ONCE UPON A TIME IN AMERICA ****

ONCE UPON A TIME IN AMERICA. Onder de brug naar Brooklyn gaan migrantendromen in gunsmoke op.

Vrijdag 31/5, 22.20 – Canvas. Sergio Leone, VS-IT 1984

Ook al blijft zijn naam voor eeuwig en altijd verbonden met The Good, the Bad and the Ugly (1966) of Once Upon a Time in the West (1968), de film die maestro Sergio Leone zelf het meest koesterde, was geen spaghettiwestern, maar een gangsterepos – en meteen zijn laatste film. Met Once Upon a Time in America, over de noodlottige vriendschap tussen twee Joodse misdadigers, veranderde hij dat even mythologische Amerikaanse filmgenre even ingrijpend.

Toen dat bijna vier uur durende epos in 1984 in de bioscoop kwam, was dat hét filmevenement van het jaar. Leone raakte al eind jaren zestig in de ban van The Hoods, de misdaadroman van real-life-gangster Harry Grey. Met dat boek als model zag Leone zijn kans schoon om een hommage te creëren aan de mythologie van de Amerikaanse gangsterfilm van de jaren dertig. De filmzit dan ook vol met verwijzingen naar klassieke gangsterfilms. Dat geeft zijn panoramische kijk op het leven in de New Yorkse Lower East Side, van de Drooglegging tot eind jaren zestig, een metacachet dat Coppola’s Godfather bijvoorbeeld niet heeft.

De oude gangster Robert De Niro blikt geplaagd door schuldgevoelens en een onopgelost mysterie rond een geldkoffer terug. Zo wordt Leone’s fresco overigens ook een proustiaanse mijmering over tijd en geheugen, met een complexe flashbackstructuur, waarin drie periodes (1923, 1933 en 1968) ingenieus door elkaar geweven zijn. De droefgeestige soundtrack van Ennio Morricone onderstreept dat nog eens.

De Niro’s herinneringen draaien bijna allemaal om zijn liefje (Elizabeth McGovern), zijn uit het oog verloren maat (James Woods) en zijn inmiddels overleden jeugdvrienden, stuk voor stuk brutale straatboefjes die zich samen opwerkten tot machtige maffiakoningen. Leone brengt hun op- en ondergang afwisselend somptueus en brutaal maar altijd met een meticuleus oog voor detail in beeld.

Maar wat Leone’s magnum opus moest worden, draaide uit op een nachtmerrie – ironisch toch, voor een film die opgevat is als een reflectie over de Europese immigrant en diens valse hoop op een nieuw leven in Amerika. Om de distributeurs ter wille te zijn, bracht Leone zijn film terug van 269 tot 229 minuten, de versie die Canvas uitzendt. De versie die in de VS uitkwam, was zelfs nog 85 minuten korter – de slager van dienst was de monteur van Police Academy. Zelfs het aanhoudende telefoongerinkel uit de openingsscène, een briljante vondst, sneuvelde. Momenteel wordt met de hulp van Leone’s familie gewerkt aan de restauratie van het origineel, maar voor de maestro is het sowieso te laat: hij stierf in 1989 aan een hartaanval, liggend in zijn bed, terwijl hij op tv keek naar de film I Want to Live!

LUC JORIS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content