Drie jaar geleden harkte de Zweedse indiepopzangeres Lykke Li haar hart nog bijeen op haar debuut Youth Novels. Vandaag bonkt het harder dan ooit. ‘I’m your prostitute, you’re gonna get some’, dreigt ze al weken. ‘Ik kom almaar dichter bij de waarheid.’

Waar gingen Lykke Li Zachrissons (25) eerste interviews ook alweer over? Oh ja, dat ze weliswaar in Zweden is geboren, maar op haar zesde in het kielzog van haar ongebonden ouders naar een bergtop in Portugal was verkast, om daarna ook nog in een Marokkaanse hoerenkast te verblijven en in Nepal en India te overwinteren. Tot ze rond haar negentiende in haar uppie de wijk nam naar New York. Omdat iémand de nieuwe Madonna moest worden.

Nu is er een sterke tweede plaat, Wounded Rhymes, en horen we het niet meer te hebben over wat voorafging. Ook al omdat la Li geen gemakkelijke is. Want dat mens rookt in de bioscoop en is gepikeerd wanneer het daar wordt uitgezet. Scoort over vele grenzen heen met een fraai debuut en woelt desondanks nachtenlang uit koortsige onzekerheid. En krijgt op een maandagmorgen een Belgische gesprekspartner aan de lijn, maar blijkt nauwelijks op een gesprek ingesteld. En nog minder op een partner.

Goed geslapen vannacht?

Lykke Li: Als een roos zelfs. Ongetwijfeld omdat de plaat eindelijk klaar is, na een moeilijke en uitputtende bevalling.

Hoe kwam dat?

Li: Ik kan alleen maar schrijven over hoe ik me voel, en in die periode was ik voornamelijk down. ( Zwijgt)

Je omschreef de songs op ‘Wounded Rhymes’ zelf als hypnotisch, psychotisch en oorspronkelijker dan vroeger. Je zou daaruit kunnen afleiden dat je almaar dichter bij de waarheid komt.

Li: Dat is ook zo. Althans, dat hoop ik. Ik streef in elk geval naar eerlijkheid.

Weid gerust uit, we hebben nog tijd.

Li: Hoe vaak hoor je een artiest niet zeggen dat muziek therapie is? Wat een cliché! Ik bén de helft van de tijd in therapie, en ik kan je verzekeren dat muziek daar geen fluit mee te maken heeft. Mijn muziek is voor mij bijna een zaak van leven en dood. Zó ernstig neem ik het. En dat hoort zo, als je gerespecteerd wilt worden om wat je doet. Bij een arts is dat net zo. Daarom ben ik zo hard voor mezelf. Ik ben nooit tevreden. Goed, ik voel een zekere blijdschap nu de plaat af is. Maar net daarom heb ik er al afstand van genomen, kan ik er geen genot meer uit putten. Omdat ik nu al helemaal in beslag word genomen door the next thing, wat dat ook moge zijn.

Je haat je zang op je eerste plaat, liet je al verstaan. Is dat niet wat overdreven, qua zelfkritiek?

Li: Ik vind van niet. Ik heb toen zo goed gezongen als ik kon, dus in dat opzicht kan ik me ermee verzoenen. Maar achteraf vond ik dat ijle, meisjesachtige stemmetje van me ronduit onuitstaanbaar. Godzijdank ben ik inmiddels dieper en meer matuur gaan klinken.

Je hebt heel lang getoerd voor ‘Youth Novels’, dat overal met lof werd beladen. Waarom kon je na afloop niet met voldoening op dat harde werk terugkijken?

Li: De danseres Martha Graham zei ooit: ‘ No artist is pleased. There is no satisfaction at any time. ‘ Zoeken, altijd maar zoeken: dat is je lot. Want zodra je vindt, is het voorbij. Voor de voldoening ben ik niet in de muziek gestapt. Na het laatste concert van de tournee was ik op. Ik had gedurende een lange periode alleen maar gegeven. Goed, je krijgt wel iets terug van het publiek, maar uit hoe meer mensen dat bestaat, hoe minder intens het wordt. De sterkste, intiemste band heb je met één persoon. Tegenover een massa glijdt die intimiteit zo weer van je af. Ik sta heel graag op een podium, maar de high die je daar voelt, verdampt meteen na de laatste noot. In de kleedkamer slaan de eenzaamheid en leegte weer toe.

Terug naar de waarheid. De titel ‘Wounded Rhymes’ liegt er niet om: gelukkiger ben je de afgelopen drie jaar niet geworden.

Li: Hmm. Hoogstens een klein beetje.

Net zoals ‘Youth Novels’ gaat deze plaat over een liefdesbreuk. Een andere ditmaal.

Li: Tja. Dat is het leven. Of toch dat van mij. Ik heb wel niet twee keer dezelfde plaat gemaakt, hé. Ik leg nog altijd mijn emoties bloot, want dat helpt. Alleen ben ik er nu zekerder van dat het de juiste emoties zijn.

Dat mag je eens uitleggen.

Li: ( Stilte) Ik ben een loner. Altijd geweest. Tijdens mijn tienerjaren was ik doodongelukkig. Eén gedachte hield me recht: zodra ik de school heb afgemaakt, I am getting the fuck out of here. Naar New York. Ik wilde mijn lot in eigen handen nemen. Door op mezelf terug te vallen, ben ik harder geworden en heb ik geleerd mijn mannetje te staan. Ik bouwde een muur om me heen en praatte met niemand. Het mooiste teken van onafhankelijkheid, dacht ik. Tot het tot me doordrong dat ik me daardoor net zo miserabel voelde als vroeger. Ik had met niets of niemand een band. Toen ben ik heel bang geworden. ( Valt stil) Daar gaat Rich Kids Blues over. Vrijheid vinden. Een thuis. Voorlopig kom ik nog niet eens in de buurt. Ik weet alleen dat ik moet blijven proberen om zo veel mogelijk uit mijn leven te halen.

Wat moeten we in dat opzicht van je nieuwe single ‘Get Some’ denken?

Li: Dat het een heel krachtig feministisch statement is. Dat het níéts met seks te maken heeft. Dat je als vrouw ook een man rond je vinger kunt winden door je kleren aan te houden.

‘Sadness is a blessing, sadness is my boyfriend’, zing je elders op de plaat. Ik las dat een psychoanalist je ooit vertelde dat je met een gebroken hart bent gebóren. En wat belangrijker is: dat je dat aannemelijk achtte.

Li: Eigenlijk hebben twéé psychoanalisten me dat gezegd, onafhankelijk van elkaar. Gek, niet? Al vermoed ik nu wel dat ze allebei op mijn geld uit waren. Ik ben daar te onvoorzichtig geweest, heb me te kwetsbaar opgesteld. Dat heb ik wel geleerd: als een analist je louter aanraadt om elke avond een bad te nemen bij kaarslicht, is het tijd om een andere te zoeken.

WOUNDED RHYMES

Op 25/2 uit bij LL Recordings/Warner.

DOOR KURT BLONDEEL

‘Zoeken, altijd maar zoeken, dat is je lot. Want zodra je vindt, is het voorbij.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content