‘ONDERSCHAT HET BELANG VAN WATERDICHTE SCHOENEN NIET’

Na een liefdesbreuk en vijf jaar – relatieve – stilte is Dirty Projectors terug, of beter: Dave Longstreth is terug, helemaal alleen. En voorlopig zul je hem niet horen zingen over wolken die voorbijdrijven. ‘Mijn land ligt onder vuur.’

Dave Longstreth gaat solo. Of toch niet. Dirty Projectors, een van die indiebands die aan het eind van het vorige decennium vanuit New York van zich lieten horen, is altijd zijn geesteskind geweest. Longstreths eerste album, The Graceful Fallen Mango (2002), verscheen onder zijn eigen naam. Vanaf The Glad Fact (2003) hanteerde hij het pseudoniem Dirty Projectors, maar het bleef een onemanshow. Tot Rise Above (2007), de plaat waarop Longstreth zijn persoonlijke interpretatie gaf van Damaged, het debuut van punkband Black Flag uit 1981. Voor het eerst is de stem te horen van Amber Coffman – u kent haar ook van de Major Lazer-hit Get Free – die samen met Angel Deradoorian het toekomstige geluid van Dirty Projectors vorm zal geven. En het hart van Longstreth stelen.

‘Een band zo slim, zo goed in dat specifieke ding dat ze doen dat het moeilijk kan zijn om van hen te houden’, zo omschreef Pitchfork de groep ten tijde van Bitte Orca (2009), het album waarop Longstreth zijn invloeden uit modern klassiek en avant-garde toegankelijk maakte met elementen uit r&b, afropop en folkrock. De nadrukkelijke harmonieën van Coffman en Deradoorian daarop noemt Longstreth ‘nieuwe bloemen, een andere soort in het boeket van de Dirty Projectors-sound’.

Nog voor de release van opvolger Swing Lo Magellan (2012) opteert Angel Deradoorian voor een solocarrière. Wanneer ook zijn relatie met Coffman op de klippen loopt, is Longstreth terug bij af. Na vijf jaar bijspringen op andermans platen – arrangementen voor Joanna Newsom, knoppen bij Solange – snijdt Longstreth op het nieuwe, titelloze album andermaal een nieuw hoofdstuk aan en blikt hij terug op de vorige. De eerste zinnen van openingstrack Keep Your Name zijn meteen duidelijk: ‘I don’t know why you abonded me / You were my soul and my partner.’

DAVE LONGSTRETH: Keep Your Name is een van de eerste stukken die ik voor dit album schreef, de song eigenlijk die me deed inzien dat alle dingetjes waar ik op mezelf mee bezig was een album kónden zijn. Het heeft lang geduurd voor ik dat kon aanvaarden. Dat het nu de eerste song op de plaat is, is dus niet meer dan logisch.

Blijkbaar was het producer Rick Rubin die je tijdens een ontmoeting in LA aan die titel hielp: ‘Keep your name’ was een van zijn adviezen. Je hebt dus getwijfeld om verder te gaan als Dirty Projectors?

LONGSTRETH: O ja, absoluut! Dirty Projectors is altijd vloeibaar geweest, iets dat gelijk welke vorm kon aannemen, naargelang de richting die de muziek op ging. Pas gaandeweg is er een stabiele kern van vaste leden ontstaan, waardoor het leek alsof er met de vorige plaat echt een einde was gekomen, niet alleen aan de naam maar ook aan de geest van Dirty Projectors. Terwijl ik me op andere dingen concentreerde, liet ik af en toe de dingetjes waar ik aan werkte horen aan mensen zoals Rick Rubin, mijn goede vriend Ezra Koenig van Vampire Weekend, Solange en mijn broer. Hij was het die op een dag zei: ‘Begrijp ik het goed? Ik krijg bij deze muziek het gevoel dat je stilististisch een scherpe bocht maakt? Serieus?’ (lacht) Waarmee hij me subtiel op het feit wees dat ik een hele carrière heb gebouwd op stilistische bochten.

Keep Your Name moet de eerste song ooit zijn die een romantische breuk beschrijft aan de hand van auteur en activiste Naomi Klein en Kiss-boegbeeld Gene Simmons: ‘Your heart is saying clothing line / My body said Naomi Klein, ‘No Logo’ / We shared kisses and visions / But like Kiss’ shithead Gene Simmons said / ‘A band is a brand’, and it looks that our vision is dissonant.’

LONGSTRETH: Je gaat er nu van uit dat ik het over mijn breuk met Amber heb. Ik snap waarom, maar niet elke ‘I’ en elke ‘you’ op de plaat gaat over mij of mensen uit mijn omgeving. Net zoals veel rappers tegenwoordig in hun teksten doen, speel ik met verschillende tegengestelde personages en ideeën. ‘You’ kan evengoed ikzelf zijn, of een andere, oudere of jongere versie van mezelf. Tegenspraak en dialectiek zijn zowat de centrale thema’s in de teksten. Verder heeft Mijn strijd, de boekenreeks van Karl Ove Knausgård, me zwaar geraakt, vooral dan de vrije, ongefilterde manier waarop hij zijn bewustzijn downloadt in dat boek.

En voor alle duidelijkheid: je bent geen fan van Kiss?

LONGSTRETH: Toen ik Gene Simmons in een interview die zin hoorde zeggen, moest ik bijna kotsen. Serieus: fuck you, Gene Simmons! Ik wil gerust nadenken en discussiëren over hoeveel rek er op het begrip ‘groep’ zit, maar een band is niet automatisch a brand. Dat soort logica, dat alles een merk is of kan zijn, wordt ons al genoeg door de strot geramd, het laatste wat we nodig hebben, is dat muzikanten het zelf verkondigen.

In Up in Hudson vernoem je Kanye West, met wie je hebt gewerkt aan FourFiveSeconds, zijn nummer met Paul McCartney en Rihanna. Hoor ik zijn invloed ook doorschemeren op tracks als That Spiral?

LONGSTRETH: Kanye heeft Dirty Projectors al veel eerder beïnvloed, voordat ik de kans kreeg om met hem te werken.

Die tegenspraak en dialectiek waar ik het net over had, vind je constant terug bij Kanye, in zijn muziek, in zijn video’s. Iets heel intiems en persoonlijks kan bij hem ook iets grandioos en buitensporigs zijn. Hij lijkt geen maat te kennen, groot en klein zijn compleet inwisselbaar. Dat vind ik zeer interessant. Kanye-albums als 808s & Heartbreak (2008) en vooral My Beautiful Dark Twisted Fantasy (2010) hebben mijn manier van muziek benaderen erg beïnvloed. Het was verfrissend en leerrijk om hem aan het werk te zien, want wat je verder ook denkt over Kanye, het minste dat je kunt zeggen is dat hij enorm toegewijd is. Dat kan ik trouwens van álle mensen zeggen met wie ik de voorbij jaren heb samengewerkt: van de Tunesische rocker Bombino, wiens album Azel ik geproduced heb, tot perfectionisten als Solange en Joanna Newsom. Zonder die mensen zou ik dit album niet gemaakt hebben.

Je hebt met Solange aan haar album A Seat at the Table gewerkt. Zij schreef mee aan jouw song Cool Your Heart, maar de stem daarop is dan weer van Dawn Richard. Je wilde geen ronkende namen in je tracklist?

LONGSTRETH: Solange heeft zelf voorgesteld om Dawn te vragen, waar ik haar zeer dankbaar voor ben: straffe artieste. Bovendien: het heeft er even naar uitgezien dat A Seat at the Table en mijn plaat ongeveer tegelijk zouden verschijnen. Zelfs maar een klein beetje aandacht van haar album afsnoepen zou het statement dat ze maakt oneer hebben aangedaan.

Ook jij hebt onlangs een statement gemaakt: op de dag dat Trump werd ingewijd als Amerikaans president, tekende je met Dirty Projectors present op een antifascistisch event in Washington DC. Zit er ook een politieke dimensie aan Dirty Projectors?

LONGSTRETH: Je kunt niet anders dan vaststellen dat zelfs liefde en andere algemeen erkende menselijke emoties gepolitiseerd raken onder het presidentschap van Trump. Hij zat nog maar pas in het Witte Huis of mensen in de VS, en over de hele wereld, kwamen op straat om in het teken van liefde, broederschap en individualiteit te protesteren. Er zit geen poëzie in die man, geen enkele schoonheid in zijn ideeën.

Op 5 januari verscheen de single Little Bubble, vijf dagen later hield Obama zijn afscheidsspeech, waarin hij het had over je opsluiten in je eigen bubbel en hoe dat een gevaar is voor de democratie. Straffe timing.

LONGSTRETH: Zo zie je maar: in deze vreemde tijden kan een liefdesliedje een protestsong blijken. Vreselijke vaststelling, eigenlijk. En het ís tegenwoordig, zoals Obama zei, zó gemakkelijk en verleidelijk om je terug te trekken in een bubbel. Er lijken steeds minder ramen te zitten tussen verschillende ideeën, gevoelens en meningen. In die zin was de Women’s March in Washington een mooi, bemoedigend moment. Niet alleen bleken er wel degelijk ramen te zitten tussen al die verschillende werelden die er vertegenwoordigd waren, de mensen bleken ook bereid om uit hun bubbel te stappen en op straat te komen. Nu maar hopen dat dit het begin is van een brede, gemotiveerde beweging die actief in het verzet gaat tegen deze regering.

Ik heb de indruk dat muzikanten meer dan ooit bereid zijn hun steentje bij te dragen. De statements vliegen je om de oren.

LONGSTRETH: Er zit niks anders op. Ik kan me niet voorstellen dat de muziek die ik de komende tijden ga maken niet geëngageerd zal zijn. Hopelijk kan ik ooit nog liedjes schrijven over de wolken die voorbijdrijven, maar voorlopig is dat geen optie. Mijn land ligt onder vuur, weet je wel?

Hoe bedoel je?

LONGSTRETH: Elke aanval op mensen in mijn land vanwege hun geloof of overtuiging – of dat nu is door ze de toegang te ontzeggen of door ze zich verplicht te laten registreren – is een aanval op mij, op mijn manier van Amerikaan zijn, mijn Amerika.

Daarnet zei je iets over je ‘oudere zelf’. Wat zou je zeggen tegen je vijftien jaar jongere zelf, de Dave Longstreth die in 2002 The Graceful Fallen Mango maakte?

LONGSTRETH: (denkt) Leer sneller het belang van waterdichte schoenen kennen. (lacht) Echt, reizen en toeren is zo veel comfortabeler wanneer je voeten droog blijven! Physical comfort is very important. Het zorgt ervoor dat je de beste persoon kunt zijn die je kunt zijn. En dan allicht nog iets over je instincten vertrouwen en zo. Soms is het moeilijk om niet toe te geven, om te weerstaan aan de druk van de meningen en indrukken van anderen. Maar al bij al ben ik best tevreden over hoe ik door de voorbije vijftien jaar gestrompeld ben.

DIRTY PROJECTORS

Uit op 24/2 via Domino.

door Jonas Boel

‘Zelfs liefde raakt gepolitiseerd onder Trump. Er zit geen poëzie in die man, geen enkele schoonheid in zijn ideeën.’

‘In deze vreemde tijden kan een liefdesliedje een protestsong blijken. Vreselijke vaststelling, eigenlijk.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content