BEKENDE MEDEMENSEN VERTELLEN OVER HET CARRIÈREPAD DAT ZICH AANVANKELIJK VOOR HEN UITSTREKTE.

‘Voor Laïs begon te boomen, heb ik twee jaar voor kleuterleidster gestudeerd. De reden daarvoor was simpel: ik mag kinderen heel graag, en ik heb redelijk wat fantasie – zo’n beetje het clichébeeld over kleuterleidsters, hé. Toen ik aan die studie begon, zag ik het heel groots: ik wilde zelf een soort steinerschool oprichten, maar dan nóg beter. De Steinerfilosofie is een heel mooie filosofie maar voor mij soms iets te esthetisch. Ze bieden er de kinderen een prachtige sprookjeswereld aan, maar dan wel te veel op een gouden bordje, waardoor ze minder zelf op zoek gaan naar de creatieveling in zichzelf.

‘Voor een klas staan en optreden: het is allebei een vorm van entertainment. In dat opzicht is er dus wel een overeenkomst met wat ik nu doe. Die kinderen waren toen mijn publiek, maar dan wel een ontzettend moeilijk. Op een concert luisteren de mensen, en heel soms roept er weleens iemand awoert. Maar kinderen zeggen metéén wat ze denken, het zijn misschien wel de meest kritische wezens ter wereld.

‘Achteraf bekeken vind ik het echt heel raar dat ik kleuterleidster wilde worden. Ik ben helemaal niet stressbestendig, en ik ben héél slecht in organiseren – integendeel, ik ben van kindsbeen af enorm druk en chaotisch. Sommige kanten van het juf-zijn zouden me wel liggen, denk ik, maar kinderen hebben ook structuur nodig, en ik heb al amper structuur in mijn eigen leven. (lacht) Als ik nu juffen bezig zie die voor een klas van twintig of dertig peuters staan, vraag ik me af wat me ooit bezield heeft om te denken dat ik dat ooit zou kunnen of willen. Dat bleek ook toen ik tijdens de stages voor de klas stond. De commentaren die ik kreeg waren altijd dezelfde: ‘Je hebt wel gigantisch veel fantasie, en de kinderen amuseren zich rot.’ Maar als het aankwam op structuur brengen, faalde ik altijd.

‘Hoewel ik die keuze voor het onderwijs nu heel bizar vind, viel me dat toen helemaal niet op, ook al omdat de studie op zich interessant leek: zo vond ik kinderpsychologie heel boeiend. Ik heb toen zelfs nog met het idee gespeeld om achteraf verder te studeren: gedragswetenschappen leek me wel iets. Maar in het laatste jaar kwam Laïs op mijn pad, en omdat de groep zo snel doorbrak, viel de muziek al snel niet meer te combineren met mijn studie. Uiteindelijk heb ik die niet afgemaakt. En ook al zeiden ze me toen dat ik het laatste jaar later kon afleggen, voor mij was het meteen duidelijk dat dat niet zou gebeuren, want ik wilde verder met Laïs.

‘Door die opleiding heb ik nu wel ontzettend veel respect voor kleuterleidsters en leerkrachten in het algemeen. Omdat ik weet hoe hard werken het is, en omdat het een enorme verantwoordelijkheid is om andermans kinderen op te voeden. Ik bekijk hun job nu ook heel anders: zo voel ik dat de juf van mijn zoontje dat supergoed doet. De liefste juf is niet per se de beste juf. Dat is de juf die aanvoelt wat je kind nodig heeft en op tijd ingrijpt.

‘Zelf heb ik vroeger heel uiteenlopende juffen gehad: zowel een nonneke als een alternatieve hippiejuf en een conservatieve juf. Het is net boeiend les te krijgen van zulke verschillende karakters. Dat er dan een leerkracht is waar je al eens conflict of ruzie mee hebt, vind ik ook niet zo erg: ook dáár moet je als kind mee leren omgaan, want later kom je dat soort problemen ook tegen.

‘Of die invloed van de studie kleuterjuf nog ergens in doorsijpelt? Ik ben nog altijd heel kinderachtig op het podium, het zit er dus nog altijd een béétje in.’ (lacht)

VOLGENDE KEER

TITUS DE VOOGDT

door Geert Op de Beeck – foto Kaat Pype

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content