Terwijl dEUS zaterdag de Marquee dichtritst, stelt Arctic Monkeys op het hoofdpodium van Pukkelpop als onbetwiste headliner zijn derde plaat voor. Het is een eer die zelfs voor collega’s Kaiser Chiefs, Bloc Party en Franz Ferdinand niet is weggelegd. Hoe hebben vier jonge snaken dat in amper drie jaar tijd voor elkaar gekregen? Een antwoord in vijf bedrijven.

BLOG ROCKIN’ BEATS

Het begon met een schijnbaar onschuldig kerstgeschenk. In de winter van 2001 verzochten Alex Turner en Jamie Cook, twee buurjongens in de suburbs van Sheffield, de kerstman om een muziekinstrument. Het werden gitaren. De gevolgen waren niet te overzien. Nauwelijks hadden ze met hun schoolvrienden Matt Helders en Andy Nicholson een handvol demo’s opgenomen of de hele wereld luisterde mee. Fans van het prille groepje plaatsten hun ruwe opnames op mp3-blogs, die ze op hun beurt via filesharing weer op ándere muzieksites deden belanden. Een nieuwe hype was geboren.

Wat MySpace voor Lily Allen betekende, waren mp3-blogs voor Arctic Monkeys. Velen vermoedden een sluwe marketingstunt. Anderen voorspelden een wildgroei van muziekblogs en derhalve ook het failliet van digitale mond-tot-mondreclame. De anderen hebben gelijk gekregen. Alleen Clap Your Hands Say Yeah deed de internethype van Arctic Monkeys dunnetjes over. Terwijl die Amerikaanse groep drie jaar later alweer naar een verre nis van het collectieve geheugen lijkt verbannen, moest de opmars van Arctic Monkeys in 2006 echter nog beginnen.

MONKEY SEE, MONKEY DO

In dat jaar brak Arctic Monkeys meer verkooprecords dan in het downloadtijdperk nog voor mogelijk werd gehouden. Single I Bet You Look Good On The Dance Floor kwam met een weekverkoop van 39.000 stuks binnen op één in de Britse hitlijsten. En de bijbehorende plaat, Whatever People Say I Am, That’s What I’m Not, deed het zo mogelijk nog beter. In de UK alléén al gingen er in de eerste week na de release maar liefst 364.000 exemplaren van over de toonbank, daarmee DefinitelyMaybe van Oasis van zijn troon flikkerend als snelst verkopende debuutplaat uit de Britse geschiedenis.

Noel Gallagher nam de coup van zijn gouwgenoten sportief op en noemde Arctic Monkeys prompt ‘Oasis’s evil stepchildren’. Ook Paul Weller en Jarvis Cocker outten zich als fan. En zelfs toenmalig kandidaat-premier Gordon Brown haastte zich in een charmeoffensief om zijn sympathie voor de Monkeys uit te spreken – al kon hij desgevraagd geen enkel nummer van zijn knuffelgroep opnoemen. Maar niet alleen gewiekste politici verslikten zich in groteske superlatieven. Muziekblad NME riep Whatever People Say I Am zonder verpinken uit tot ‘het vijfde beste album aller tijden’.

ALEX, WHO THE FUCK IS ALEX?

Het succes van Arctic Monkeys valt samen te vatten in twee woorden: Alex Turner. De zanger-gitarist en eerstaanwezend songleverancier van de groep kent zijn klassiekers – van The Kinks over The Jam tot Oasis en The Libertines – maar bezit het onmiskenbare talent om al die invloeden samen te rollen in een volstrekt eigen geluid dat sierlijk balanceert op de dunne grens tussen gitaarpop en punkrock. Ook als tekstschrijver heeft Turner een unieke signatuur. Hij bedient zich vrijelijk van het eigen dialect en bericht bij voorkeur over het bedompte leven in suburbia. In tegenstelling tot collega-straatpoëten als Dizzee Rascal, Lilly Allen en Mike Skinner speelt hij in zijn tranches de vie niet alleen de rol van observator en criticaster, maar toont hij zich evengoed een superieure storyteller en onnavolgbare sarcast.

Zelf had Turner in de begindagen nochtans weinig vertrouwen in zijn schrijf- en zangtalent. Pas toen de eerste zanger van de groep er de brui aan gaf – pour la petite histoire: hij heette Glyn Jones en wordt in de Britse pers smalend ‘Arctic Donkey’ genoemd – ging Turner met enige tegenzin zélf achter de microfoon staan. Intussen heeft hij zich een meer dan begenadigd singer-songwriter getoond – ook als één helft van de anachronistische sixtiesgroep The Last Shadow Puppets. En met dat zelfvertrouwen zal het nu ook wel meevallen: een maand vóór het debuut van Arctic Monkeys in de winkels arriveerde, werd hij door NME – zij weer! – tot ‘coolest man on the planet’ gebombardeerd.

FAME AND FORTUNE

De joyeuse entrée van Arctic Monkeys ging niet onopgemerkt voorbij en de hold-up die ze pleegden op de Britse hitlijsten, kwam hen algauw duur te staan. Zelfs respectabele kranten en tijdschriften begonnen dagelijks de meest hallucinante achterklap te publiceren. Ex-liefjes verkochten hun smeuïge verhalen voor grof geld aan de tabloids, en Turners familieleden werden belaagd door nieuwsgierige fans en brutale journalisten.

Zelf trokken de jonkies van Arctic Monkeys zich niets aan van het beeld dat de buitenwacht van hen ophing. Liever werkten ze in ijltempo hun tweede plaat af – Favourite Worst Nightmare verscheen amper vijftien maanden na hun debuut. Met interviews waren ze veeleer karig, op de televisie lieten ze zich nauwelijks zien en ook VIP-feestjes frequenteerden ze zelden of nooit. Tot Alex Turner het anderhalf jaar geleden aanlegde met fotomodel en MTV-presentatrice Alexa Chung – die eerder al met de frontlui van Klaxons, Lostprophets en The Horrors had rondgescharreld – en hij alsnog tot een bestaan in de schijnwerpers veroordeeld werd. Zijn openbare leven op des werelds rode lopers omschrijft hij in het nieuwe The Secret Door als volgt: ‘Fools on parade / Cavort and carry on for waiting eyes / That you would rather be beside than in front of.’

MONKEY DUST

Rock Werchter 2007. Een potige kerel met rossig haar wandelt de kleedkamer van Arctic Monkeys binnen om te zeggen hoe ‘fantastic’, ‘amazing’ en ‘awesome’ hij hun muziek wel vindt. De rosse reus is Josh Homme en het respect blijkt wederzijds. Luttele maanden later nodigt hij de Monkeys uit om in Houston het voorprogramma van Queens of the Stone Age te verzorgen. Er worden ‘ I’m not worthy’s’ uitgewisseld en plannen beraamd. Niet veel later vindt Homme de demo voor Arctic Monkeys’ derde plaat in de bus. Amper dertig seconden ver in Dance Little Liar draait hij het nummer van Alex Turner: ‘You’ve got to come to the desert.’ Met ’the desert’ bedoelt hij het Californische Joshua Tree, een negorij aan de rand van de Mojave Desert, waar hij in zijn legendarische bungalow annex opnamestudio Rancho de le Luna de nieuwe plaat van Arctic Monkeys wil producen.

Fast forward naar augustus 2009. Arctic Monkeys magzijn derde album voorstellen als absolute headliner opPukkelpop. Niet slecht voor vier jonge snaken uit Sheffield die acht jaar geleden nog in de kerstman geloofden.

HUMBUG

Op 21/8 uit bij Domino

Voor bespreking zie p. 36

ARCTIC MONKEYS LIVE

22/8 Pukkelpop, Kiewit

Door Vincent Byloo

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content