Na jaren van pijnlijke stilte knoopt het VRT-magazine Panorama eindelijk weer aan bij de hoogdagen van de jaren 80. Met snedige onderzoeksreportages over onder meer de schandaalpers, de voetbalfraude en obscure drugssmokkel naar Georgië doet de eigen ploeg weer van zich spreken. Maak kennis met de opvolgers van Paul Muys, Paul Jambers en William Van Laeken.
Hoewel we ons nauwelijks kunnen inbeelden dat hij ooit het hoofd heeft laten hangen, loopt William Van Laeken er de jongste maanden opvallend opgewekt bij. Als laatste overlevende van de legendarische ploeg met Paul Muys, Paul Jambers, Dirk Tieleman, Alain Coninx en Johan De Poortere hield hij, met strenge blik en kritische toon, de herinnering aan het roemruchte Panorama-verleden levendig – ook al moest hij zich daarbij veelal beperken tot het selecteren van (het kruim van de) buitenlandse documentaires.
Maar sinds de vernieuwing van Canvas is onderzoeksjournalistiek weer toegelaten bij de VRT. Met gepaste trots kondigt Van Laeken maandelijks eigen reportages aan, die naar aloude Panorama-traditie potten breken. En als een echte peetvader springt hij ook in de bres voor zijn kids wanneer ze onder vuur komen te liggen, zoals bij de voetbalfraude. Maar wie zijn die jonge wolven eigenlijk?
Wim Van den Eynde, die al meewerkte aan het merendeel van de nieuwe Panorama’s, bijt zich momenteel vast in de wereld van de Antwerpse huisjesmelkers. Hij doet dat samen met Indra Dewitte, TerZake-journaliste die op een blauwe maandag nog Koppen heeft gepresenteerd. Voor hun reportages zijn de twee zeven dagen op zeven samen als bezeten in de weer. Enthousiast vertellen ze hoe Indra even voor onze ontmoeting nog vermomd ging in kleren die u en ik meegeven met de spullenhulp, om zich undercover te laten afzetten door een huisjesmelker. Als ze voor de zoveelste keer unisono antwoorden op onze vragen, lacht ze: ‘We beginnen al synchroon te spreken, waar gaat dat eindigen?’
Keken jullie vroeger op naar de helden van ‘Panorama’?
Wim Van den Eynde: Absoluut. Panorama, dat was als student wekelijks verplichte kost. Mijn grootste held was William Van Laeken, één die op zijn sokkel is blijven staan. En uitgerekend met hem mag ik nu samenwerken. Iemand als hij zou er op elke redactie moeten zijn, hij kan heel goed dilemma’s inschatten.
Indra Dewitte: Mijn bewondering ging vooral uit naar Paul Muys. Ik vond het schitterend hoe hij op het einde van ieder programma brieven van kijkers voorlas en er op reageerde. Interactieve televisie avant la lettre. Vlak voor ik ging studeren, ben ik zelfs bij hem te rade gegaan om te vragen wat ik moest studeren om journalist te worden. ‘Doe wat je wil, en doe het vooral goed’, klonk zijn devies.
In de jaren 80 stond de ploeg van ‘Panorama’ bekend als een hecht blok van harde onderzoeksjournalisten. Al heerste er volgens William Van Laeken ook wel naijver binnen de equipe. Hoe zit dat bij de nieuwe generatie?
Van den Eynde: Nu gaat het er toch heel anders toe. Al is het maar omdat we momenteel in een experimenteerjaar zitten. Er is geen vaste Panorama-ploeg meer, maar een kleine kern van vaste mensen, zoals William en ik, die afwisselend met andere mensen werken. Aan het merendeel van de nieuwe reportages heb ik meegewerkt, en iedere keer was dat met andere mensen. Tot nu toe is die samenwerking altijd vlot verlopen. Dat moet ook wel, want er staat veel op het spel: van deze reportages hangt de toekomst van Panorama af.
Dewitte: Panorama leeft ook echt op de nieuwsdienst. Rond William heb je al jaren zo’n los groepje jonge mensen, zoals ik, die zich graag aan het langere werk zouden wagen. Voor TerZake had ik al enkele korte reportages gemaakt over de Antwerpse huisjesmelkers. Dat ik dat nu meer mag uitdiepen, vervult me met trots: ‘Ik mag Panorama maken.’ Zo’n kans wil je niet verknallen.
Van den Eynde: Wat zeker nieuw is vergeleken met vroeger, is dat we veel meer rekening moeten houden met budget, tijd en het aantal mensen dat wordt ingezet. Wat dat betreft leren we momenteel met vallen en opstaan rationeler en productiever werken. Onderzoeksjournalistiek is tasten in het duister, en soms mislukt de helft van je reportage. Da’s heel frustrerend, maar je moet dat leren los te laten.
Het grootste verschil met zijn generatie is volgens Van Laeken dat jullie veel meer technisch onderlegd zijn. Soms ogen de beelden als filmscènes.
Van den Eynde: De tijden zijn veranderd: er zijn veel zenders en de mensen zappen vlugger weg. Om de drie minuten moet er iets gebeuren, en daarvoor zorg je met montage- en verteltechnieken. Ik heb leren filmen bij Man bijt Hond. Maar bij Panorama kan je onmogelijk de invloed van regisseur Mark De Visscher onderschatten. Een groot talent, iemand die met montage en muziek beelden van de politie tot pure Pulp Fiction kan omtoveren, bij wijze van spreken.
De oude ‘Panorama’-ploeg zorgde geregeld voor deining. Willen jullie evenveel impact hebben?
Van den Eynde: Voor ons is dat eerder mooi meegenomen. Het is in de eerste plaats onze job om te informeren, en de verhalen op zich te doen spreken. Impact hebben mag je niet als doel op zich stellen, want dan verglijd je nogal makkelijk naar sensatie en het najagen van effect. Het moet relevant blijven.
Dewitte: Maar anderzijds denk ik dat je als journalist nooit ‘foert’ zegt. Je wil iets in beweging brengen.
‘Panorama’ haalde de afgelopen maanden regelmatig het nieuws. Dat laat je toch niet koud?
Dewitte: Natuurlijk niet. We blijven nieuwsmensen. We zijn geen zuivere reportagemakers.
Van den Eynde: Het doel van Panorama is ook dingen op de agenda te plaatsen. Denk maar aan onze reportage over Subutex, het relatief onbekende vervangmiddel voor heroïne dat bij ons legaal verkrijgbaar is, maar na smokkel voor grof geld als gevaarlijke drug gedeald wordt in Georgië. Vrijwel niemand kende dit probleem, maar ondertussen zijn er parlementaire vragen over gesteld en heeft een Antwerpse rechercheur zich in de zaak vastgebeten.
Van Laeken en co hadden destijds de reputatie van onvermurwbare speurhonden. Is het voor jullie, nu ‘Panorama’ zo lang heeft stilgelegen, moeilijker werken of net makkelijker door de anonimiteit?
Dewitte: Ze stonden ook bekend als eerlijke journalisten. Wij stuiten vandaag op heel wat wantrouwen. Veel mensen beschouwen een journalist als een persmuskiet. Anonimiteit helpt dus niet, integendeel: de vage herinnering aan Panorama van vroeger is soms nog een hulp.
Van den Eynde: Het kwaliteitslabel dat Panorama nog altijd is, geeft je een hoop krediet. We hebben de voorbije maanden een goede start genomen. Daar moeten we op doorgaan zodat we weer een referentie worden. Dat zou fantastisch zijn.
Onderzoeksjournalistiek wordt gezien als het summum van journalistiek, een nog zelden beoefende en heldhaftige vorm van nieuwsjagerij. Hoe romantisch is het om dag en nacht een zaak uit te spitten?
Dewitte: Het heeft wel iets om helemaal in een reportage op te gaan, soms tot twintig uur van de dag. Het nadeel is dat ik de eerste schooldag van mijn dochtertje niet heb kunnen meemaken.
Van den Eynde: Je kan nog echt je tijd nemen om info te verzamelen, en om het vertrouwen van de mensen te winnen. In plaats van ze te intimideren door binnen te vallen met een cameraploeg, kan je gewoon in je eentje met ze gaan praten. En je kan ze ook de tijd geven om iets uit te leggen, terwijl ze in het Journaal nauwelijks nog hun das recht kunnen trekken.
Enige tijd geleden kreeg Telefacts de wind van voren. Om de gaten in de beveiliging tijdens een Europese top in Brussel aan te tonen, moest een journaliste met een neppistool tot bij Jacques Chirac geraken. Zouden jullie zo ver gaan?
Van den Eynde: Ik ben blij dat ook VTM aan onderzoeksjournalistiek doet. Maar het mag geen stuntjournalistiek worden. Je moet je afvragen wat je wil aantonen, en wat het maatschappelijk nut ervan is. Toen Telefacts vorig jaar semtex binnensmokkelde op de luchthaven, vond ik dat een heel relevante reportage over onze veiligheid. Maar de beveiliging van staatshoofden, is dat echt een maatschappelijk probleem? En hoe ver wil je dat onze overheid gaat in beveiliging?
Onderzoeksjournalistiek houdt risico’s in.Huisjesmelkers zijn geen koorknapen. Indra, zou jij je leven wagen voor een goede reportage?
Dewitte: Ik ben een jonge mama, dus nee. Maar ik weet hoe ver ik kan gaan. Ik durf wel eens risico’s nemen, maar alleen als het echt nodig is.
De nieuwe ‘Panorama’ heeft ook al kritiek gekregen. Bij de voetbalfraude zou de bewijslast nogal dunnetjes zijn geweest.
Dewitte: Met die reportage had ik niets te maken, dus kan ik objectief zijn: (fel) dat was géén gebakken lucht. Ze hebben aangetoond dat dat zaakje stonk, ze hebben de beerput opengetrokken. Ondertussen is ook bewezen dat ze juist zaten, en dat voelde je al terwijl je keek.
Van den Eynde: Die Panorama is ook een keerpunt in de zaak geweest die de etterbuil deed openbarsten.
De makers ervan kregen klachten aan hun broek. Is dat kicken voor een journalist?
Van den Eynde: Da’s geen doel op zich. Ik heb iets gelijkaardigs meegemaakt met mijn reportage over de ziekenhuisbacterie. Het ziekenhuis waar ik die beschimmelde operatiezaal heb gefilmd, schreeuwde eerst moord en brand, en dreigde met een klacht. Maar daar heb ik niets meer van gehoord, wat toch wil zeggen dat ze niet anders kunnen dan je gelijk geven. Dát is kicken.
‘Panorama’ bestond vroeger uit persoonlijkheden zoals Paul Jambers, om er één te noemen. Gaan die ook bij de nieuwe generatie de kop opsteken?
Van den Eynde: IJdelheid is niemand vreemd, maar ik kan je alvast beloven dat er nooit een programma komt dat Van den Eynde zal heten. Ik denk dat de kans op egotripperij beperkt is, vanwege de wisselende structuur. En het feit dat we in het zondagse schaduwhoekje van Canvas zitten, tempert ook de vedette-allures. Voor mij hoeft een terugkeer van Panorama naar één dus niet zo nodig. Al ben ik zeker dat we een breder publiek kunnen bereiken, wat met de Panorama over de voetbalfraude ook gebleken is.
De balans is tot nu toe positief. Wat zouden jullie in ruil voor een volgend seizoen willen vragen aan de VRT-directie?
Van den Eynde: Ik zou toch pleiten voor een grotere vaste ploeg. De afgelopen maanden zijn wellicht de boeiendste van mijn loopbaan geweest, maar ik zit nu echt op mijn tandvlees en tel af naar de vakantie. De maandelijkse frequentie zou ik behouden, het is zo al zwaar genoeg.
Dewitte: Voor mij is dit nog maar mijn eerste Panorama, ik ben nog fris. Maar als ik zie hoe Wim er soms door zit, denk ik: ‘Ocharme, da menneke’. De volgende stap is wellicht dat ik zelfgebakken koekjes voor hem meebreng. (lacht)
PANORAMA: ELKE ZONDAG OM 20.10 – CANVAS. DE REPORTAGE OVER DE HUISJESMELKERS WORDT UITGEZONDEN OP 7 MEI.
Door Hans Van Goethem l FOTO’s KOEN BAUTERS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier