Sluit zich aan bij Phil Collins, Don Henley en Bart Peeters in het rijtje drummers-die-solo-gaan: Philip – ‘zeg maar Phil’ – Selway (43), beter bekend als de drummer van Radiohead. ‘Jaren met Thom Yorke werken maakt je nogal kritisch voor jezelf.’
De man achter de fantastische ritmes van Idioteque en Pyramid Song blijkt privé een fluisterende singer-songwriter met een zware voorliefde voor Nick Drake. Met Radiohead heeft Familial dus werkelijk niets te maken, verwacht veeleer een ‘verzameling fragiele, doorwrochten songs’, ingeblikt met de hulp van fijne mensen als Lisa Germano en Wilco’s Glenn Kotche en Patrick Sansone.
Ook Phil – jazeker, wij mogen al Phil zeggen – is overigens een fijn mens. Liefhebbende echtgenoot, vader van drie kinderen, woonachtig te Oxford, en in zijn vrije tijd vrijwilliger bij de Zelfmoordlijn. Niet dat wij Selway saai zouden noemen, maar het is niet bepaald een man die je ervan verdenkt om – we zeggen maar wat – met een uitgeholde balpen coke in de anus van een prostituee te blazen.
Veertig worden en een soloplaat uitbrengen: het klinkt als een knoert van een midlifecrisis.
Philip Selway: Een soloplaat had net iets meer stijl dan een cabrio kopen. (Lacht) Neen, die midlifecrisis valt niet te ontkennen. Mijn moeder is enkele jaren geleden gestorven, het vaderschap begon meer van me te eisen én dan werd ik ook nog eens veertig. Dan kom je nu eenmaal op een van die punten in je leven waarop je achterom kijkt naar wat je verwezenlijkt hebt, en vooruit naar welke ambities je nog wil realiseren. Het voelde alsof het er niet meer van zou komen als ik het niet nú deed. Geef toe: na je vijfenveertigste nog een carrière ambiëren als singer-songwriter, dat is helemáál pathetisch. (Lacht)
Het idee zat wel al langer in mijn achterhoofd. Vóór ik met Radiohead begon, zag ik mezelf in de eerste plaats als songschrijver. Alleen had ik het daarna te druk met drummen om er nog mee bezig te zijn. In de beslotenheid van mijn kamer werkte ik nog wel aan eigen nummers, maar niemand die er iets van wist. Of ik zou zingen, hoe de plaat moest klinken: daar had ik nog geen idee van. Het was die push van veertig worden die me het zelf-vertrouwen gaf om er eindelijk eens werk van te maken.
Je beseft dat het doembeeld van Phil Collins je boven het hoofd hangt?
Selway: Daar heb ik mee leren leven. (Lacht) Nu, zó slecht vond ik zijn platen niet – er zat hier en daar nog een goed nummer tussen. Ik denk trouwens niet dat Familial als een typische drummerplaat klinkt. Daar is het allemaal iets te rustig en akoestisch voor. Ik drum zelfs maar op één nummer – A Simple Life om precies te zijn.
We moeten toegeven dat de plaat ons verraste: je zit meer in het vaarwater van Nick Drake dan van Thom Yorke en Radiohead.
Selway: Ik heb in mijn leven heel veel naar Nick Drake geluisterd – vooral dan naar Five Leaves Left en Bryter Layter. Misschien zelfs te veel: op mijn plaat hoor ik die invloed zelfs niet meer. Hij moet er onbewust zijn ingeslopen.
Toen ik de studio introk om de plaat op te nemen, heb ik een compilatie-cd gemaakt met alles wat ik leuk vond. Will Oldham stond er op, maar ook Lisa Germano, Juana Molina en het solowerk van Beth Gibbons, de zangeres van Portishead. Door al die tracks samen te zien, wist ik eindelijk waar ik heen wilde. Elk van die artiesten legt een intimiteit, een zekere breekbaarheid in zijn werk. Wel, dát is waarnaar ik op zoek was. ‘Hoe zou Beth Gibbons dit inzingen?’, vroeg ik me bij elk lied af. Dan is het logisch dat het eindresultaat niet als Radiohead klinkt.
Heb je de plaat al laten horen aan je collega’s?
Selway: Zeker, maar pas toen het album af was – een dikke maand geleden. Ik wilde het hen pas laten horen als ik klaar was met wat ík wilde doen. Plus: jarenlang werken met Thom Yorke maakt dat je bijzonder kritisch wordt voor jezelf. Zelfs ik heb enige schroom om hem iets te laten horen. Het mocht niet halfgaar zijn.
Nu, de band leek positief te zijn over Familial. Ze hebben er alleszins vriendelijke dingen over gezegd. Niet dat ze iets anders zouden durven. (Lacht)
Even een gerucht checken: klopt het dat je in je vrije tijd de Zelfmoordlijn in Oxford bemant?
Selway: (Verbaasd) Op dit moment niet, maar ik heb het twintig jaar gedaan. Als ik met Radiohead aan het toeren was, lukte het niet, maar in de periodes waarin we in de studio zaten, werkte ik ’s avonds en ’s nachts als luister-vrijwilliger voor de Samaritans. Aan de telefoon praten met mensen die het moeilijk hebben, meer moet je je daarbij niet voorstellen. De laatste jaren is het wat druk geweest, maar zodra ik meer tijd heb, begin ik opnieuw.
Met alle respect, maar je realiseert je toch dat het hobby’s als deze zijn die Radiohead het epitheton ’the most boring band in the world’ hebben opgeleverd.
Selway: (Lacht) Echt rock-‘n-roll is het niet, maar het is een fantastische organisatie. En trouwens, die saaiheid van Radiohead wordt zwaar overdreven. De band is net heel bright and breezy. (Lacht)
Je begrijpt ook dat we dit interview niet kunnen afsluiten zonder een drummergrap. Dave Grohls favoriet al gehoord?
Selway: Laat maar komen.
Wat is een drummer zonder vriendin?
Selway: Geen idee.
Dakloos.
Selway: (Lacht) Niet slecht. Ik ken er zelf maar eentje eigenlijk. Wat is het verschil tussen een drummer en een toiletbril? Een toiletbril moet maar met één asshole tegelijk werken. (Droog) Ha, ha, ha, haaa! Je ziet, Radiohead heeft wél gevoel voor humor.
Familial
Uit op 30/8 bij Bella Union
DOOR GEERT ZAGERS
‘De saaiheid van Radiohead wordt zwaar overdreven.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier