PITSPOESPAS WAT HET PURE RACEN BETREFT, VALT ER WEINIG OP ‘UNDERGROUND 2’ AAN TE MERKEN, MAAR LANGDRADIGE EN VERGEZOCHTE NEVENPLOTS botsen frontaal met de gameplay.
(PS2, XBOX, GC, GBA, PC)
Need For Speed Underground 2 ***
Wanneer een racegame het nodig acht om een verhaal tussen de wedstrijden te weven, worden we wantrouwig. In een racegame willen we racen, punt uit. Een verhaal kan enkel verdoezelen dat die races niet bijzonder genoeg zijn om de winkelrekken mee te vullen. Ja, toch? Om maar te zeggen: de tussenfilmpjes in Need For Speed Underground 2, waarin geprobeerd wordt om de emotionele betrokkenheid van de gamer te verhogen, mochten gerust wat korter. Ronduit vervelend zijn de eindeloos terugkerende standaardzinnetjes van de welgevormde pitspoes Brooke Burke. De filmpjes en commentaren van Burke leiden de aandacht af van onze missie: gas geven. En dat is jammer, want het racen in Underground 2 voldoet wel degelijk aan de wensen en verwachtingen van de verwende gamer. Gameplay en graphics zijn beter dan in de originele Underground-game, die zijn klasse bewees door 2003 af te sluiten als de best verkochte racer van het jaar.
Deze sequel-van-de-sequel (Underground bouwde op de fundamenten van de Need For Speed-reeks) leidt je naar de fictieve stad Bayview, die zijn volledige weggennet (200 km asfalt) ter beschikking stelt voor competities allerhande. Naast de klassieke racetypes zijn er onder andere de Street X-slachtpartijen, de (uit)schuivers in de drift races en de kampioenengevechten in de underground racing league. Om te kunnen deelnemen, moet je wel eerst de startplaats weten te vinden, een opdracht op zich. Een GPS-systeem helpt je om de drukke binnenstad en heuvelachtige buitenwijk van Bayview te doorkruisen, al duurt de rit vaak té lang om te kunnen dienen als opwarmer. Onderweg hou je halt aan garages, waar je wagen extra power en betere onderdelen krijgt, als je tenminste genoeg geld hebt verdiend met je stuurtalent om die upgrades te bekostigen. In het wagenpark staan juweeltjes als de Ford Mustang en Nissan 350Z naast stramme maar wel robuuste SUV’s en een reeks muscle cars. Voor elk racetype een aangepast model, zeg maar. Doordat er slechts vijf stuks in je eigen garage passen, is je wagenbeheer uitermate belangrijk. Zo ga je liefst niet in de kosten voor een opknapbeurt van een wagen die je even later te koop aanbiedt om plaats te maken voor een beter model. Zulke kwesties maken deel uit van de autosport en worden dus terecht in de game verwerkt. Maar wat met de opdracht om de finish te bereiken vooraleer de aanwezige sterfotograaf huiswaarts keert en een voorpaginafoto dus onmogelijk wordt? Flauw. Piloten moeten ervoor zorgen dat hun sponsors in beeld komen, akkoord, maar dat geeft spelontwikkelaars nog niet het recht om volstrekt idiote nevenplots te bedenken.
We zouden misschien niet zo hard zijn voor deze al bij al prima adrenalinezuiger als we enkele maanden geleden Burnout 3 niet hadden ontdekt. Helaas. Bart Vandormael
Bart Vandormael
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier