Zaterdag 17/10, 20.40 – Canvas. Het boek is verschenen bij Globe.

Vandaag de dag klagen huisartsen steen en been over de omstandigheden waarin ze moeten werken. Er was echter een tijd dat ‘Meneer doktoor’ in het dorp nog als een heuse heer beschouwd werd. Toch waren de werkomstandigheden ook niet je dat, zoals we de komende weken te zien krijgen op Canvas in Meneer doktoor.

‘Dit programma is eigenlijk ontstaan uit mijn fascinatie voor mondeling overgedragen geschiedenis’, zegt Peter Vandekerckhove, die de reeks gemaakt heeft op basis van zijn gelijknamige boek van enkele jaren geleden. ‘In De Gapaard liet ik de geschiedenis van WO I vertellen door bejaarden die als kind de oorlog hadden meegemaakt. Na die film raakte ik geïnteresseerd in de verhalen over de jaren 40 en 50 en ging ik op zoek naar een originele invalshoek.’

Hoe kwam je bij de dorpsdokter uit?

Peter Vandekerckhove: Door mijn moeder. Ze is altijd een kritische vrouw geweest, maar de huisdokter heeft ze altijd als goddelijk beschouwd. Zo sprak ze nooit van ‘Meneer de schooldirecteur’ maar wel van ‘Meneer doktoor’. Door hun posities waren de dokters, zeker op het platteland, bevoorrechte getuigen van hun tijd: Ze gingen nog heel veel op huisbezoek, zodat ze in elk huishouden binnenkwamen. Ze wisten veel en ze zagen veel. Het is dus niet zozeer die huisdokter zelf die mij interesseert, wel de verhalen die ze over hun tijd kunnen vertellen. Die leren ons het meest over het dagelijkse leven van toen.

Wat zowel in het boek ‘Meneer doktoor’ als in de trailers voor de tv-serie opvalt, is de onwetendheid.

Vandekerckhove: Ja, dat klopt. In het brave, katholieke Vlaanderen – en zeker op het platteland – wisten de mensen weinig. Bovendien was er ook veel pudeur om iets aan Meneer doktoor te vragen, en al zeker over seksualiteit. Die verhouding werd door de dokters in stand gehouden voor hun machtspositie. ‘Als ik het weet, is het al goed’, was wel eens het antwoord op een ongewenste vraag van een patiënt. Nu, tot voor de verspreiding van penicilline vlak na WO II kon die dokter ook niet zo veel doen. In zijn tas had hij aspirines en hoestsiroop, maar verder kon hij enkel troost en een luisterend oor bieden. Een van onze getuigen vertelt dat met de introductie van penicilline op de Universiteit van Leuven een nieuw tijdperk werd binnengetreden.

Hoe kwam het dat in die tijd de dokter zo’n gezagsfiguur was en bijgevolg op het platteland ook vaak de burgemeester?

Vandekerckhove: In de dorpen had je drie notabelen: de priester, de notaris en de dokter, mét een duidelijke hiërarchie. Onderaan had je het pastoorke – het verkleinwoord zegt al genoeg – en helemaal bovenaan de notaris. Die man sprak je als gewone dorpeling echter niet zomaar aan, terwijl iedereen natuurlijk wel eens bij de dokter langs moest. Die speelde daar met zijn luisterend oor vaak ook handig op in: geen wonder dat het dorp dan in groten getale op die betrouwbare Meneer doktoor stemde.

Hoe is er eigenlijk een einde gekomen aan de machtige status van Meneer doktoor?

Vandekerckhove: Je ziet het niet in de serie, maar dat einde is er gekomen met de doktersstaking van 1964. Die kwam er als reactie op het feit dat dokters veel meer gecontroleerd zouden worden door het RIZIV ( het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, nvdr. ), waardoor zwartwerk moeilijker werd. Dat pikte die generatie van machtige dorpsdokters niet – vandaar de staking. Maar dat die goede man, normaal dag en nacht beschikbaar, staakte, was voor de mensen zo choquerend dat die machtsfiguur veel van zijn pluimen verloor. En tegen dan brak natuurlijk ook een tijdperk van ontvoogding aan.

Hans Van Goethem

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content