‘MIJN PUBLIEK ANGST AANJAGEN, HET BLIJFT VERSLAVEND’

Nick Cave viert zijn 20.000e dag op aarde met een documentaire over Nick Cave. Een egotrip? Ja, maar dan wel in de vorm van pijnlijk zelfonderzoek ter lering en vermaak van de verbijsterde kijker. En van een schoonheid die je ziel doet bloeden. ‘En allemaal in scène gezet.’

Niets zo irritant als rocksterren die zichzelf een documentaire cadeau doen. Meestal een mengeling van kunstig in beeld gebrachte podiumfragmenten, enkele relativerende backstagescènes – zie, ik mag dan wel Beyoncé heten, ik heb ook wel eens een bad hair day – en een rits korte interviews met compagnons de route en apetrotse ouders die hun bewondering niet onder stoelen of banken steken. Het kwijl druipt dikwijls van het scherm. Of het ontspoort helemaal: stoere metalpioniers die zichzelf herleiden tot een stelletje huilebalken en een batterij therapeuten nodig hebben om nog een treffelijk nummer te schrijven – na Some Kind of Monster kun je nooit meer headbangen op One.

Laat het aan Nick Cave, of beter: aan kunstenaarsduo Iain Forsyth en Jane Pollard, die deze docu regisseerden en concipieerden, om het genre op zijn kop te zetten. 20,000 Days on Earth bevat alle bovenstaande elementen, maar dan met de stijlvolle toets die we ondertussen van de raaf in maatpak gewoon zijn. Cave gunt de kijker één dag in zijn privéleven, een dag die tussen de lakens begint – even zie je een glimps van de naakte schouder van echtgenote Susie Bick – waarna hij zich driftig tikkend opsluit in zijn chaotische werkkamer: ‘Schrijven is een vorm van kannibalisme op de werkelijkheid, een draak die getemd moet worden.’ De typmachine en aaneengeplakte vellen vol songteksten blijken niet voldoende: via een intercom wordt Cave gewezen op zijn afspraak met een therapeut en ‘The Archive’. In een oude Jaguar tuft hij door Brighton, het Engelse kustplaatsje dat met zijn vergane victoriaanse glorie veel weg heeft van Oostende, onderwijl in prachtige volzinnen mijmerend over leven en literatuur.

De therapeut, die een beetje op popfilosoof Alain de Botton lijkt, ondervraagt Cave over zijn vader en zijn eerste seksuele gevoelens – je kijkt met open mond naar zoveel openhartigheid; de man die zijn haast mythische imago zo streng bewaakt, vertelt zonder schroom over verdriet en opwinding, over Nabokov en zwartharige deernes met een lelieblanke huid. Daar doe je het voor, denk je bij jezelf, jezelf meten met de lettertitanen, en vrouwenharten breken.’

In de Jaguar duiken plots oude bekenden op: de karakterkop van acteur Ray Winstone, u bekend van de videoclip van Jubilee Street en zijn toprol in The Proposition, maar ook Kylie Minogue, en voormalig Bad Seed Blixa Bargeld zowaar. Het is een filmische meesterzet: het zo typische autogekeuvel krijgt iets intiems en je voelt een huivering door je lichaam trekken wanneer Minogue Cave liefdevol toespreekt over hun gezamenlijke verleden en het verlies van collega Michael Hutchence. Een regenbui plenst neer en Cave worstelt met de ruitenwissers. Winstone tikt hem op de vingers: ‘Je moet de verwarming opzetten Nick, anders dampen de ruiten aan.’ Gemoedelijk, broederlijk, twee vrienden die lichtjes verveeld een autorit maken.

The Archive lijkt wel een atoomschuilkelder waar bibliothecarissen kromgebogen door Caves verleden ploegen. Schoolfoto’s, handschriften, de eerste footage van zijn eerste band The Birthday Party, waarin men met wetenschappelijke precisie probeert in te zoomen op een urinerende penis, en een koffertje waar twee strengen meisjeshaar uit tevoorschijn komen. Een spichtig jonge Cave die in een Berlijns kruiphok aan een boek werkt, afbeeldingen van eerste liefjes. Langzaam worden de contouren van 20,000 Days duidelijk: dit is een film over het geheugen, over hoe de mens slechts de som van zijn verleden is – wie vergeet, snijdt een stuk uit zijn bestaan.

Wat niet wil zeggen dat je het heden niet moet koesteren. Cave snort in zijn Jag naar de woonst van collega-Bad Seed Warren Ellis, de duivelse trol die op het podium menige viool verkracht, maar in een huiselijke omgeving best een aardige kok blijkt. Toch voor wie paling lust. De kompanen keuvelen over de kracht van een liveoptreden. Ellis herinnert zich een show van ‘The Killer’ oftewel Jerry Lee Lewis, een levend wrak dat, eenmaal op het podium gesukkeld, transformeert tot een begeesterende rockster die zijn gammele band tot nieuwe hoogten stuwt. Je ziet Nick Caves ogen oplichten: ‘Mijn publiek angst aanjagen, het blijft verslavend.’

Toegegeven: die angst valt ook mij te beurt wanneer ik enkele dagen na de persvisie Nick Cave aan de lijn krijg. De stem die jarenlang door mijn boxen schalde, klinkt nu akelig nabij in de telefoon. Het is een kort gesprek – Cave en interviews, het is nooit een welluidend duet geweest – en mijn complimenten over zijn oprechtheid in 20,000 Days on Earth wuift hij gulhartig weg: ‘Ah, het is allemaal in scène gezet. Warren woont niet echt in een cottage en die therapiesessie is kundig georkestreerd. Maar ook noodzakelijk: enkel via de verdichting kan de waarheid aan het licht komen. Ik wilde eigenlijk tonen hoe songs geschreven worden, hoe die verbonden zijn met mijn persoonlijke leven en hoe die teksten tegelijk mezelf overstijgen. Het cliché van de goddelijke vonk wilde ik vermijden. Ja, er is een magisch element, maar het is vooral hard werken: inspiratie verschijnt aan een voorbereide geest – zitten, blijven zitten en tikken is de boodschap. Je moet jezelf helemaal onderdompelen in een project, het uithollen en steeds opnieuw vullen met nieuw materiaal. Daarna snijd je al het overtollige weg, iets wat ik pas met de jaren heb geleerd; teksten van vijftig strofes herleiden tot een essentieel dozijn, dát is de ware uitdaging.’

Of het een fijn weerzien was met Blixa, die in 2005 na twintig jaar Bad Seeds-dienst plots de groep verliet? ‘We never really parted. Ik wilde het beeld weerleggen dat Blixa en ik in ruzie uiteen zijn gegaan. Blixa is een vriend gebleven, hij kon zijn huwelijk niet meer combineren met twee bands, en dat respecteer ik.’

20,000 Days on Earth voelt op sommige momenten aan als een testament, maar zo morbide ziet Cave het niet. ‘Het is een markeerpunt in mijn leven, dat zeker. Maar elk einde schept een nieuw begin. Dus maak je maar geen zorgen, je bent nog niet van me af. Ik hoop dat dat ook van de film afstraalt: het tomeloze plezier dat ik uit mijn creaties haal, de vreugde van te mogen optreden, telkens opnieuw. Ach, ik moet nog zoveel leren: hoe doe je dat eigenlijk, een goeie song schrijven? Als ik eruit ben, bel ik je terug.’

20,000 DAYS ON EARTH

Vanaf 29/10 in de bioscoop. Avant-premières op 23, 24 en 25/10 op het Film Fest Gent, filmfestival.be.

DOOR RODERIK SIX

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content