Elke dinsdag en donderdag, 21.35 – VTM
In Australië was het een ware hype, maar of de Vlaamse versie van Mijn restaurant eenzelfde succes wordt, durf ik te betwijfelen. Daarvoor werd het recept van de reality-tv weer iets te routineus toegepast. De deelnemers komen in beeld, flappen er al wat in hen opkomt uit en dat wordt vervolgens in de montagekamer tot tv-eenheidsworst verwerkt. Rani De Coninck ondernam, net niet spontaan ontbrandend van enthousiasme, nog wel een poging om wat van haar vuur over te brengen op de buis, maar het mocht niet baten.
In de eerste aflevering kregen vijf duo’s vijf sleutels van verkommerde panden die ze mochten omtoveren tot hun droomeethuis. Ze maten de schade op, kraamden wat gemeenplaatsen uit en begonnen een businessplan uit te werken. De vakjury – superkok Peter Goossens, horecamanager Christel Cabanier en culinair redacteur Dirk De Prins – gaf naar best vermogen gewichtige commentaar en deelde zonder verdere uitleg enveloppen met geld uit. 3000 euro voor Jelle en Micheline uit Leuven, 21.000 voor de schoongebroeders Kris en Angelo uit Gent. Waarom de bedragen zo varieerden, bleef voor de kijker een mysterie. Op het einde volgde een soort kidnapping, waarbij de ene helft van elk duo op weinig spannende wijze uit beeld werd gewerkt en de andere helft naar de keuken afgevoerd. Het obligate filmpje ‘Volgende week’ beloofde meer, veel meer. En toch vrees ik dat Mijn restaurant volgende week en ook daarna niet veel boeiender wordt dan de mannen in de villa van Phaedra.
Het was niet de reclamecampagne van VTM maar mijn tandarts die me had warm gemaakt om te kijken. Het Leuvense pand waarin Micheline en haar zoon Jelle hun zaak willen opstarten, ligt schuin tegenover haar praktijk. Het huis kent een trieste geschiedenis: ooit een bloeiende zaak-met-standing, daarna een populaire brasserie, sindsdien alleen maar bergaf. Faillissement, leegstand, verkrotting. ‘Het getuigt van meer moed dan gezond verstand dat je daarin iets wil beginnen’, meende ze.
Is dat de reden waarom Mijn restaurant toch iets heeft? Het vereist gezonde gekte om je eigen restaurant te willen beginnen en alleen al omdat ze hun droom durven na te jagen dwingen de deelnemers enige bewondering af. Want als kleine restaurateur is het iets moeilijker om het te maken dan in de tv-wereld: je komt er niet door opgewarmde kost te serveren. Ogen en oren laten zich misschien bedriegen, maar smaakpapillen zijn net dat ietsje kieskeuriger. Ze verlangen kookkunst, en zelfs een tikkeltje magie. Tussen de naar de hand van een derderangsmodel dingende mannen en de reclameblokken wegschenkende zangers zou het een verademing zijn eens iemand bezig te zien die werkelijk iets kan. Wie weet, volgende week misschien.
Door Tine Hens
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier