Een kleine voorspelling: The Kinky & Cosy Experience, de ronduit bizarre expo van Nix, zal straks opvallen op het stripfestival van Angoulême. De doe-het-zelver van de Vlaamse stripgilde heeft zelden de neiging om half werk af te leveren – en dat gaat ook nu niet anders zijn. ‘Vorige week was ik professionele voltmeters in panelen aan het vijzen, terwijl ik dacht: Jezus, ben jij nog wel een tekenaar?’

‘Verdieping 1: Ironie & Sarcasme. 09.00-12.00 u. Verdieping 2: Slapstick. 14.00-16.00 u’, staat er op het zwartrubberen ministeriële letterbord aan de ingang van zijn atelier in Nieuwrode, Vlaams-Brabant. De ambtenarij van Monty Python – of Koot en Bie, als u het Nederlands taalgebied prefereert – is nooit ver weg in de wereld van Marnix Verduyn, kortweg Nix. Maar het meest heeft zijn atelier nog van een vreemdsoortige humorfabriek. Onder koptelefoons zitten twee heren achter een computerscherm naarstig te tekenen, omgeven door een prettige chaos van stripboeken, schetsen, vinylplaten en een eigenzinnige collectie porselein. Op een sierbordje, ontworpen door collega en vriend Jeroom, staat moeder Teresa met een kale kat – ‘Moeder Teresa met geschoren poes’, om helemaal correct te zijn. Tussen de boeken prijkt een borstbeeld van Jezus Christus, zijn gewaad overschilderd met een Superman-spandex. ‘Goed voor mogelijk twee fatwa’s’, staat op het plakkaatje ernaast. Het klinkt dezer dagen wranger dan het allicht bedoeld was.

‘Dat daar is Ben van de dienst Woordspelingen’, zegt Nix.

Benny steekt zijn hoofd boven zijn computerscherm uit en zegt hallo.

‘En dat is Bram van de dienst Visuele Grappen.’

Bram steekt zijn hoofd boven zijn computerscherm uit en zegt hallo.

‘Ik wist niet dat jij werknemers had.’

‘Alleen al om met een droge “Dat kun je beter aan mijn personeel vragen” te kunnen antwoorden telkens iemand me vraagt of ik van mijn tekeningen kan leven, zijn ze hun geld waard’, zegt Nix.

Al is er nog een andere reden. Het woord ‘humorfabriek’ was daarnet niet zonder reden gekozen. Behalve zijn tekenwerk voor Kinky & Cosy en Billy Bob, gepubliceerd in Focus Le Vif en tot voor kort Yeti, heeft Nix zich de jongste jaren geoccupeerd met 500 animatiefilmpjes van Kinky & Cosy, ingesproken in Hollywood en getekend in China en Angoulême. De Nederlandstalige versie zal straks op Jim te zien zijn, de Franse versie is al aan Frankrijk verkocht en Finland toont de reeks op de nationale omroep.

En dan is er nog The Kinky & Cosy Experience, de expo waarmee hij straks in Angoulême zal verbazen. Omdat Nix Nix is, draaide wat een simpele expo moest worden uit op een volledige brainwash annex heropvoedingscursus, waarbij de bezoeker in vier kamers het universum van de tweeling Kinky & Cosy doorloopt. Samen met zijn personeel verzorgt Nix momenteel de grafische kant, in Virton wordt ondertussen de scenografie in elkaar gestoken. Na Angoulême wordt de hele expo in een scheepscontainer geïnstalleerd om door Europa te reizen – eerste halte: Napels.

Mocht u het zich dus afvragen: Nix kan van zijn tekeningen leven.

Hoe is Angoulême bij jou terechtgekomen?

NIX: Het Fonds der Letteren laat om de twee jaar een Vlaming exposeren in Angoulême. Twee jaar geleden was dat Brecht Evens, voor dit jaar hadden ze aan mij gedacht. Niet geheel zonder reden, als ik zo onbescheiden mag zijn: ik heb wel wat banden met Angoulême: tien jaar geleden heb ik er al een expo gehad met Johan De Moor, in 2006 heb ik er de Prix d’Humour in ontvangst mogen nemen, en om de zoveel tijd deed ik wel iets op het festival – het laatste was een concert de dessin met Arno.

Je bent er dit jaar wel je werk van aan het maken.

NIX: Expo’s over een beeldverhaal, dat is doorgaans wat kaders met originele tekeningen tegen de muur: de auteur toont zijn oeuvre. Ik heb dat nooit gesnapt. Tekeningen zijn niet gemaakt om tegen een muur te hangen: tekeningen zijn gemaakt om in een beeldverhaal bekeken te worden. Voor The Kinky & Cosy Experience wilde ik het eens anders aanpakken: ik wil de bezoekers in het universum van de strip trekken. Meer zelfs: ik wil ze schaamteloos indoctrineren. Het idee was een laboratorium te bouwen waarin je eerst gebrainwasht wordt, om je dan aan de hand van interactieve spelletjes de manieren van Kinky en Cosy aan te leren.

En daar is het een beetje uit de hand gelopen. Ik vind dat als je zo’n expo maakt, je dat ook helemaal moet doen. De bezoekers mogen niet binnenkomen en denken: ‘Ik snap wat ze hebben willen realiseren.’ Neen, ze moeten binnenkomen en denken: ‘Wat is dit?’ En vooral: ‘Zijn die gasten zot?’ Voor de brainwash viel dat nog mee: die kamer hebben we kunnen maken met wasmachineonderdelen, akelige neonverlichting en de geur van bleekwater. Maar de daaropvolgende controlekamer was iets moeilijker. Ik wist precies hoe alle panelen er moesten uitzien. Iets te precies zelfs. We zijn professionele lampjes en schakelaars gaan kopen; voor de voltmeters zijn we bij een radioamateur terechtgekomen die er nog een aantal had liggen – het mocht geen namaak zijn. Alles werkt ook: aan de hand van fotomateriaal van kerncentrales heb ik meticuleus uitgetekend hoe alles in elkaar moest zitten. Vorige week was ik die voltmeters in elkaar aan het vijzen, terwijl ik dacht: ‘Jezus, ben jij nog wel een tekenaar?’ (lacht) Maar zo hoort het. Het moet kloppen of het werkt niet.

Als ik me niet vergis ben jij burgerlijk ingenieur van opleiding. Heeft dat er iets mee te maken?

NIX: Ongetwijfeld. Het fascineert me ook echt hoe al die dingen in elkaar zitten: dat maakt het net iets makkelijker om er zo maniakaal mee bezig te zijn.

Het is de eerste keer dat die twee werelden bij elkaar komen. Na mijn studies heb ik vijf jaar bij Belgacom gewerkt. Eerst als ingenieur van de kabels in Limburg, daarna in een denktank om het bedrijf te hervormen. Mijn carrière liep wel goed, maar ik leidde een soort dubbelleven: overdag werkte ik als ingenieur, ’s nachts tekende ik cartoons voor De Morgen. En dat mocht niet geweten zijn. Ik kon bij Belgacom niet zeggen dat ik ook strips tekende: dat zou mijn credibiliteit volledig ondergraven. En bij De Morgen durfde ik het ook niet te zeggen. ‘Wat is dat met u? Wie zijt gij eigenlijk? Zie u daar nu eens staan?’ zeiden ze daar bij de directie wanneer ik in kostuum over de prijs van mijn cartoons kwam onderhandelen. En bij Belgacom zeiden ze: ‘Wat is dat met u? Ge ziet eruit als een artiest’, als ik tijdens de evaluatie zonder das en met kaalgeschoren punkkop arriveerde. Bij deze expo is het de eerste keer dat die twee werelden in elkaar overvloeien.

Je bent altijd wel evenveel tekenaar als doe-het-zelver geweest.

NIX: Doel je dan op de expo?

Niet alleen. Ik ken weinig tekenaars die zelf vijfhonderd animatiefilmpjes in elkaar steken, de stemmen gaan opnemen in Hollywood en voor de animaties naar China reizen.

NIX: Dat heeft er gewoon altijd in gezeten. Toen ik veertien was, kwam mijn zus thuis van de bibliotheek met een boek over animatiefilmpjes. De hele zomer ben ik toen in de weer geweest met de Super 8-camera van mijn vader. Toen ik in september weer op school kwam, had iedereen verhalen over de reizen die ze hadden gemaakt. En ik, ik kon vertellen dat ik twintig seconden animatie had gemaakt. Uiteindelijk is dat nog altijd hoe het werkt. Er zit geen groots plan achter wat ik doe. Ik ben nog altijd een veertienjarige die denkt: ‘Geweldig! Dat gaan we doen!’

Het is ook wat ik daarnet zei: als je iets doet, moet je hard gaan. Als Kinky & Cosy één moraal uitdragen, dan is het dat: de wereld is aan de durvers. Als je je stripfiguren wilt animeren, kun je er maar best meteen 500 afleveringen van maken. Als je 500 afleveringen wilt maken, is het logisch om die eerst in het Engels op te nemen – daar genereer je net iets meer interesse mee op de televisiebeurs in Cannes dan met een Nederlandse versie. En als je een Engelse versie opneemt, trek je best naar Hollywood, waar je het makkelijkst goede stemacteurs vindt.

Wie doet de Engelse stemmen eigenlijk?

NIX: Het grootste deel is ingesproken door Bryan Barter. Je zult zijn gezicht wel kennen – hij speelde mee in The Social Network. Ook geen gewone jongen, trouwens. Toen hij Woody moest inspreken, het crapuul van de klas, kwam hij met me praten. ‘Ik zie hem helemaal voor me. Woody heeft op jonge leeftijd te veel lijm gesnoven. Van jeugdinstelling naar jeugdinstelling gegaan. Hij praat door zijn neus. Snuift zo’n beetje wanneer hij praat, als een tic nerveux. I know this guy.‘ Ook tijdens de technische vergaderingen sprak Barter tegen mij met dat snuivende geluid en die tics: hij wilde absoluut in zijn rol blijven. Zoals ik al zei: geen gewone jongen.

Het valt wel op dat je in eigen land vooral aandacht krijgt met nieuws uit het buitenland. Word je buiten de landsgrenzen anders gepercipieerd?

NIX: Zoveel stel ik niet voor in het buitenland. In The New York Times hebben Kinky & Cosy eens de bestsellerlijst gehaald, maar veel merk ik daar niet van. In Frankrijk ben ik wat je een ‘cultauteur’ noemt. Ik verkoop er niet zo veel boeken – 5000 exemplaren van het laatste – maar iedereen in de stripwereld kent me er wel.

Het is wel grappig om te zien dat mijn strips in het buitenland heel anders worden uitgegeven. Hier zijn het klassieke strips met zachte covers die vooral voor een jong publiek bestemd lijken. In het Engels en Frans zijn het echte salontafelboeken, met een harde kaft en een heel ander formaat. Het ziet er veel meer als iets van Chris Ware uit. Pure volksverlakkerij, uiteraard. (lacht)

Je lijkt tussen twee generaties te vallen: die van de krantencartoonisten en de graphic novelists. Stoort je dat?

NIX: Zo heb ik het nog nooit bekeken. Dat is iets waar ik niet mee bezig ben. Nu, het klopt wel voor een deel. Ik heb een aantal jaren als krantencartoonist gewerkt, maar na verloop van tijd heb ik de actualiteit achter me gelaten en mijn humor naar een andere wereld overgezet – eentje waarin mijn tekeningen niet al na een week gedateerd waren. Maar om tekeningen als kunst te beschouwen, zoals de tekenaars van nu dat doen, dat gaat me ook weer te ver. Kunst. (proeft het woord als Kees Van Kooten) Neen. Het blijft toch vooral grappen bedenken.

Is het ook niet meer dan dat? Er schemert wel iets van maatschappijkritiek in Kinky & Cosy door.

NIX: Misschien. Iets als The Kinky & Cosy Experience: dat is niet helemaal vrijblijvend. De maatschappij waarin ik leef, is er een waarin alles meer en meer gecontroleerd wordt. Dat is geen negatief wereldbeeld, dat is gewoon de realiteit. Onlangs had ik tweedehands Led Zeppelins III op vinyl gevonden. Een originele plaat, geen herdruk – ze rook nog naar de sigaretten van de vorige eigenaar. Wel, ik vond het een gek idee dat ik die muziek kon opzetten zonder dat iemand dat wist. Als ik hetzelfde doe op Deezer, weet de hele internetgemeenschap dat. Dat is waar we naartoe gaan. Je kunt ook niet anders. Als je toegang wilt tot die hele digitale muziekcollectie, moet je toestaan dat mensen weten waar je naar luistert. En iedereen stemt daar vrolijk mee in. Misschien is het de oude punk in mij, maar als ik iets maak, wil ik dat soort dingen toch aanstippen.

Dat is ook de generatie tekenaars waar ik uit kom: een generatie die betrokken was op de wereld. Daarom ook dat de tekenaars naar wie ik opkeek – mensen als Kamagurka en Gotlib – pseudoniemen hadden. Je moest incognito zijn tegenover de maatschappij. Het was een edel beroep: je moest mensen op hun zenuwen durven te werken. Met een lach hekelen. Ik doe het niet meer op hun manier, met een dagelijkse cartoon, maar ik kijk nog altijd met open ogen naar de wereld rondom me.

Die kant van het tekenaarschap zal op Angoulême meer dan ooit in de belangstelling staan. Kende jij de redactie van Charlie Hebdo?

NIX: Niet persoonlijk, neen. Niettemin: het was volslagen absurd om te horen dat ze een monument als Wolinski hadden afgeknald, enkel omdat hij een tekening had gemaakt. Pure waanzin. Ik kan nog altijd niet vatten hoe zoiets kan gebeuren.

Je bent zelf ook een paar keer in de problemen gekomen met religieuze cartoons.

NIX: En dat waren niet eens religieuze cartoons: dat was wat er ook zo erg aan was. Charlie Hebdo is een uitzondering in Frankrijk: het algehele cartoonklimaat is er veel voorzichtiger. Ik mocht een paar jaar geleden een zomer lang publiceren in Ouest-France, een van de grootste kranten van Frankrijk. Een van de tekeningen ging erover hoe Kinky en Cosy, op vakantie in Noord-Afrika, zich erover verbazen dat je in supermarkten in het buitenland altijd andere producten vindt. Waarna ze per ongeluk een zak hondenvoer kopen, die opeten en de schijterij kregen. Die cartoon is geweigerd door de krant. ‘We zouden niet willen dat moslims denken dat wij denken dat ze hondenvoer eten.’ Daar ging het dus helemaal niet over, maar als een cartoon zich in Noord-Afrika afspeelt, is dat wel hoe ver ze vooruitdenken.

In 20 Minutes, zeg maar de Metro van Parijs, heb ik eens een strook getekend naar aanleiding van een kind dat was neergestoken. Kinky en Cosy houden een minuut stilte in de klas, waarna de leraar in het laatste vakje zegt: ‘En dan gaan we nu over tot de les vivisectie’, en hij plant zijn scalpel in een kikker. Een beetje zwarte humor misschien, maar op maandag stond het niet in de krant. ‘We zouden niet willen dat de moslims denken dat wij denken dat ze kikkers zijn’, zei de hoofdredacteur. ‘Wat heeft dat ermee te maken?’ vroeg ik. ‘De steekpartij is gebeurd in de banlieues. ‘ Ten eerste: dat wist ik niet. En ten tweede: hoe kun je dat uit die cartoon afleiden? Dat is wat me nu ook zo verontrust: het cartoonklimaat in Frankrijk was al met de billen dichtgeknepen. En nu gaat het nog duizend keer erger worden.

Is er niet net het omgekeerde aan het gebeuren? Nog nooit zijn er zoveel controversiële cartoons gepubliceerd als de laatste weken, nooit hebben zoveel mensen zich achter een blad als Charlie Hebdo geschaard.

NIX: Dat zou kunnen – ik hoop dat je gelijk hebt. Het gevaar van wat er met Charlie Hebdo is gebeurd, is niet dat ons recht op vrije meningsuiting aangevallen wordt door anderen. Het gevaar is dat de angst om te beledigen bij onszelf steeds groter wordt. En dat gaat niet alleen over religieuze cartoons. In ons land mag je nog ‘een zwarte’ zeggen. In Frankrijk niet meer. Un noir, dat is racistisch. Je moet ‘un black’ zeggen. Wat gewoon de Engelse vertaling is van hetzelfde woord. De gevoeligheid grijpt alsmaar meer om zich heen, in steeds absurdere proporties. Ik heb daar ooit eens een tekening over gemaakt, maar nadat ik voor de achtste keer aan mijn uitgever had moeten uitleggen dat ik geen racist was, maar met de terminologie lachte, heb ik ze gewoon geschrapt. Ik hoop dat dat straks allemaal weer opengegooid wordt, maar heel eerlijk: ik vrees dat het tegenovergestelde zal gebeuren.

Nu, ik blijf het wel belangrijk vinden. De laatste weken is het zo’n boeltje van meningen en opinies over Charlie Hebdo geworden dat je er onnozel van wordt. Elke dag ging de discussie een andere richting uit, elke dag werd er meer onzin verkocht. En dan kwam ineens die voorpagina van Charlie Hebdo zelf, getekend door Luz. ‘Tout est pardonné.’ Te midden van de chaos in één beeld de essentie vatten: dat is waarom cartoons belangrijk zijn.

THE KINKY & COSY EXPERIENCE

Van 29/1 tot 1/2 op het stripfestival van Angoulême. Alle info: bdangouleme.com

Vanaf maart verschijnen de albums van Kinky & Cosy in een volledig nieuw jasje.

DOOR GEERT ZAGERS – FOTO’S KAAT PYPE

Nix ‘STRIPEXPO’S, DAT IS DOORGAANS WAT KADERS TEGEN DE MUUR. BIJ THE KINKY & COSY EXPERIENCE MOETEN ZE BINNENKOMEN EN DENKEN: “ZIJN DIE GASTEN ZOT?”‘

Nix ‘HET CARTOONKLIMAAT IN FRANKRIJK WAS AL MET DE BILLEN DICHTGEKNEPEN, EN DAT GAAT NU NOG ERGER WORDEN.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content