De zinsnede ‘I’m a man of wealth and taste’ uit ‘Sympathy for the Devil’, geschreven in 1968, kreeg de twee voorbije decennia ineens een autobiografische inslag toen de grootste rock?’n?rollband ter wereld veranderde in de rijkste rock?’n?rollband. De boutade luidt nu dat The Rolling Stones in de jaren ’60 en ’70 muziek maakten, in de jaren ’80 en ’90 muziek én geld.

In januari 1999 gingen The Stones weer overdekt spelen, en gaven in de Gakland Arena de aftrap voor de 34 optredens van de No Security-tournee. Dit was een caloriearme versie van hun stadionshow, volgepakt met bekende hits, maar met weinig effectbejag. Afgezien van het zwart-gele blokpatroon ter markering van laad en losplekken, was het podium op de apparatuur na leeg. Op het speakerdoek van de monitorspeakers, enkel zichtbaar voor de bandleden, prijkten de portretten van Bob Marley en Little Walter. The Stones, bevrijd van de artistieke beperkingen van het oude, theatrale decor, doorspekten hun optreden nu met enkele onverwachte klassiekers. Ze waren een goedgeoliede machine dat jaar, doorgewinterde muzikanten die soms inderdaad de sterren van de hemel leken te kunnen spelen. Een aantal van Jaggers intimi wist dat deze nieuwe intensiteit te maken had met het uiteenvallen van zijn gezin in Londen. Jerry ( Hall, nvdr.) was uit op een flink deel van zijn kapitaal, dat werd geschat op een half miljard dollar. Haar verzoek om echtscheiding werd door zijn advocaten gepareerd met de mededeling dat hun huwelijk in 1990 op Bali niet rechtsgeldig was. Zelfs Micks vrienden vonden dat hij wel wat ver ging door nu zijn vier kinderen praktisch tot bastaard te verklaren. De pers liet zich helemaal gaan: ‘Was het ooit cool om verachtelijk te zijn?’ vroeg de Daily Mail. ‘Was het ooit sexy om gierig en egoïstisch te zijn? Natuurlijk niet!’ De Times bespotte Jagger als ‘een tamelijk meelijwekkende, oude losbol die wanhopig probeerde zijn reeds lang vervlogen jeugd nieuw leven in te blazen door meisjes achterna te zitten die zijn oudste dochters hadden kunnen zijn’.

Mick weigerde commentaar, maar gaf later zijn advocaten de schuld. In Rio toonde een zwangere Luciana Morad op een carnavalswagen trots haar buik, alsof ze het kind van een of andere god droeg. Jerry Hall verklaarde Jagger de oorlog. Ze belde Patti Hansen ( de tweede vrouw van Richards, nvdr.) en waarschuwde haar dat Rupert Lowenstein ( de financiële adviseur van The Stones, nvdr.) wel eens helemaal niet zo’n goede vriend kon blijken te zijn en dat ze maar eens moest uitzoeken hoe het geld werd beheerd. Waarop Patti op haar beurt geïrriteerd raakte, want het leek wel alsof het Keith geen donder interesseerde waar zijn geld was. ‘Ik praat met Mick niet over zijn liefdesleven,’ zei hij, ‘want het is telkens van: oeps, alweer over een bananenschil uitgegleden?’ Keith bleef stoïcijns onder de ‘amourettes’ van Mick. ‘Ik heb altijd medelijden met de vrouwen van Mick, want uiteindelijk komen ze op mijn schouder uithuilen. En ik heb zoiets van: hoe denk je dan dat ik me voel? Ik zit m’n leven lang aan die vent vast.’

Na een aantal concerten ging Mick op jacht. Toen ze voor twee avonden in Boston speelden, plukte Mick tijdens het eerste concert een aantrekkelijk meisje uit het publiek en riep dat ze na afloop naar het Four Seasons Hotel moest komen. Ze verscheen plichtsgetrouw en bracht de nacht door met ‘David James’. De volgende avond kwam ze terug, maar kreeg te horen dat Mr. James vertrokken was. In werkelijkheid was hij boven, feestend met een nieuwe vriendin.

Mei 1999. The Stones repeteerden in Amsterdam voor elf uitgestelde openluchtconcerten van de Bridges to Babylon-toer (met een vleugje No Security) dat voorjaar. Op 8 juni in Londen deden ze een zaaloptreden in het Shepherd’s Bush Empire. Het balkon zat vol gasten (Anita Pallenberg, Jerry Hall, Marianne Faithfull, Pete Townshend, Jimmy Page en Roger Plant, Aerosmith, een Spice Girl). The Stones barstten los met Shattered en schudden iedereen wakker. In de pers gonsden geruchten dat Marianne samen met Mick Sister Morphine wilde zingen, maar in plaats daarvan grapte hij dat ze een nummer met Charlie zou doen.

Een paar avonden later speelden The Stones eindelijk de concerten in het Wembley-stadion die ze, zoals algemeen bekend was, vanwege de belastingen hadden uitgesteld. Nog nahijgend van het Shepherd’s Bush-concert, speelden The Stones een routine-optreden voor veel lege stoelen. Keith, die dronken en omstandig de menigte indook voor wat high-jives, werd uitgelachen om de prullaria en lovebeads in zijn haar. Micks optreden leek op een aerobicsles. Ron Wood maakte een verstrooide indruk. Charlie’s hemd met de rolkraag werd in de kranten onvergeeflijk genoemd. Maar in feite deed het er allemaal niet toe. Toen de tournee eind juni in Keulen werd afgesloten, hadden The Stones volgens de berichten 300 miljoen dollar omgezet. Het Amerikaanse tijdschrift Amusement Business berekende dat The Stones de meest verdienende band in de geschiedenis was geworden. De band was folklore geworden en kon gewoon niets verkeerd doen.

Daarna verdwenen The Stones voor twee jaar uit het gezicht. Volgens de berichten kwam Mick Jagger met Jerry Hall een betaling van acht miljoen dollar overeen en erkende hij tevens, met enige aarzeling en nadat er op gerechtelijk bevel een bloedproef was afgenomen, het vaderschap van de in mei 1999 geboren Lucas Jagger. Hoewel gescheiden, verhuisde Mick naar een huis naast zijn voormalige woning in Richmond, om in de buurt van zijn kinderen te zijn, maar het arrangement mislukte omdat hij jaloers was op de (veel jongere) mannen met wie Jerry afspraakjes had.

Gedurende vier jaar trad hij op als coproducent voor de thriller Enigma, die buiten de grote studio’s om werd geproduceerd, en maakte zich aldus het filmvak eigen. Het scenario was van zijn vriend Tom Stoppard en de film kwam in 2001 uit. Jagger begon tevens een bedrijf dat cricketwedstrijden versloeg op internet en was samen met zijn moeder aanwezig op Dartford Grammar, zijn oude school, om er de opening van het Mick Jagger Centre bij te wonen, een muziekfaciliteit die hij mede gefinancierd had. Mick, inmiddels 58, is een complexe staalkaart van persoonlijkheden, imago’s en interesses. Hij is een kenner van zowel het lagere als het hogere in het leven, een manager in het klein en een losbol die leeft voor zijn werk en zijn pleziertjes. Zijn beroemde gezicht is nu diep doorgroefd, met een brede rimpel over zijn linkerwang. De volle bos frisbruin geverfd haar vloekt met zijn gelooide huid en bleke gelaatskleur.

Charlie Watts bracht The Charlie Watts/Jim Keltner Project uit, een cd met het karakter van een mondiaal dorp, waarin worldbeat, techno en jazz samensmolten als een eerbetoon aan de favoriete drummers van Charlie en Jim. Het album was grotendeels opgenomen tijdens de sessies voor Bridges to Babylon in 1997.

Bill Wyman maakte met zijn r&b-groep een tournee per bus door Europa. In interviews gaf de oudste voormalige Stone (vader van drie kleine kinderen bij zijn tweede vrouw) er blijk van zich nog steeds opgelucht te voelen over zijn beslissing The Stones te verlaten.

Mick Taylor, die als gitarist zijn melodieuze flair nog altijd niet verloren had, toerde met een goede eigen band die luchtige fusionjazz mengde met stevige rockblues. Veel fans vinden het nog steeds verschrikkelijk jammer dat Taylor ooit The Rolling Stones verlaten heeft.

Ron Wood hield zich ondertussen op de vlakte. Hij beschikte eindelijk over geld, leek zich permanent tevreden aan de alcohol te laven, fokte succesvolle racepaarden op zijn Ierse boerderij en had bovendien in Richmond nog een prettig onderkomen. Wood was de belangrijkste investeerder in de Harrington, de nieuwste besloten club in Londen, waar uitsluitend macrobiotische gerechten werden geserveerd en die om middernacht sloot. In juni 2000 meldde hij zich aan bij de Priory Clinic, waar ook Brian Jones zich ooit had laten opnemen, voor een alcoholontwenningskuur.

Met de verkoop van de tegels uit het zwembad waarin Brian Jones was verdronken, probeerde de Brian Jones-fanclub geld in te zamelen voor een standbeeld in Cheltenham. Jones’ witte, druppelvormige Vox-gitaar hangt aan de wand van het Hard Rock Café in Honolulu. Voor deze kleine maar toegewijde groep vereerders geldt Brian Jones als een briljante, maar gekwelde rebel en zondebok, een roekeloze bastaardengel die zijn volgelingen liet zien hoe een echte rockster moest leven, en sterven.

Keith Richards, die zijn wodka graag met jus d’orange van het merk Sunkist drinkt, pendelt heen en weer tussen zijn huis op Jamaica en dat in Connecticut. Gevangen in de versleten glorie lijkt de oude vijftiger in de herfst van zijn leven de verpersoonlijking van Victor Hugo’s stelregel: ‘Degene die bij zijn leven een legende is, wordt beheerst door die legende.’ Met bluescoryfeeën als gitarist Hubert Sumlin nam hij een bluesalbum op, hij verscheen bij filmvoorvertoningen, bokswedstrijden en zo nu en dan op een feest in New York. Hij nam zijn tienerdochters mee naar een concert van de jongensband ‘N Sync en bracht tijd door met zijn zieke vader, die vlak voordat hij dat jaar zijn laatste adem uitblies, Keith nog een laatste knipoog gaf. Een paar maanden later vertelde Keith aan een vriend dat hij van die knipoog nog steeds uit zijn dak ging.

Die zomer huurde hij een huis op het vakantie-eiland Martha’s Vineyard, voor de kust van New England. Hij bracht zijn eigen fles Stolichnaya mee bij zijn bezoek aan de Hot Tin Roof, de lokale nachtclub, om reggaebands te horen en te kijken of de club wellicht als werkplek voor een nieuw Stones-project kon dienen. Maar zijn plannen werden gedwarsboomd door Jagger, die zei dat hij pas in 2002 weer op tournee kon, vanwege zijn filmbedrijf.

In die periode gingen Keith en Patti op een avond naar een filmpremière in Carnegie Hall in New York. Toen ze de zaal na afloop via de achterdeur verlieten, kreeg Keith van een fan een prachtige Fender Telecaster in zijn handen gedrukt met het verzoek er zijn handtekening op te zetten. Zonder een moment te aarzelen, sprong Keith met de gitaar in zijn limousine en verdween. De fan rende de wagen op 56th Street achterna en smeekte om zijn gitaar. Toen de wagen tot stilstand kwam, sprong Keiths chauffeur eruit en snauwde: ‘Krijg de kolere! Koop maar een nieuwe!’ Waarna de heer Richards ijlings in de nacht verdween, en hij zichzeIf op deze nieuwe aanwinst voor zijn befaamde gitaarcollectie waarschijnlijk eventjes trakteerde op Chuck Berry’s You Can’t Catch Me.

Rond die tijd had een interviewer de euvele moed om Keith te vragen of hij ooit met pensioen zou gaan. ‘Waarom zou je in vredesnaam ophouden met doen wat je graag doet?’, antwoordde hij. ‘Als we ooit op een tournee gaan waarbij niemand komt opdagen, ga ik terug naar die plek bovenaan de trap waar ik ooit begon. En speel ik gewoon weer voor mezelf.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content