Aan al diegenen die dachten dat de eerste twee platen van Muse bizar waren: you ain’t heard nothing yet! Want nieuwe cd ‘Absolution’ klinkt nog gekker. Is die vergelijking met Queen dan toch niet uit de lucht gegrepen?
Absolution
Uit bij PIAS.
In concert: 7/11 Vorst-Nationaal, Brussel.
Ze hadden ons Abba-melodieën beloofd, maar wat Muse nu gebaard heeft, is zo mogelijk nóg eigenaardiger dan debuut Showbiz en het hoog scorende Origin Of Symmetry. Absolution is heftig en dreigend – het trio neemt voor het eerst politieke standpunten in -, maar dolt tegelijk met opera en camp. Alsof Klaus Nomi een metalplaat heeft gemaakt. Matthew Bellamy (zang/gitaar/piano), Chris Wolstenholme (bas) en Dominic Howard (drums) zijn het gewend als buitenbeentjes door het leven te gaan. In het Britse kuststadje Teignmouth werden ze al als weirdo’s beschouwd. Bellamy was als jong gastje met een ouija board (een letterplank, gebruikt bij spiritistische séances) in de weer, terwijl zijn schoolvrienden met drugs en kleine criminaliteit flirtten. Afgaand op dat karwiel dat voor drumstel moet doorgaan en die 68 zangpartijen bovenop elkaar die je op het nieuwe album kunt horen, is de conclusie eenvoudig: ze zijn dezelfde kwieten gebleven, ze hebben alleen hun horizon verbreed.
Toen je twee jaar geleden gevraagd werd waarom je Nina Simone’s ‘Feeling Good’ coverde, antwoordde je dat Muse een positievere koers wou varen in de toekomst. En hoe heet de eerste song van de nieuwe cd? ‘Apocalypse Please’. Wat is er misgelopen, Matthew?
Matthew Bellamy: Een aantal gebeurtenissen tijdens het schrijfproces, zoals de oorlog in Irak, heeft de stemming van de plaat doen omslaan. Tegelijk ben ik gaan inzien dat je moet genieten van de eenvoudigste dingen in het leven. Daarom dat je op Absolution naast vrij pessimistische songs ook liedjes vindt die op een spirituele manier positief zijn.
In ‘Apocalypse Please’ zing je: ’this is the end of the world’. Dat lijkt me zo’n regel die je impulsief, aangegrepen door de actualiteit, neerpent. Bestaat het gevaar niet dat dit binnen enkele jaren pathetisch overkomt?
Bellamy: Dat gevaar is reëel. Als je ergens op terugkijkt, is er altijd wel iets waar je tenen van gaan krullen. Maar ik vind niet dat die projectie je ervan moet weerhouden je gevoelens te laten spreken. Voor mij staat songschrijven gelijk aan expressie. Ik zie mezelf geen verhaaltjes vertellen. Apocalypse Please is geboren uit angst voor extreem religieuze mensen. Ik heb niets tegen godsdienst, integendeel, maar het is wel schrikbarend te zien hoe het geloof vaak wordt misbruikt.
In ‘Thoughts Of A Dying Atheist’ haal je je stokpaardje weer boven: doodsangst en hoe je daar als atheïst mee omgaat.
Bellamy: Ik vermoed dat niet-gelovige mensen als ik makkelijker aan doodsangst ten prooi vallen. Zij willen alles wetenschappelijk verklaard zien. Daarom kunnen zij de dood moeilijk accepteren wanneer ze er uiteindelijk oog in oog mee staan. Vroeger waren angst en paranoia mijn favoriete thema’s, maar ik voel me sterker nu. Op persoonlijk vlak ben ik meer tot rust gekomen, al kan ik me nog altijd behoorlijk opwinden over de toestand in de wereld.
Tijdens de oorlog in Irak zei je in een interview: ‘Tony Blair is licking president Bush’s arse’. Veel reacties op gehad?
Bellamy: Toch niet. De meeste Engelsen die ik sprak, waren het met me eens. Ik geloof dat de vredesmanifestaties in Groot-Brittannië de grootste ter wereld waren. We mixten Absolution af in Los Angeles en het was interessant om te merken hoe de oorlog daar vanuit een ander perspectief werd bekeken. In de VS werd het protest doodgezwegen.
Dominic Howard: De berichtgeving was er héél eenzijdig.
Bellamy: De Amerikaanse vlag wapperde ook steevast achter de rug van de nieuwslezer. De regering twijfelde er geen moment aan dat het volk als één man achter haar stond.
Toen jullie in Amerika doorbraken, was er even sprake van dat jullie tijdelijk naar daar zouden verhuizen.
Chris Wolstenholme: Matthew had het wilde idee om elk half jaar naar een andere stad te verkassen.
Bellamy: Als je lang op tournee bent, verlies je elke connectie met het thuisfront. Dus redeneerde ik: als je toch geen echte thuis meer hebt, waarom zou je dan niet on the move blíjven? Een dwaze gedachte, want toen ik uiteindelijk in Londen een nest vond, besefte ik dat ik wellicht Engelser ben dan ik wilde toegeven. In Londen hebben we nu een pakhuis waar we ongestoord kunnen repeteren.
In Amerika speelden jullie in het voorprogramma van Foo Fighters. Nadien zei je dat dagelijks de smoel van Nirvanaheld Dave Grohl zien behoorlijk demystificerend werkt. Is dat niet spijtig?
Bellamy: De mensen maken te weinig het onderscheid tussen de rockster en wie iemand wérkelijk is. Ik ben me te veel van dat verschil bewust om in de mythes rond muzikanten te kunnen geloven. Wat niet wegneemt dat ik vaak onder de indruk ben, als ik een held ontmoet. Dat iemand als Dave Grohl geen kapsones heeft, dwingt respect af.
Nu we het toch over imago hebben: wat is het grootste misverstand over jullie?
Bellamy: Dat we arrogant zijn. Ik ben een vat vol twijfels. Ik heb de muziek trouwens nodig om met mijn onzekerheden om te gaan. Op het podium lijk ik soms extreem zelfverzekerd en agressief, maar dat wil nog niet zeggen dat ik écht een driftkikker ben.
Verniel je nog wel eens materiaal op het podium?
Bellamy: Op het podium niet meer, nee. (lacht)
Wolstenholme: Tijdens onze laatste tournee zijn de destructieaanvallen van Matthew gestopt.
Bellamy: We hadden lang de neiging om concerten op a nasty note te eindigen. Die aandrang voel je nogal snel als het optreden niet helemaal vlot verlopen is. Op de laatste tournee hebben we bewust een positief einde gezocht. Bliss is daar het uitgelezen nummer voor: het spreekt het publiek rechtstreeks aan en het is een manier om dank u te zeggen.
De regel ‘I think our lives have just begun’ in ‘Falling Away From You’, slaat die op het gegeven dat jullie uit een onooglijk stadje komen en de jongste vier jaar méér hebben beleefd dan de twintig jaar voordien?
Bellamy: Ik heb nu pas het gevoel dat ik lééf. Op ons debuut hoor je naïeve kerels uit een miezerig stadje. Nadien zijn we meer gaan reizen. Daarvan vind je de weerslag op de tweede plaat. Origin Of Symmetry stond in het teken van onze verwarring: we waren als mens volop aan het veranderen en konden nog niet goed uitmaken wie we nu exact waren en waar we naartoe wilden. Nadat we op het Reading festival hadden gespeeld, een voorlopig hoogtepunt, wilden we terug naar de sfeer van de begindagen. We namen een viertal maanden lang geen enkele boeking aan en sloten ons op in ons pakhuis. Het was een bewuste zet, omdat we wilden dat ons leven weer ons werk zou voeden. Als je constant op tournee bent, zijn het gedoe van de muziekbizz en het reizen te bepalend voor wat je schrijft.
Ik las dat jullie voor ‘Absolution’ ‘veldopnames’ deden. Dat vraagt om meer uitleg.
Howard: We verschansten ons in een grote boerderij in Ierland. Op een gegeven moment sleepten we de drums buiten en stelden we ze op in een zwembad. Dat gaf een geweldige, vibrerende klank.
Wat is het allervreemdste geluid op de cd?
Bellamy: In Falling Away With You zit een Japanse steeldrum die eruitziet als een vliegende schotel.
Jullie werden al dehedendaagse Queen genoemd. Hoe groot was jullie verbazing toen gitarist Brian May op jullie afstapte om te bekennen dat hij een fan is?
Bellamy: Redelijk groot toch. We maakten ons klaar voor wat ons grootste indoor-concert tot dan toe was, in Londen voor 12.000 man. Ik was bloednerveus. Plots ging de deur van de kleedkamer open en wandelde Brian binnen om te zeggen dat hij ons werk apprecieerde. Het heeft niet geholpen om mijn zenuwen te temperen, maar het was een mooi gebaar.
Howard: En al leek het een anonieme massa, elke keer dat ik in de zaal keek, zag ik die weelderige krullenbol van Brian May. That put me off a few times(lacht).
Je hebt, net als Freddie Mercury destijds, verschillende vocalen over elkaar geplakt op ‘Absolution’.
Bellamy: Op Butterflies And Hurricanes en Blackout hebben we 68 zangpartijen op elkaar gestapeld om een krachtig kooreffect te creëren.
Is het dan raar dat je soms het verwijt krijgt pretentieus te zijn?
Bellamy: Vinden mensen die zoiets beweren alle klassieke muziek dan ook pretentieus? Misschien willen ze suggereren dat ik geen verstand zou hebben van klassiek. Fair enough. Het zou van weinig respect voor klassieke muzikanten getuigen als ik beweerde die muziek volkomen te doorgronden. Maar ik hou nu eenmaal van de romantische werken van Debussy en Berlioz. Die overstijgen het ondermaanse. Bach zag zichzelf niet voor niets als een componist die voor God werkte. Zoiets is tegenwoordig ondenkbaar. Omdat het moeilijk te beoordelen is welke popmuziek nog honderd of tweehonderd jaar zal overleven, grijp ik graag terug naar klassieke elementen. Omdat die muziek de tand des tijds heeft doorstaan, moét ze wel iets te vertellen hebben over de mensheid.
Door Peter Van Dyck
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier