Metal: Parallel met de punk deelt de New Wave Of British Heavy Metal van Iron Maiden, Saxon en Def Leppard bij het aanbreken van de jaren tachtig een mokerslag uit. …
Metal: Parallel met de punk deelt de New Wave Of British Heavy Metal van Iron Maiden, Saxon en Def Leppard bij het aanbreken van de jaren tachtig een mokerslag uit. Deze Britten inspireerden de Amerikaanse bands Metallica, Megadeth, Slayer en Anthrax tot trash, die op zijn beurt uitmondde in speed, death en doom metal. Vandaag is de term ‘heavy metal’ totaal passé; het roept beelden op van langharig, in zwart leer gehuld tuig. In is de ‘nu metal’, met bijbehorende sportieve hiphoplook en kort, geverfd haar. Limp Bizkit en Korn leiden een steeds groeiend peloton dat hardcoregitaren, funky grooves en rap samengooit en het systeem eert van stille strofen en losbarstende, meebrulbare refreinen.
Minimalisme: Philip Glass pende in het magische jaar ’68 zijn eerste minimalistische stukken. Hij hanteerde de herhaling als stijlfiguur en structureerde zijn composities volgens het principe van de toevoeging (een gevolg van zijn interesse voor de Indiase muziek, waar dit additieve aspect al eeuwen bestaat). Frappant hoeveel minimalisten _ Glass ( Koyaanisqatsi), Wim Mertens ( The Belly Of The Architect), Michael Nyman ( The Piano) _ gegeerd zijn door filmmakers. Het is trouwens gek: hoe beslister zij een orkestrale, breedmuzikale richting uit zwenken, hoe meer de wereld rondom hen voor een minimale levensstijl valt. De jaren negentig waren een toonbeeld van de minder is meer-filosofie, met sushi bars, lofts en nouvelle cuisine als tastbare bewijzen. Zelfs in de dansmuziek is er geen ontsnappen aan het afkalvingsprincipe, kijk maar naar de minimal house.
Moog: Uit ’65 stammende, analoge synthesizer. Leek onmisbaar in de progressieve rock en de krautrock en is nu plots weer in. Niet alleen fetisjist Beck, maar ook de hypermoderne dance-acts Prodigy en Fatboy Slim hebben heimwee naar het vakwerk van de instrumentenbouwers van vijfendertig jaar geleden. De reden is makkelijk te achterhalen: de Moog heeft een heel apart geluid, terwijl er de jongste tijd enkel nog multifunctionele eenheidsworst op de markt komt.
Morna: De weemoedige muziek van de Kaapverdische Eilanden. Een mediterraan kind van de Portugese fado en latijnse ritmiek. Cesaria Evora en Herminia _ erfgenamen van de cantadeiras, de oorspronkelijke zangeressen van de morna _ zijn de hedendaagse koninginnen van het genre. Morna’s combineren een melancholische toon en een meeslepende kadans. Op haar recentste platen wijst Evora op de invloeden uit Cubaanse en Braziliaanse hoek.
MP3: Staat voor een revolutionaire compressietechniek die de omvang van digitale muziekbestanden drastisch doet afnemen, waardoor ze makkelijk te downloaden zijn. Het zette de deur op een kier voor de filesharing, het uitwisselen van deze bestanden. Napster reageerde sneller op deze ontwikkeling dan de muziekindustrie, waardoor deze laatste in nauwe schoentjes terechtkwam: waarom nog een dure cd kopen als je hem van het net kan halen? Public Enemy zette zijn platenfirma buitenspel en besloot eigenhandig de distributie te verzorgen via het web. Ook muzikanten zonder contract, zoals Terence Trent D’Arby, bracht het soelaas. Feit blijft echter dat de geluidskwaliteit van MP3-files te wensen overlaat en de dynamiek van de muziek wordt afgevlakt. Niet alleen de verlieslijdende majors morren, ook artiesten moeten met lede ogen aanzien hoe auteursrechten door hun neus geboord worden. Sommige platenfirma’s sloten deals met Napster, anderen zochten naar systemen om het kopiëren van muziekbestanden onmogelijk te maken. Wellicht zullen MP3-files steeds meer als promotiemiddel worden aangewend, zodat het veeleer een positieve uitwerking op de cd-verkoopcijfers zal hebben.
Nederhop: Rapper Def P van Osdorp Posse besefte als een van de eersten dat je het best in je eigen taal kunt freestylen (rijmen improviseren). De soms letterlijke vertalingen uit het Engels _ motherfucking wordt ‘moederneukende’ _ werken weleens op de lachspieren, maar zetten vele jonge hiphoppers ertoe aan om de Nederlandse toer op te gaan. Zelfs de dichter Gerrit Komrij wordt er lyrisch van en bombardeert nederhop tot de grote hoop van de Nederlandse poëzie. Ook Vlaanderen blijft niet ongevoelig. ABN is de vlijtigste leerling, terwijl ’t Hof Van Commerce met het West-Vlaamse dialect charmeert. De Vlaamse vertakking wordt _ hoe kan het anders _ ‘frithop’ gedoopt.
New Acoustic Movement: Muziekjournalisten _ het zijn ook maar mensen _ zien soms spoken. Horen ze op één week drie platen waarop groepen akoestisch gaan, dan kunnen ze dat niet als een dom toeval zien en spreken ze meteen van de New Acoustic Movement. Dat gebeurde toen Kings Of Convenience (ze deden er nog een schepje bovenop door hun debuut-cd Quiet Is The New Loud te titelen), Turin Brakes en I Am Kloot tegelijkertijd een visitekaartje afleverden dat naar stilte en eenvoud terugkeerde. Wellicht een logische onderstroom aangezien het gros van de hedendaagse platen geprogrammeerde drums en andere elektronische snufjes bevat.
New age: Is natuurlijk in de eerste plaats een levenshouding, een spirituele revolutie. Op zoek naar rust, harmonie en verlichting experimenteren mensen met geneeskrachtige kruiden en tantrische seks en trekken ze op yogacursus. Als iemand daar heil in vindt, waarom niet? Maar is het echt noodzakelijk om er ook nog een vredige soundtrack bij te bedenken? Als je naar de harpmuziek van Andreas Vollenweider luistert, kun je inderdaad niet anders dan wegdromen. De gedachte dat voormalig Avro’s Toppop-presentator Ad Visser nog een tweede leven vond met de vermeend heilzame, auditieve relaxmassage van zijn Brainsessions-cd’s is niettemin geruststellend.
Nu jazz of phusion: Er staat een generatie downtempo-producers op die alle muzikale barrières wil slopen. De Britse deejay Gilles Peterson, altijd de vinger aan de pols van de elektronische muziek, zag iets bewegen in Duitsland. Daar fabriceren met het Compost-label verbonden acts als Jazzanova, Rainer Trüby, Fauna Flash, Beanfield, The Underwolves en Kruder & Dorfmeister jazzy door wereldmuziek, hiphop, house, techno, soul en drum ‘n’ bass bevruchte, alternatieve clubmuziek.
Old skool: Hiphopbegrip dat verwijst naar de mode van de rapcultuur van de jaren tachtig. Toen beheersten de streetwear van Adidas en Puma (hiphoppers als Run DMC en Eric B & Rakim waren wandelende reclame voor deze sportmerken) het stadsbeeld. Platen kunnen ook old skool hiphop genoemd worden, als de beats en de rapstijl aan die periode refereert. Daartegenover staat de ‘new skool’, die eerder te leen gaat bij de house-cultuur. Hedendaagse R&B en de innovatieve latin-house van Nuyorican Soul (zie: latin) zijn dus ‘new skool’.
P-funk: George Clinton alias Dr. Funkenstein tilde de funk naar een progressief, maf en freaky niveau. De muziek van zijn groepen Parliament en Funkadelic was al even extravagant als dit showbeest zelf (ook zijn bassist Bootsy Collins was de verpersoonlijking van het adjectief ‘kleurrijk’). Aan de p-funk hangt een hele ideologie vast, die vrije seks en vrede als ultieme doelen nastreeft. Bij Parlaiment zwaaien de blazers de scepter, terwijl het harde en met psychedelisch gitaarwerk opgesmukte Funkadelic een bron is waaraan crossover-bands als Red Hot Chili Peppers en Fishbone zich laven.
Pop: Uiteraard een paraplu waaronder velen kunnen schuilen. Toch is er een accentverschuiving merkbaar. Stond de afkorting ‘pop’ vroeger voor ‘populaire muziek’, de laatste tijd haalt men zonder schroom dit etiket boven voor platen die weliswaar melodieus zijn maar daarom nog niet succesvol. Prefab Sprout en Elvis Costello maken volgens kenners pure pop, al scoren zij geen hits. Maar omdat ze catchy tunes schrijven, mag hun werk gerust onder de ‘poppy’ categorie geklasseerd worden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier