Met Quiz Me Quick, over enkele mannen met een plan om de beste quizploeg van het land te worden, tekent Bart De Pauw voor de origineelste en meest ontroerende Vlaamse dramaserie van het najaar. Een interview in vijf rondes. ‘Dit is het grootste wat ik ooit gedaan heb.’

U kent ons. Het gebeurt niet vaak dat we zonder reserve een Vlaamse serie durven aan te raden. Voor Quiz Me Quick, de nieuwe reeks van Bart De Pauw, maken we een uitzondering. De tiendelige serie, die de afgelopen maanden al te zien was op betaalzender Prime en nu op de openbare omroep van start gaat, is een pareltje zoals je dat maar zelden op de vaderlandse televisie te zien krijgt. Het verhaal is nochtans eenvoudig: vijf mannen van allerlei slag leren elkaar toevallig kennen tijdens een quiz in het plaatselijke café, en daar ontdekken ze dat ze een bijzonder goed team vormen.

Dus besluit Tafel 7, zoals de ploeg heet, om vaker te gaan quizzen en zelfs een gooi te doen naar de Superprestige, de heilige graal van het Vlaamse quizcircuit. Rond dat gegeven bouwt De Pauw een serie die in gelijke mate grappig en ontroerend is, over mannen die obstinaat focussen op een op zich nutteloos doel en ondertussen de echt belangrijke dingen vergeten, over hoe het leven soms overhoop kan worden gehaald door het toeval en over hoe hondjes niet bestand zijn tegen een droogkap die te lang aanstaat. Quiz Me Quick is gedurfd maar altijd toegankelijk, speels maar tegelijk ernstig en baadt in een soort poëtische gloed die de harten verwarmt.

Omdat De Pauws twee vorige programma’s – De kinderpuzzel en De kazakkendraaiers – minder goed onthaald werden, zal Quiz Me Quick wellicht nogal snel een comeback worden genoemd. Zeker aangezien de zondagavond deze winter echt zijn avond moet worden: het programma dat Quiz Me Quick voorafgaat, Twee tot de zesde macht, werd ook al door hem bedacht, en hij moet die nieuwe quiz als presentator ook zelf in goede banen leiden. Dat zondagse offensief is deels toeval: de VRT had Quiz Me Quick besteld als midweekfictie en was oorspronkelijk van plan om de reeks uit te zenden op een minder opvallend tijdstip. Alleen bleek ze zo goed dat ze toch maar naar zondagavond werd versluisd.

Nu, De kinderpuzzel en De kazakkendraaiers haalden al bij al redelijke kijkcijfers, en de man die De mol, Het geslacht De Pauw en Buiten de zone heeft gemaakt, hoeft zich natuurlijk niet echt meer te bewijzen. Maar alleen al vanwege de onmisbare kwaliteit van Quiz Me Quick zijn wij alvast blij dat de reeks staat waar ze hoort te staan. En avant!

‘IEDEREEN WIL EEN STEMPELTJE ZETTEN IN HET LEVEN’

BART DE PAUW: Het quizcircuit had schrik van de reeks. Ze dachten: hij gaat ons belachelijk maken. Terwijl dat nooit mijn bedoeling was. Ik houd oprecht van dat wereldje. Elke week wordt er in mijn stamcafé een quiz georganiseerd voor de vaste klanten, daar ga ik altijd naartoe. Ik ben daar graag, ik doe dat liever dan naar een chique première of een societyfeestje gaan. Die quiz wordt samengesteld volgens een beurtrol, en volgende maand is het weer aan mij. Ik stop daar heel veel tijd in, ook al is het voor een publiek van ocharmen 32 man en is dat (blaast in zijn hand) zo weg. Je bent daar lang aan bezig en het vervliegt in een ogenblik – heerlijk.

Ik maak ook deel uit van een quizploegje. Stel je daar niet te veel bij voor: wij zijn een groepje dilettanten, wielertoeristen die af en toe een toertje mogen rijden met de betere renners. Maar ik geloof wel dat als je veel traint en steekkaarten aanlegt met vragen die vaak terugkomen of waar je het antwoord niet op wist, je beter en beter kunt worden. Net als Tafel 7 in de serie. Er is een jaar geweest dat we heel veel gingen quizzen en toen zijn we op de ranking van Vlaanderen tot plaats 76 geraakt. Toch niet slecht, vind ik. (lacht) Nu is het even geleden, en ik voel dat ik er wat uit ben. Het is zoals met een taal die je even niet spreekt: je wordt er roestig in.

Ik ben niet de beste quizzer van mijn team. Ik ben blij dat ik mijn maten heb, want ik kan alleen het verschil maken als het over film gaat. Tijdens een quiz zit ik het grootste deel van de tijd te luisteren naar de anderen, en dan komen er twee filmvragen en kan ik toch iets bijdragen. Dan zit ik daar: hèhè, ik kan iets, ik ben een kleine schakel maar ik maak me wel nuttig. Daar gaat Quiz me Quick ook over. Het is geen reeks over quizzen, maar over mensen die van betekenis willen zijn, die een kleine indruk willen achterlaten, ook al is dat dan met zoiets onnozels als het onthouden van weetjes. Dat is heel herkenbaar: iedereen wil een stempeltje zetten in het leven. De trainer van de voetbalploeg van Quinten (de zoon van Bart De Pauw, nvdr.), die elke zaterdag aan de zijlijn staat, waarom doet die dat? Om samen met die gasten iets te bereiken, al is dat dan gewoon een overwinning in een matchke. Zoiets vind ik schoon.

‘DIT HAD IK TWINTIG JAAR GELEDEN NIET KUNNEN MAKEN’

DE PAUW: Het mooiste compliment dat je me over Quiz Me Quick kunt geven, is dat het een warme reeks is. Ze gaat over mensen die stuntelen, maar je zit als kijker wel te hopen dat ze het verschil kunnen maken. Dat doen we allemaal: iedereen wil het beste bereiken, maar soms gaat het fout, omdat we het juiste pad niet zien, omdat we elkaar rateren op bepaalde kruispunten in het leven. Ik houd heel erg van verhalen waarin wat niet gezegd wordt belangrijker is dan wat wel, waarin de personages niet kunnen uiten wat ze precies bedoelen. Ze zeggen soms dat mensen maar tien procent van hun hersenen gebruiken en negentig procent van hun mogelijkheden onbenut laten. Ik heb de indruk dat veel mensen maar tien procent van hun gevoelens gebruiken, omdat ze niet bij machte zijn om echt uit te drukken wat ze ervaren, omdat ze bang en onzeker zijn.

Ik had deze serie twintig jaar geleden niet kunnen maken. Toen kon ik enkel schrijven over de bagage die ik toen in mijn rugzak had, over de dingen waar je als jongere naar verlangt, wat gaat de toekomst brengen. Nu heb ik een grotere rugzak. Quiz Me Quick lijkt inderdaad een beetje de volwassen versie van Buiten de zone, gemaakt door iemand die meer geobserveerd en geleerd heeft, want er zitten ook dingen in die terugkomen in alles wat ik doe. Hoe de personages streven naar een heldhaftig leven bijvoorbeeld, en daar niet in slagen. In Het geslacht De Pauw speelde ik heel hard op de gêne, maar daar was het thema ook: ik wil graag gezien worden, ik wil mijn glorietijd terug. In Buiten de zone probeerden Raf en de rest een heroïsch leven te leiden door te vluchten in een droomwereld, door te fantaseren over een bestaan als pakweg James Bond. En zij ontdekten dan dat het zelfs in hun fantasie niet altijd liep zoals ze het zich voorstelden.

Ik vind dat geestig: een vlieger laten opgaan en die dan zelf onderuithalen. Trouwens, voor de begintitels van Schalkse ruiters op een paard gaan zitten terwijl er tientallen jongedames naar je toe lopen, dat is ook niet gespeend van enig verlangen naar heroïek, hé. (lacht)

‘WHAT THE FUCK IS EEN DALI-MOMENT?’

DE PAUW: Ik ben nog nooit aan iets begonnen met het gevoel dat ik het wel zou kunnen. Je weet dat nooit. Ik merk wel dat verhalen vertellen mij beter afgaat, dat ik het meer in de vingers heb. Een goed verhaal is een goede constructie. En dat heeft niets te maken met het toepassen van de juiste scenariotechnieken of zo: ik ben iemand die graag dingen laat vallen en zijn gevoel volgt. Ik kom soms scenaristen tegen die beginnen over de structuur van mijn serie, of die zeggen: ‘In Loft, uw Dali-moment, fantastisch!’ En dan denk ik: what the fuck is een Dali-moment? Laten we zeggen dat ik vaardiger ben geworden in het scenarioschrijven.

Maar hoe ik het doe, dat weet ik niet. Schrijven is constant geconfronteerd worden met je beperkingen, met dingen die niet goed zijn, die je moet weggooien, tot dan plotseling… (zwijgt) Het is heel raar, maar ik zie dat. Ik zie plotseling de structuur voor me op tafel, zo helder als wat. Je begint te schrijven aan een reeks, je bouwt dat universum op en op een bepaald moment kiest het verhaal jou en wordt duidelijk waar je naartoe gaat. Het is dus niet dat ik tegen mezelf zeg: nu ga ik op de ontroering spelen. Je zit te zoeken, hier en daar komt iets bovendrijven, en op een bepaald moment klopt het. Ik heb wel momenten gehad dat ik zat te herlezen achter mijn computer en even (snuift): dju, schoon. Heb je die eerste aflevering van Man bijt hond gezien, over dat appartementsblok in Oostende? Die verhalen die daarin verteld werden, wat die mensen allemaal meegemaakt hadden, en dat allemaal op enkele vierkante meter van elkaar verwijderd… zo mooi en ontroerend. Dat gevoel probeer ik te vatten in fictie.

Nu, ik wil hier ook niet de indruk geven dat het allemaal kommer en kwel is in de reeks. Quiz Me Quick snijdt wel diep, zeker naarmate je de personages leert kennen, maar het blijft tegelijk licht. Sommige karakters zijn ook wat larger than life, zoals de Para’s, gespeeld door Kevin Janssens en Stefaan Degand, of de Coromars, de hypercompetitieve tegenstanders van Tafel 7. En neen, ik had de rol van Iwein (de afgelikte en onbescheiden leider van de Coromars, die gespeeld wordt door De Pauw zelf, nvdr.) niet geschreven met mijzelf in gedachten. Maar gaandeweg zag ik me hem wel vertolken. Ik weet ondertussen wat ik als acteur waard ben, en voor zo’n personage ben ik geknipt. Hij is geen puur komisch figuurtje, maar ook een beetje tragisch en vilein. Mijn seksleven stond tijdens de opnames wel op een laag pitje: ik droeg kleurlenzen, mijn haar was strak achterovergeföhnd, ik had een ringbaardje… Mijn vrouw, neen, die zag het niet. Alles voor de kunst, zeker? (lacht)

‘IK KAN SNELLER AFSCHEID NEMEN’

DE PAUW: Ik voel me nog altijd niet klaar om zelf iets te regisseren. En ik wilde al lang eens samenwerken met Jan Matthys, een interessante regisseur, een erg aimabele man en iemand die gestructureerd kan werken. Zo’n fictiereeks draaien, dat is een hele onderneming, hoor. Op een bepaald moment stond er 120 man op de set, voor een productiehuisje als Koeken Troef is dat gigantisch. Jan heeft de ervaring en de ploeg, en hij snapte waar ik naartoe wilde. Zijn bijdrage aan Quiz me Quick is ook niet gering: hij heeft gezorgd voor dat feeërieke, dat tijdloze gevoel. Zo’n reeks is groepswerk, men zou dat weleens durven te vergeten, aangezien ik altijd diegene ben die geïnterviewd wordt.

Logistiek is dit het grootste wat ik ooit gedaan heb, ja. De kinderpuzzel was ook niet min, maar dit… (blaast) Negen draaidagen per aflevering van 45 minuten, dan zit je aan 5 minuten per dag. Dat is krap, dan moet je stevig doorwerken. We hebben de scenario’s van de eerste vijf afleveringen laten bekijken door iemand die verstand heeft van dat soort dingen, en die zei: ‘Oké, je hebt negen draaidagen per scenario, en als ik het uitreken, dan kom ik bij de eerste aflevering uit op 17. Aflevering twee zijn er 13, aflevering drie klopt ongeveer.’ Enzovoort. (lacht) Dus heb ik moeten snijden. Ik had voor het begin van de vierde aflevering een heel mooie droomscène geschreven waarin de hoofdpersonages in een rivier vallen, en je een soort voorafschaduwing ziet van wat nog moet komen. Daarvoor alleen al hadden we twee dagen in een bassin in Brussel moeten gaan draaien, dus die beslissing was snel genomen.

Ik heb nog altijd de neiging om te lange scènes te schrijven, maar ik weet al beter wat voor ingrediënten je allemaal nodig hebt. Ik heb geleerd om sneller afscheid te nemen. En de dingen die ik echt met pijn in het hart moet schrappen, zitten in mijn la. (lacht) Die komen nog wel eens aan bod. Het is ook niet zo dat ik zeg: als ik vijftien draaidagen per aflevering had gehad, dan was het nóg beter geweest. Te veel tijd kan ook laksheid creëren, en beperkingen maken je creatiever. Een van de beste moppen in de eerste Indiana Jones-film is die scène waarin Harrison Ford een man tegenkomt die hem bedreigt met allerlei zwaardkunsten, waarop hij hem simpelweg neerschiet. Oorspronkelijk was daar een heel gevecht gepland, maar Ford was al dagenlang ziek, de crew was moe, dus hebben ze een andere oplossing gezocht. En nu is dat een klassieker.

‘BAKKES HOUDEN, DE PAUW, GEWOON UITZWETEN’

DE PAUW: Ik sluit met Quiz Me Quick en Twee tot de zesde macht een vreemde periode af. De manier waarop mijn twee vorige programma’s, De kinderpuzzel en De kazakkendraaiers, werden ontvangen, heeft me verrast. Niet dat die twee zonder fouten waren. De kinderpuzzel zat waarschijnlijk iets te moeilijk in elkaar, en de eerste aflevering van De kazakkendraaiers was niet geweldig. Maar het heeft zich rechtgetrokken. Bij De kinderpuzzel zijn de kijkcijfers na de eerste twee afleveringen gestabiliseerd, toen iedereen die het te ingewikkeld vond had afgehaakt, en bij De kazakkendraaiers zijn we zeven weken boven het miljoen gegaan.

Mislukkingen waren dat dus niet, terwijl die perceptie wel is ontstaan. Ze werden ‘flops’ genoemd. De vraag kwam ‘of Bart De Pauw het wel kan in zijn eentje’. Was het wel de juiste beslissing om weg te gaan bij Woestijnvis? Wordt hij wel kritisch genoeg omringd? ‘Als de creatieve geesten van Woestijnvis er zich nog eens over hadden gebogen, was het wel goed gekomen’, las ik in die periode. Sorry hoor, maar bij Het geslacht De Pauw heb ik ook alles alleen gedaan: ik denk dat ze bij Woestijnvis pas wisten hoe die reeks in elkaar zat toen ze op tv kwam. ‘Bakkes houden, De Pauw,’ heb ik veel gedacht, ‘gewoon uitzweten.’ Ik ben soms mijn eigen vijand, dat heb ik ook tegen mijn medewerkers gezegd. Kritiek heeft vaak niets te maken met de programma’s op zich, maar met mij. Ik kom met De kinderpuzzel of De kazakkendraaiers af, terwijl mensen liever nog een seizoen van De mol hadden gezien of Het geslacht De Pauw.

Of ik fouten heb gemaakt? Ja, in interviews toen heb ik een paar dingen gezegd over mijn vertrek bij Woestijnvis die ik nu, als ik ze teruglees, te bitter vind. Maar dat is praat achteraf en het is bijgelegd. De kritiek heeft me ook peper in mijn gat gegeven, en ervoor gezorgd dat we in alle stilte keihard verder hebben gewerkt. We zijn bij Koeken Troef als productiehuis ook moeten groeien. Toen we aan Twee tot de zesde macht begonnen, hebben we meteen gezegd: ‘We maken eerst een proefprogramma en bekijken het dan verder.’ Met De kazakkendraaiers zijn we meteen op antenne gegaan, omdat we geen budget voor een proefaflevering hadden vrijgemaakt. Dat is een fout die we niet meer zullen begaan.

Televisie is ook geen exacte wetenschap. Dat is nog eens bewezen met de start van VIER. Daar zit zoveel talent samen, en al die mensen denken: Komen eten, we gaan dat helemaal omgooien, weg met de uitlachtelevisie! En dan blijkt dat het publiek het niet lust. Ik wil daarom hier ook niet ‘het miskende genie’ uithangen. Ik had zelf meer verwacht van De kinderpuzzel of De kazakkendraaiers, maar blijkbaar zaten er dingen in die niet aansloegen. De kijker heeft altijd gelijk.

TWEE TOT DE ZESDE MACHT EN QUIZ ME QUICK

VANAF 21/10 OP ÉÉN.

DOOR STEFAAN WERBROUCK – FOTO’S KOEN KEPPENS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content