THE DOORS OF DECEPTION – Rock en drugs delen al sinds mensenheugenis de lakens. Alleen wie nu compleet uit de lucht valt, dient zich terstond naar de boekenwinkel te spoeden.
*
George Case Backbeat Books, 266 blz., euro19
Wat schort er aan dit boekwerkje? (Behalve dat er niets tussen de kaften zit wat te snuiven, te slikken of te roken valt – hoewel de auteur dat dolgraag anders had gezien.) Dat de doorsneemuziekliefhebber er bitter weinig van opsteekt, om te beginnen. Want daar gaan we weer: Bob Dylan leerde The Beatles pot roken (zucht). Die van The Who stonden stijf van de amfetamines (geeuw). The Doors haalden hun groepsnaam bij Aldous Huxleys The Doors Of Perception (wat biedt VTM vanavond?).
Het pleit nog wel voor de opsteller dat hij het allemaal netjes op een rij zet. Hoe marihuana tijdens de sixties uit getto en jazzclub losbrak en de onbespoten blanke midden-klasse het woord ‘revolutie’ tussen de groene oren blies. Hoe lsd een verhoogde sensitiviteit teweegbracht die de middelmaat tot Grote Kunst verhief – zie: de wel héél snel rijzende ster van Janis Joplin. Hoe een way of life bij het aanbreken van de seventies een way of death werd, want de man die heroïne en vooral cocaïne dealde, bleek overal een zeis mee te zeulen. Eén keer schuiven we naar het puntje van onze stoel. Hoe harder presidentsvrouwe Nancy Reagan tijdens de eighties op haar beroemde antidrugslogan ‘ just say no‘ hamerde, hoe beter het verderfelijke goedje genaamd crack naar verluidt verkocht. Van bewustzijnsverruiming gesproken.
Maar hoofdzakelijk schuift de auteur dus het ene na het andere platversneden lijntje rockgeschiedenis voor je neus. Tót hij alsnog je klomp weet te breken. En hoe. Wie ooit al in een Thaise bar onder een rokje heeft getast en daar iets voelde wat niet strookte met het plan voor de rest van de avond, kan wellicht ónze verbijstering begrijpen wanneer dhr. George Case plotsklaps, middels een bruuske inhoudelijke overgang (je ziet hem zo zijn gekke bril en slecht zittende pak afgooien en ‘jaja, IK was het al die tijd!’ exclameren), de muffe verzamelnaam ‘classic rock’ begint te verdedigen.
We kennen die types. Alles wat klinkt alsof het grofweg ná 1985 is gemaakt, is drek. Als je gelooft dat je muziek gerust kunt vatten zónder daarbij je bloedbaan te verzieken, behoor je geheid tot de aanhang van Céline Dion. We zijn 217 bladzijden ver, en plots voelen we ons goedkoop en vies. We zouden onze wederhelft op de mouw willen spelden dat we al die tijd met het partijprogramma van CD&V op schoot hebben gezeten, als zij ons tenminste niet te goed kende om daar ooit in te trappen.
Maar goed: komt de dag, dan pakken wij dankzij dit boek tenminste als een méér dan gewaarschuwd man onze koffers voor Pattaya. Euhm, uiteraard in een vólgend leven, schat.
KURT BLONDEEL
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier