Zijn films hebben moraalridders de gordijnen ingejaagd, de katholieke Kerk angstzweet bezorgd en een hoop mensen over de hele wereld in vervoering gebracht. Nu is de jonge Mexicaan Gael García Bernal de ster van Cannes, met een hoofdrol in ‘La Mala Educación’ en in ‘The Motorcycle Diaries’, een film over Che Guevara. Gesprek met het symbool van de Mexican Wave. Door Bruno Lester
De Mexicaanse James Dean, dat is de bijnaam die Gael García Bernal heeft gekregen. De 25-jarige acteur, die dezelfde combinatie van kwetsbaarheid en ondeugende seksuele uitstraling bezit als de legendarische Rebel Without A Cause, kwam voor het eerst voor het voetlicht toen hij een gemeen straatjochie speelde in Amores Perros, het weergaloze debuut van Alejandro Gonzalez Iñarritu uit 2001. Sindsdien speelde Bernal ook nog mee in onder meer Y Tu Mama También en El Crimen del Padre Amaro, waardoor hij in een recordtijd hét uithangbord is geworden van de nieuwe Latijns-Amerikaanse cinema: gedurfd, gepassioneerd en politiek geëngageerd. Niet alleen dat, de jongeman met zijn lentegroene ogen en afwisselend diepbedroefde en kinderlijk blije blik is tevens uitgegroeid tot sekssymbool, ook al is hij met zijn kromme neus en zijn grote, gepunte tanden niet knap volgens de geijkte normen.
Bernal was voorbestemd om te acteren. Hij werd in Guadalajara geboren als zoon van twee acteurs, Jose Engel (nu een regisseur) en Patricia Bernal en speelde vanaf zijn prilste kindertijd regelmatig mee in de producties van zijn ouders. Het grootste deel van zijn tienerjaren bracht Bernal door op de set van tv-soaps. Op 19-jarige leeftijd, net op het moment dat hij een echte soapster zou worden, liet Bernal de Mexicaanse televisie voor wat ze was en trok hij naar Londen om acteerlessen te volgen aan de Central School of Speech and Drama. Toen Bernal terugkeerde naar zijn geboorteland, werd hij de ster van enkele van Mexico’s meest bejubelde films van de laatste jaren. Amores Perros in de eerste plaats, maar ook Y Tu Mama También, waarin Alfonso Cuaron (de regisseur van de derde Harry Potter-film, Harry Potter and the Prisoner of Azkaban) Bernal en zijn boezemvriend Diego Luna opvoerde als twee geile tieners die op reis gaan met een sexy oudere vrouw. De film haalde in Mexico in zijn eerste week ruim anderhalf miljoen euro binnen – een record – en kreeg een Golden Globe-nominatie voor beste buitenlandse film. Maar hij zorgde ook voor danig wat beroering, vanwege de seksueel geladen sfeer én de scène waarin Bernal en Luna elkaar kusten. Dat was echter niets vergeleken met het stof dat zijn volgende film deed opwaaien. In El Crimen del Padre Amaro, dat in 2002 een oscarnominatie kreeg als beste buitenlandse film, speelt Bernal een ambitieuze, amorele katholieke priester die een meisje zwanger maakt en dan een abortus voor haar regelt. De katholieke Kerk van Mexico was allesbehalve blij met de film en riep de gelovigen op om hem te boycotten.
In Cannes is Bernal te gast met twee nieuwe producties. In The Motorcycle Diaries kruipt hij voor de tweede keer (de eerste keer was voor Fidel, een tv-film die Bernal naar eigen zeggen liever zo snel mogelijk wil vergeten) in de huid van Che Guevara, vrijheidsstrijder en favoriete posterboy van studenten aller landen. De film – geregisseerd door Walter Salles ( Central do Brasil) – gaat over een zeven maanden durende reis door Zuid-Amerika, die de jonge Guevara begin jaren vijftig ondernam samen met zijn vriend Alberto Granado. Het meest wordt echter uitgekeken naar La Mala Educación. Bernal speelt in de meest persoonlijke en tegelijk meest donkere film van Pedro Almodóvar meerdere rollen. Het zijn er minstens drie, maar het kunnen er ook meer zijn: het hangt ervan af of je je beperkt tot de echte personages die hij voor zijn rekening neemt, of er ook de tot leven komende literaire fantasieën bij optelt. Verwarring zaait hij in ieder geval in de rol van de travestiet Zahara: de onverdacht jongensachtige acteur ziet er met jurk, pruik en mascara plotseling uit als een Julia Roberts die kan acteren.
Proficiat. Je ziet er in alle eerlijkheid fantastisch uit als travestiet. Daar gaat je status als sekssymbool!
Gael García Bernal: Ik doe geen films omdat ik een sekssymbool wil worden. Ik kies de rollen waar ik van houd en de verhalen waarvan ik vind dat ze verteld moeten worden, niet omdat ik denk dat de film mijn carrière vooruit zal helpen of omdat ik er goed zal uitzien.
Hoe moeilijk was het om een travestiet te spelen?
Bernal: In het begin voelde ik me niet echt vrij, omdat alles nieuw was. Als je een drag queen speelt, dan moet je er vrouwelijk uitzien zonder dat het geforceerd lijkt en daar had ik wat moeite mee. Maar dan heb ik het geheim ontdekt: de handen. Een mannelijke of een vrouwelijke pose hangt vooral af van de manier waarop je je handen gebruikt, hoe je objecten vastneemt. Het probleem is wel dat als je een travestiet speelt, je in iedere beweging wilt bewijzen dat je een vrouw bent. Maar je moet op een punt komen dat je je genoeg vrouw vóelt zodat je het niet meer hoeft te bewijzen. Daarvoor heb ik het spel van Victoria Abril en Carmen Maura bestudeerd. Maar uiteindelijk heb ik het personage moeten creëren vanuit het niets.
Pedro Almodóvar staat bekend om de strakke manier waarop hij de set leidt. Hij geeft acteurs heel weinig ruimte om te improviseren. Hoe intens was het?
Bernal: Ik wist dat het intens zou worden, maar zo intens, dat had ik niet gedacht. Pedro weet precies wat hij wil en als acteur moet je dan maar je ego aan de kant kunnen schuiven. Hij zal nooit afwijken van zijn eigen visie, jij moet gewoon perfect kunnen uitvoeren wat hij wil. Maar dat is natuurlijk de basis van zijn genie. La Mala Educación is qua verhaal daarbij de vreemdste film die ik totnogtoe heb gedaan. Het is moeilijk om uit te leggen: eigenlijk speel ik vier personages, maar tegelijk maar één. Meer wil ik daar niet over kwijt, want dan geef ik ook de verrassing weg. De toeschouwer moet zelf maar het mysterie achter mijn personage(s) ontsluieren.
Almodóvar benadrukt dat ‘La Mala Educación’ niet antikatholiek is, maar de film is toch behoorlijk hard voor de priesters in de film. Vrees je een controverse zoals bij ‘El Crimen del Padre Amaro’?
Bernal: Neen, want La Mala Educación is veel minder zwart-wit. Ik was zelf teleurgesteld toen ik zag hoe weinig ambivalentie en subtiliteit er in El Crimen del Padre Amaro zat. Want ik houd ervan het katholieke geloof onder vuur te nemen. Cultureel gezien ben ik een katholiek, maar spiritueel ben ik een agnost. Was het Buñuel niet die zei: ‘Goddank ben ik een atheïst’ (lacht)? Neem nu de dubbele moraal van de katholieke Kerk: die is toch ongelooflijk ironisch? Landen als Brazilië, Mexico of Spanje doen zich graag voor als conservatief, maar de bevolking heeft er wel meer seksuele vrijheid dan elders. Net zoals de Verenigde Staten, die enkel aan de oppervlakte puriteins zijn. Wat de katholieke Kerk vandaag de dag te vertellen heeft over seksualiteit, daar zou iedereen kritiek op moeten hebben. Nu, als de Kerk intelligent was geweest, dan had ze El Crimen del Padre Amaro gesteund in plaats van op te roepen tot een boycot.
In Almodóvars film zitten ook enkele serieuze seksscènes – ‘Y Tu Mama Tambièn’ is er niks tegen!
Bernal: Seksscènes zijn moeilijk, maar aan de andere kant waren ze ook het gemakkelijkste deel van de film, want je moet gewoon je kleren uitdoen en de scène opnemen. Je hebt niets te verliezen.
In ‘Y Tu Mama Tambièn’ schreeuwde jouw personage tijdens een masturbatiescène de naam van Salma Hayek, met wie jij ooit nog samen in soaps hebt gespeeld. Wist Hayek dat je dat zou doen?
Bernal: Ja, ik heb het haar vooraf gevraagd. Het was ook niet gênant om haar naam te roepen, het was gewoon een eerbetoon. Toen Salma achteraf het resultaat zag, vond ze Y Tu Mama Tambièn meteen de beste film waar zij ooit had ingezeten (lacht).
In Cannes speelt ook ‘The Motorcycle Diaries’, over Che Guevara.
Bernal: Het is een road movie, een beetje zoals Y Tu Mama Tambièn maar dan met Che Guevara en Alberto Granado als hitsige jongeren (lacht). Ik had tijdens de opnames het gevoel dat er een grote verantwoordelijkheid op mijn schouders rustte, omdat ik Guevara speelde. Ik wou het goed doen om wat hij als figuur betekent voor de wereld, om wat hij allemaal heeft veranderd in Latijns-Amerika.
Heb je veel research gedaan?
Bernal: Ja, ik heb mezelf volledig ondergedompeld in de geschiedenis, literatuur en politiek. Ik heb Albert Camus gelezen, Karl Marx, Pablo Neruda, en natuurlijk ook een hele hoop biografieën van Che Guevara. Maar ik heb ook rugby leren spelen en met de motor rijden – zo goed dat ik zelfs geen stunt double nodig had (lacht). Tegen het einde van de opnames was ik dan ook bijna acht kilogram kwijt, en zag ik er even uitgeput en afgeleefd uit als Guevara zelf op het einde van de reis.
Toen jij in het lager onderwijs zat, gingen je ouders uiteen, waarna je samen met je moeder voortdurend moest verhuizen, van de ene buurt in Mexico City naar de andere. Hoe kijk je nu terug op je kindertijd?
Bernal: Toen ik klein was, had ik een moord begaan om een normaal leven te krijgen. Je weet wel: op zondag naar de kerk gaan, en achteraf naar een country club. Maar nu ben ik dankbaar dat ik niet zo ben opgevoed, want ik ben al mijn hele leven omringd door kunstenaars. Mexico City heeft op dat vlak een buzz die ik nog nergens anders heb gevonden. Jonge, getalenteerde filmmakers schieten er als paddestoelen uit de grond en het publiek houdt ook van de lokale cinema. Amores Perros was in Mexico even groot als Mission Impossible 2, maar in die film brengt Tom Cruise ongeveer honderd mensen om het leven en blijf je als kijker onbewogen, terwijl iedere slag, ieder woord in Amores Perros pijn doet. Dat is de kracht van Mexico City. Weet je, ik mis de drang om in andere delen van de wereld te gaan wonen en als het druk wordt, is het verlangen naar Mexico heel sterk. Ik mis het om samen met Diego te voetballen, om me te bezinnen. Momenteel voel ik me als een pingpong, en ik moet dringend mijn batterijen weer opladen.
© IFA. Vertaling en bewerking Stefaan Werbrouck
Bruno Lester
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier