nieuwe film begon. Hij was jammer genoeg nooit beschikbaar en toen gebeurde dit.

Waarom zijn je films altijd zo donker gekleurd?

Fincher: Misschien gebruik ik veelal weinig uitgesproken kleuren, maar wat dat betreft is er geen verschil met het dagelijkse leven. Neem nu deze kamer: de muren zijn wit, het meubilair is donkerbruin en we dragen allebei zwarte of toch minstens donkergrijze kleren. Het gebruik van kleuren in films vind ik bovendien vaak storend, omdat nogal wat filmmakers de neiging hebben om daarin te overdrijven. De kleuren verdringen dan meestal de intensiteit van het beeld. Dat het appartement in Panic Room er weinig kleurrijk uitziet, heeft bovendien ook alles te maken met de vorige huurder. Oudere mannen hebben nu eenmaal niet de neiging om hun woning met bloemen of andere bonte motieven te behangen.

Van de filmmaatschappij eis je meestal final cut. Was dat nu ook het geval?

Fincher: Voor Fight Club heb ik dat inderdaad in mijn contract laten opnemen. De regeling sprong echter af toen bleek dat de film meer dan vijftig miljoen dollar zou kosten. Bill Mechanic, die toen aan het hoofd van 20th Century Fox stond, zei me dat hij dat niet aan zijn aandeelhouders kon verantwoorden. Het budget werd uiteindelijk vastgelegd op 67 miljoen dollar. Overigens bestond het gevaar dat we daar zelfs over zouden gaan, want ik had voor een aantal grillen, zoals de titelrol, nog geen goedkeuring gekregen. Maar Bill is een man van zijn woord en eigenlijk kreeg ik grotendeels carte blanche. Hij ging in op mijn eis om niet eerst een marktonderzoek naar de interesse van het publiek voor het project op poten te zetten en ik heb mijn plannen ook nooit tijdens een raad van bestuur uit de doeken moeten doen. We wisten allebei dat die dingen toch op een negatief advies zouden uitdraaien. Kijk, Bill wedt op paarden en niet op wedstrijden. Hij geeft zijn vertrouwen aan een regisseur; het project komt op de tweede plaats. Zo hoort het ook.

Maar heb je nu al dan niet final cut gekregen?

Fincher: Eigenlijk wel. Toen we de film aan een testpubliek lieten zien, reageerde nagenoeg iedereen buitengewoon enthousiast op het personage van Forest Whitaker. Dat is overigens begrijpelijk, want zijn personage is allesbehalve inslecht. Nogal wat mensen vonden dan ook dat het beter met hem zou moeten aflopen en dus kwam van de studiobonzen al vlug de vraag om het einde aan te passen. Het publiek moet nu eenmaal op zijn wenken worden bediend. Zelf had ik het daar flink moeilijk mee, omdat de essentie van de film grotendeels in het laatste kwartier zit. De daden van het personages hebben gevolgen en dat weet Whitaker zelf ook goed. Daarom gaat hij uiteindelijk toch terug naar binnen en wordt gevat. Ik heb de studio gelukkig van mijn gelijk kunnen overtuigen.

‘Het gebruik van kleuren in films vind ik vaak storend, omdat nogal wat filmmakers de neiging hebben om daarin te overdrijven.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content