Liza Marklund twijfelde lang of ze in haar nieuwe thriller Nora’s verdwijning de foltertechnieken van dictators tot in de goorste details zou beschrijven. Want is er al niet genoeg geweld in de wereld? ‘In dictaturen wel. Daar zul je in de boekhandel ook geen thrillers vinden.’

Sinds de Zweedse thrillerschrijfster Liza Marklund in 1997 tabloidjournaliste en speurneus Annika Bengtzon introduceerde, heeft ze wereldwijd meer dan 13 miljoen spannende boeken verkocht. In het pas verschenen tiende deel Nora’s verdwijning krijgt Bengtzon van haar hoofdredacteur de opdracht de bizarre aanslag op Ingemar Lerberg te verslaan. Zakenman en ex-politicus Lerberg wordt zwaargewond en bewusteloos aangetroffen in zijn villa in een chique buitenwijk van Stockholm. Iemand heeft hem urenlang gemarteld en gebruikte daarvoor technieken uit de handboeken van professionele folteraars. Zijn vrouw Nora lijkt van de aardbodem verdwenen.

De spannende misdaadromans van Liza Marklund hebben veel meer diepgang dan haar supersnelle schrijfstijl op het eerste gezicht doet vermoeden. Marklund startte ooit zelf als journaliste bij de grootste Zweedse tabloid, Expressen. Na haar thrillerdebuut Springstof richtte ze eind jaren negentig haar eigen uitgeverij Piratförlaget op. Vandaag is haar uitgeefhuis uitgegroeid tot een van de belangrijkste van Zweden en trekt zij de wereld rond als ambassadeur voor Unicef.

Piratförlaget ligt op wandelafstand van het poepchique Hotel Diplomat aan de statige Strandvägen in Stockholm. In het restaurant van het hotel ontvangt Marklund ons voor de lunch. ‘Je moet ons nationaal gerecht proeven’, zegt ze. Een kwartier later serveert een in livrei gehulde ober köttbullar met brunsås, ättiksgurka en aardappelpuree. De Zweedse vleesballetjes zien eruit als die in de restaurants van Ikea. Alleen smaken ze hier vijf keer zo lekker – en zijn ze tien keer zo duur.

Je schrijft nu al zeventien jaar over Annika Bengtzon. Raak je haar niet beu?

LIZA MARKLUND: Nee, ik vind het fijn om Annika zich al zo lang mee te laten ontwikkelen. Misschien omdat haar verouderingsproces gelijke tred houdt met het mijne. Toen ik over haar begon te schrijven, had ik vijf romans met haar in mijn hoofd. Ik heb eerst nummer vier uitgeschreven. Op dat moment wist ik zelfs niet of ik eigenlijk wel een roman kon schrijven. Maar nummer vier werd een succes, waarna ik nummer één begon uit te werken en dan twee, drie en vijf. Ik heb Annika Bengtzon uit gemis gecreëerd. In geen enkele roman kwam ik iemand tegen zoals zij: een vrouwelijke hoofdpersoon die moet afrekenen met alledaagse bekommernissen als het huishouden en de kinderen. De enige vrouwen in thrillers waren ofwel slachtoffers, ofwel schoonheidskoninginnen met wie alle mannelijke personages willen neuken. Als er midden jaren negentig al eens een vrouwelijk hoofdpersonage opdook, was ze gegarandeerd single, kinderloos en een slons. Ik wilde een vrouw van vlees en bloed die veel fouten maakt en daar toch altijd mee wegkomt. Ik wilde dat ze van haar kinderen houdt en haar moeder haat, dat ze een contradictie is, een vrouwelijke lone ranger. Nu ben ik bijna klaar met haar. Binnenkort begin ik aan de allerlaatste Annika Bengtzon. Of ze daarin zal sterven, weet ik niet, net zoals ik nog niet weet of ik daarna nog romans zal schrijven.

Journaliste Annika Bengtzon schrijft niet alleen artikels, ze maakt tegenwoordig ook foto’s en filmt reportages voor de website van haar krant. Is dat de toekomst van de journalistiek?

MARKLUND: Hier in Zweden is dat dagelijkse kost. Als ambassadeur voor Unicef werk ik af en toe zelf als journalist. Ik ga dan op exact dezelfde wijze te werk: ik schrijf stukken voor het magazine, distilleer daar blogposts uit, draai voor een tv-reportage en maak foto’s.

Is een journalist wel in staat om al die verschillende genres evengoed te beoefenen? Ik kan teksten schrijven, maar vraag me niet om een foto te nemen, want het resultaat is een ramp.

MARKLUND: De kwaliteit is niet altijd even goed, dat is juist. De nieuwe digitale technieken maken het ons wel makkelijker om te researchen. Vroeger moest je naar de bibliotheek om iets op te zoeken, vandaag vind je alles op het internet. Een journalist wint zo dus veel tijd. Misschien compenseert dat het verlies aan kwaliteit. Het grootste gevaar is dat het tempo te hard wordt opgevoerd en dat de druk op journalisten te zwaar wordt, waardoor ze de feiten niet meer checken.

Of alles copy-pasten.

MARKLUND: Dat gebeurt jammer genoeg veel te vaak. We kopiëren en publiceren zonder boe of ba. De tijd voor reflectie is weg. Maar de digitale revolutie maakt ook dat journalisten wereldwijd makkelijker mensen kunnen opsporen.

Ook de uitgeefwereld is volop in beweging. Sommige veranderingen zijn positief, andere zijn dan weer rampzalig. In mijn uitgeverij is er geen paniek en wordt er nog steeds winst gemaakt. Piratförlaget bestaat nu vijftien jaar en werkte van bij de start anders dan de andere uitgeverijen. We brengen slechts een beperkt aantal titels op de markt, nooit meer dan vijftien per jaar, maar we spannen ons voor elk boek honderd procent in. In 1999 richtten we al een e-boekfabriek op, lang voor iemand het belang van e-boeken inzag. Mijn thriller Paradijs was in 2001 het allereerste e-boek in Zweden. Het verkocht voor geen centimeter en onze e-boeken zijn nog steeds geen succes, maar het is een interessante markt die we nauwgezet in de gaten houden. Want het is onmiskenbaar zo dat de leesgewoonten aan het veranderen zijn. In heel Europa staat de verkoop van paperbacks onder druk. Mensen lezen nu op hun smartphones in plaats van in pockets. Dus is het als uitgever onze taak ervoor te zorgen dat mensen ook romans op hun smartphone beginnen te lezen. Dat is een bijzonder lastige klus waarvan de uitkomst hoogst onzeker is.

Midden in het digitale geweld slaagt Annika’s hoofdredacteur erin om van zijn tabloid de grootste gedrukte krant in Zweden te maken. Heeft hij daarmee op het verkeerde paard gewed?

MARKLUND: Misschien wel. (lacht) Hij wordt nummer één op het moment dat het er niet meer toe doet, waardoor hij een zielenpoot lijkt. Of ik iemand in gedachten had? Nee, de hoofdredacteurs van de Zweedse kranten zijn mee met hun tijd en online. Deze hoofdredacteur lijkt meer op mezelf. Hij is een vertegenwoordiger van de old-school journalistiek – hij is trouwens ook een uitstekende journalist.

Is dat zo? Voor de reportage die hem beroemd maakte, vertrouwde hij op één bron, die hem op gewiekste wijze manipuleerde.

MARKLUND: Veel journalisten trappen in die val en ik ben daar in mijn tijd bij Expressen waarschijnlijk ook met open ogen in gelopen. Journalisten worden trouwens altijd ‘gebruikt’. Iedereen die met een journalist praat, heeft een verborgen agenda. Net zoals ik nu voor dit interview ook een belang heb.

Je nieuwe thriller promoten.

MARKLUND: Voilà. Ik praat met jou omdat ik mijn boek in België wil verkopen, maar ook omdat ik het aanzwengelen van het maatschappelijke debat, bijvoorbeeld over de werking van de media, belangrijk vind. Mijn motieven zijn dus niet louter commercieel. Jij bent als journalist ook altijd een beetje een marketeer. Jij wilt dat Knack Focus blijft verschijnen, want je wilt graag je werk houden. Daarom zul je je uiterste best doen om een spraakmakend interview met mij af te leveren dat elke Vlaming wil lezen.

Een voormalig hoofdredacteur van een Belgische kwaliteitskrant werd in 2007 uitgeroepen tot marketeer van het jaar en hij was daar trots op. Terecht volgens jou?

MARKLUND: Nee, dat is fout. Het was zeer dom van die man om die titel te aanvaarden. Als journalist moet je een marketeer zijn, maar je mag daar niet mee te koop lopen. Journalisten móéten hypocrieten zijn. Regel nummer één is dat je op zijn minst toch probeert ‘objectief’ te zijn. Een journalist heeft de ambitie om neutraal te zijn en niet om een verkoper te worden.

De slachtoffers in Nora’s verdwijning worden op een gruwelijke manier gemarteld. Wil je door daar gedetailleerd over te schrijven je lezers een geweten schoppen?

MARKLUND: Ik wilde het geweld tonen zoals het is en haalde daarvoor de mosterd bij Amnesty International. Al twijfelde ik vaak of het wel zo’n goed idee is om via een boek nog meer geweld de wereld in te sturen. Van zodra je de tv aanzet, stroomt de gruwel eruit. Tijdens het schrijven van Nora’s verdwijning heb ik lang zitten te tobben over het belang van misdaadromans. Ik ben tot de conclusie gekomen dat ze enkel in vredelievende, stabiele democratieën geschreven worden. Je vindt geen thrillers in dictaturen of in een door oorlog verscheurd land. Als ik tegen mijn vrienden in Kenia zeg dat ik romans over misdaad schrijf, kijken ze me verwonderd aan en wijzen ze naar hun voorhoofd. ‘Waarom?’ vragen ze. Zij zien elke dag de ellende die uit buurland Somalië komt aanwaaien. Eind jaren negentig was ik in de Argentijnse hoofdstad Buenos Aires en zelfs in de grootste boekhandel daar vond ik geen thriller. Er lagen politieke biografieën, porno, non-fictie, romantische boeken, maar geen misdaadromans. Ik vroeg hulp aan een verkoper en hij zei: ‘Wij lezen geen thrillers.’ Nu vind je ze er wel, maar in die tijd lag de herinnering aan de dictatuur te vers in het geheugen. Een groot deel van het jaar woon ik in het Spaanse Marbella, en toen ik daar voor het eerst kwam, vond ik ook nergens een thriller. De schaduw van Franco was nog niet verdwenen. Pas dertig jaar na de dood van de dictator begonnen Zweedse schrijvers zoals Stieg Larsson, Henning Mankell en ikzelf er eindelijk boeken te verkopen. Zo lang duurde het voor Spanje stabiel en democratisch genoeg was om misdaadliteratuur aan te kunnen.

Hoe stabieler en democratischer een land is, hoe meer de misdaadliteratuur floreert?

MARKLUND: Ja. En als het op stabiliteit en democratie aankomt, is Zweden het summum. We leven hier al meer dan tweehonderd jaar in vrede. De laatste schermutselingen dateren van 1809, toen Rusland Finland van ons pikte. Zweden is een wit, puur schildersdoek. Onze misdaadromans zorgen voor bloedrode stippen op dat maagdelijke canvas.

Missen wij dan geweld in onze stabiele, vredevolle democratieën?

MARKLUND: We mogen niet ontkennen dat geweld er is en dat we ermee moeten leren omgaan. Geweld volgt als iemand het gevoel krijgt dat hij macht verliest. Eigenlijk gaan al mijn romans over macht. Niet geld laat de wereld draaien, maar macht. Net als geld is geweld alleen maar een middel om macht te vergaren. ‘Jij zult doen wat ik zeg. Als je dat vertikt, folter ik je tot je mijn bevelen nauwgezet opvolgt. Als je dan nog tegenstribbelt, maak ik je af.’ Het gaat dus over macht gebruiken en misbruiken. Van de kerel die zijn vrouw afslaat tot de dictator die het volk met geweld onder de knoet houdt.

Het lezen van thrillers is voor de vredelievende democraat een manier om met geweld te leren omgaan?

MARKLUND: Zoiets, ja. Er wordt gedood in elke misdaadroman en elke moord zorgt voor chaos, waarna Annika en consorten de orde herstellen. Een medemens doden is een blasfemische daad: de dader kruipt in de rol van God en speelt heerser over leven en dood. Dat is verboden in elke samenleving. Behalve natuurlijk voor de president van de Verenigde Staten, want die is God himself en heeft daardoor een licence to kill. (grijnst)

NORA’S VERDWIJNING

Uit bij De Geus.

DOOR JAN STEVENS

LIZA MARKLUND ‘BINNENKORT BEGIN IK AAN DE ALLERLAATSTE ANNIKA BENGTZON. OF ZE DAARIN ZAL STERVEN, WEET IK NIET, NET ZOALS IK NOG NIET WEET OF IK DAARNA NOG ROMANS ZAL SCHRIJVEN.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content