‘NOEM ONS GERUST PROGRESSIEVE JONGENS’

Zegt DataDriven u nog iets? Deze zomer lekte uit dat het onderzoeksbureau slechts een hersenspinsel van Neveneffecten was. Veel meer willen Jonas Geirnaert en zijn kompanen Jelle De Beule, Koen De Poorter en Lieven Scheire nog steeds niet kwijt over Basta. Behalve dan dat ze het opnemen voor de kleine man.

lle vier kunnen we ons ongelooflijk ergeren aan de talloze manieren waarop mensen dagelijks worden voorgelogen of opgelicht en hoe er geld uit onze zakken wordt geklopt’, verklaart Jonas Geirnaert hun steun aan Jan Modaal in hun nieuwe programma voor één. ‘Enkele voorbeelden? Euhm, dat ligt nogal moeilijk. We willen nog niet te veel verklappen over de inhoud.’

Staat of valt ‘Basta’ met het verrassingseffect?

Jonas Geirnaert: Bij alle Neveneffectenprogramma’s proberen we de inhoud vooraf zo stil mogelijk te houden. Omdat de mensen dan helemaal onbevangen kunnen kijken – dat levert de leukste reacties op. En als we alles te grabbel gooien, is voor ons de fun er ook af.

Neveneffecten is vandaag wel een stuk bekender dan een paar jaar geleden. Is het daardoor moeilijker geworden om de inhoud van jullie programma geheim te houden?

Geirnaert: Op zich niet, neen. Het is niet zo dat we meer druk voelen. Het wordt alleen lastig als je een perstekst moet samenstellen en toch zo vaag mogelijk wil blijven. Zo omschrijven we Basta als een programma waarin we met zelfgeknutselde onderzoeksjournaliek onze neus in allerlei zaken steken. Basta gaat over echte maatschappelijke toestanden, maar wij zijn geen Terzake of Panorama. Wij werken veeleer op een kwajongensachtige manier: het moet entertainend blijven.

Veel journalisten konden er niet mee lachen dat jullie met DataDriven valse onderzoeken de wereld instuurden, zoals dat waaruit bleek dat Open VLD-kiezers het vaakst seks hebben. Verwachten jullie nu geen wraak van sommige media?

Geirnaert: Oh, maar onderzoek van DataDriven heeft uitgewezen dat wij daar voor niets tussen zaten. (Lacht) Tja, die vraag krijgen we de laatste tijd natuurlijk vaak voor de voeten gegooid, maar ik kan alleen maar herhalen dat zowel de pers als de kijkers de reeks moeten afwachten.

Dan doen we het nog even met die perstekst. ‘Nooit was bittere lol zo ernstig’, staat er te lezen. ‘Humor die af en toe een beetje pijn doet zelfs.’

Geirnaert: Ja, dat vat het goed samen. Al zijn we voor alle duidelijkheid niet verbitterd, integendeel zelfs. Voor Basta zijn we wat blij dat er zo veel schurken, bandieten en bedriegers zijn. Het wordt je natuurlijk niet altijd in dank afgenomen als je ergens je neus insteekt, vandaar dat onze humor wel eens pijn durft te doen.

Al hardhandig door veiligheidspersoneel aan de deur gezet?

Geirnaert: De ergste vorm van fysieke pijn die we totnogtoe gekend hebben bij het maken van Basta was die keer dat Koen tijdens het brainstormen zijn knie tegen de tafel stootte. Dat deed naar het schijnt verdomd pijn, maar je moet wat overhebben voor tv.

Die bekommernis voor de kleine man doet denken aan jouw donkerrode politieke engagement. Zitten de andere drie Neveneffecten ongeveer aan dezelfde kant van het spectrum?

Geirnaert: Die afkeer voor flagrant bedrog delen we alle vier, en je mag ons gerust allemaal progressieve jongens noemen. Hopelijk merk je dat niet aan Basta, want het is niet bedoeld als een politiek programma. We gaan ervan uit dat we ook rechtsdenkende tv-kijkers kunnen aanspreken. Als je de pineut bent, maakt het toch niet uit of je links of rechts bent.

Voor de promotie van ‘Basta’ zitten jullie overigens alle vier strak in het pak. Het op een akkoordje gegooid met een kledingsponsor?

Geirnaert: Neen, maar we vonden dat we voor bepaalde items van Basta niet konden opdraven in ons gebruikelijke ensemble van een te korte trui en gescheurde jeansbroek. Niettemin waren die pakken echt niet ons ding, ons haar ligt dan ook nog eens in zo’n verschrikkelijke zijstreep…

Ik las ergens dat het met ‘Basta’ er op of er onder is voor Neveneffecten. Hebben jullie dat gevoel ook?

Geirnaert: Niet echt, we zijn ons er zeer van bewust dat we een programma voor één aan het maken zijn. Zo sneuvelt er bij brainstormsessies wel eens een onderwerp omdat het te obscuur of te absurd is. We hopen vooral een breed publiek te bereiken door een zo goed mogelijk programma af te leveren. Maar we wagen ons niet aan prognoses: het is dodelijk om jezelf een dergelijke druk op te leggen. Kijk, onze vorige programma’s bleven wat onder de verwachtingen op het vlak van kijkcijfers, ook voor onszelf. Maar: liever een goed programma dat gewaardeerd wordt door een minder groot publiek dan scoren met iets middelmatigs.

Het draait soms ook anders uit. Van Kabouter Wesley dacht jij dat die te grof en te absurd was voor een breed publiek, maar die kolerieke kabouter werd een echte hype.

Geirnaert: Klopt, ik had Woestijnvis vooraf gezegd dat ze een grotere brievenbus moesten installeren voor alle klachtenbrieven. Het idee om animatiefilmpjes van Kabouter Wesley te maken kwam trouwens van Woestijnvis. Je moet af en toe durven en proberen, daar is men bij Woestijnvis van overtuigd. Dat zie je ook bij Het Gesproken Dagblad, de Man Bijt Hond-rubriek waaraan Jelle samen met onder meer Stijn Meuris meewerkt.

Zijn jullie het eens met de woorden van Herwig ‘Duts’ Ilegems, dat mensen net wel ontregeld willen worden, en dat ze recht hebben op afwijkende televisie?

Geirnaert: Zelf zijn we niet zo bezig met de theorie hoe we welke mensen met onze programma’s kunnen bereiken. Voorlopig zijn wijzelf en onze collega’s bij Woestijnvis het enige referentiekader. Bij het maken zijn we onze eigen graadmeter. Ik ben wel blij dat er zoiets als Canvas is, een plek waar je kunt experimenteren. Zo zijn programma als Alles kan beter en In de gloria ooit bij Canvas kunnen ontstaan. Ik denk niet dat zoiets bij één had gekund.

BASTA

Vanaf maandag 10/1 om 20.40 uur op één.

DOOR HANS VAN GOETHEM

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content