ONTDEK DE STER

LUCIA MICARELLI met baardige rootsrocker STEVE EARLE, die in TREME straatmuzikant Harley vertolkt.

Het tweede seizoen van Treme, het HBO-epos over leven en lijden in New Orleans na orkaan Katrina, snijdt nog dieper dan de eerste jaargang. De sleutel? De muziek – wat anders in een stad als deze? Maar wie sepia dixielandjazz verwacht, kunnen we geruststellen: de nieuwe dvd-box zit vol funk, soul, folk en hedendaagse jazz.

Nee, sympathiek kun je de personages van Treme (spreek uit: Tre-méé) niet noemen. Er zitten nogal wat dwarszakken tussen. Verzuurd. Corrupt. Uitgeblust. Lui. Vulgair. Irritant. Maar allemaal, of ze nu kokkin, advocate, trombonist, commissaris, dj of straatmuzikant zijn, hebben ze één ding gemeen. Ze zijn veerkrachtig – en precies dat maakt hen geloofwaardig als protagonisten in een vertelling over de orkaan Katrina die New Orleans in 2005 bijna van de kaart veegde.

Geloofwaardigheid was zonder twijfel de grootste zorg van de bedenkers, David Simon en Eric Overmyer. Hoe vertel je het verhaal van de grootste ramp uit de Amerikaanse geschiedenis en van een stad met zó veel geschiedenis zonder dat de plaatselijke bevolking zich tot een hoopje clichés herleid voelt? Alvast níét zoals regisseur Spike Lee het in 2006 had gedaan met de documentaire When the Levees Broke, een met violen gestutte opsomming van gebeden, beschuldigingen en samenzweringstheorieën. Simon had één ding goed onthouden van zijn vorige werkstuk, de meesterlijke politieserie The Wire: werk zo veel mogelijk met plaatselijke mensen. Hij koos onmiddellijk voor Wendell Pierce, hoofdrolspeler in The Wire én inwoner van The Big Easy, en promoveerde getuigen uit Lees film tot acteur. Het bleek een voltreffer. New Orleans sloot Treme in zijn hart – de serie was niet altijd even flatterend, maar ze was tenminste eerlijk.

En wat is het cement dat de persoonlijke verhalen en de politieke schandalen bij elkaar houdt? De muziek, die in de serie zoveel ruimte krijgt dat je ze als een apart personage kunt beschouwen. Ook dat had grondig fout kunnen lopen. Want was New Orleans niet de geboorteplaats van de jazz – en dan vooral dixieland, die springerige variant met een vast repertoire, strooien hoedjes en stoombootromantiek die op braderieën nog altijd in trek is?

Wel, ja en nee. Jazeker, de Crescent City was de bakermat waar pianisten als Jelly Roll Morton, trombonisten als Kid Ory en cornettisten als Buddy Bolden, Louis Armstrong en Joe Oliver de jazz kneedden tot wat we vandaag kennen. En het is erg goed dat die traditie bewaard en geëerd wordt. Maar het belang van de stad in de hedendaagse jazz? Zoals pianist Jason Moran na Katrina aan Knack Focus vertelde: ‘Hoezó, hoe moet het nu met de jazz in New Orleans? Welke jazz? Hoe is het gesteld met de jazz in New York, Amsterdam en Parijs – die vraag lijkt me veel relevanter.’

In díé val wilden Simon en Overmyer vooral niet trappen. Het moest anders, frisser, heter, meer eclectisch – zoals de stad zelf. ‘New Orleans is de stad waar platenproducers naartoe gaan wanneer ze denken: let’s get some great musicians for cheap‘, zegt producer Nile Rodgers. De concurrentie in de clubs is er moordend, en er is van alles wat – en nog het liefst tegelijkertijd. Blazers en grooves zijn er de klassieke fond, de bovenbouw kan alle kanten uit gaan. Zo krijg je in de serie flinke happen funk met trompettist Kermit – u hoeft het echt niet te vragen: die bestaat echt. Kermit Ruffins groeide op in de wijk Treme, richtte begin jaren tachtig de Rebirth Brass Band op, had met The Barbecue Swingers een klassieke jazzband en speelde de voorbije decennia op honderden begrafenissen. Wat dacht u van Shorty – in het echte leven Troy ‘Trombone Shorty’ Andrews, een beest op de trombone, begin dit jaar al in de jazzrubriek van Knack Focus? Hevige funk en soul zijn zijn handelsmerk, wat hem een plekje in Lenny Kravitz’ band opleverde. Ook present: Irma Thomas, de ‘Soul Queen of New Orleans’, die Time Is on My Side opnam nog voor The Rolling Stones dat deden – kun je nagaan hoeveel time er al over is gegaan. Folk? Aflevering na aflevering is het genieten van rootsrocker Steve Earle in de rol van straatmuzikant Harley, een van de enige personages die je niet met een gevoel van bitterheid opzadelen. En dan is er nog de stoet van muzikanten die gewoon zichzelf spelen. In het eerste seizoen kreeg u zo pianist Allen Toussaint, songwriter Elvis Costello en zangeres Cassandra Wilson; deze keer gaat het van Miles Davis-bassist Ron Carter via de jonge trompettist Christian Scott tot de monumenten Dr. John en John Hiatt. Muziekliefhebbers die een paar avonden op rij willen quizzen, hoeven de deur niet meer uit. De muzikale gids DJ Davis is de Herman Van Molle van dienst.

DE HOED EN DE PLUIMEN

Geen jazz dan? Toch wel – en Simon en Overmyer verdienen een gedenkplaatje op Congo Square voor de manier waarop ze het aanpakten. Alles draait om het nevenpersonage Delmond Lambreaux (vertolkt door Rob Brown), een jong trompettalent dat matig succes kent in New Yorkse clubs als Dizzy’s en The Blue Note. Stilaan ontdekt hij de interviewopnames van pianist Jelly Roll Morton ( zie kader), die vertelt over het leven in het New Orleans van voor WO I. Dat leidt tot een catharsis, en tot een van de fraaiste hersenkronkels van de laatste jaren. De scène: Delmond zit aan de toog met zijn saxofonist Donald. Hij heeft een groot plan: de melodieën van de moderne jazz combineren met de ritmes van de Mardi Gras-indianen, en zijn vader – een zwart indianenopperhoofd – wordt de groepsleider. Waarop Donald: ‘Waarom heeft niemand hier eerder aan gedacht?’

Donald, moet u dan weten, is Donald Harrison Jr. In 1991 bracht hij samen met Dr. John de elpee Indian Blues uit, een fantastische mix van jazz met indiaanse Mardi Gras-thema’s. De man is… Big Chief of the Congo Nation Afro-New Orleans Cultural Group. (Die traditie van Afro-Amerikanen die zich uitdossen in enorme indiaanse pakken vol parels en kleurige veren gaat terug tot de jaren 1740, toen West-Afrikaanse slaven in New Orleans trouwden met indiaanse slavinnen. Sinds het midden van de 19e eeuw paraderen de tribes door de stad, wat tot 1960 tot bloedige afrekeningen tussen de stammen leidde.)

Of hoe een subplot eigenlijk de ware biografie van een figurant is die het overkoepelende thema van Treme – hoe ga je als gemeenschap om met erfgoed, verlies en heropbouw – samenvat.

In de grootschalige documentairereeks Ken Burns’ Jazz bezong trompettist Wynton Marsalis de kindertijd van Louis Armstrong in een wijk van New Orleans die zo gewelddadig was dat ze The Battlefield werd genoemd. Marsalis: ‘Louis kende in New Orleans de honger, de armoe, de messengevechten en de schietpartijen. Maar hij zag niet alleen het cliché van die kant van het leven – ‘oh, wat erg!’ Hij zag het hele plaatje. Hij zag de humor ervan, de schoonheid ervan, de lelijkheid ervan. En hij begreep het allemaal.’

Hij had het net zo goed over Treme kunnen hebben.

TREME – SEIZOEN 2

Uit bij Warner Home Video

DOOR BART CORNAND

OPNIEUW SPEELT EEN HELE STOET MUZIKANTEN, ONDER WIE DR. JOHN EN JOHN HIATT, GEWOON ZICHZELF IN TREME. IDEAAL QUIZVOER VOOR MUZIEKLIEFHEBBERS.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content