Chabrol toont zijn kunstjes – De onvermoeibare nouvelle vague-veteraan rukt de maskers af in een levenslustige kasteelthriller waarin iedereen wel iets te verbergen heeft.
1957
Film: ****
Extra’s: ***
MK2/Lime-Lights Pictures
Film. Masques is een Chabrol ‘grand cru’ om even voor de oenologische terminologie te kiezen – passend voor een regisseur die tafelmanieren steevast een genereuze rol toebedeelt en die hier van het uitbundig wijnproeven van Philippe Noiret een heuglijke scène maakt.
Ook de titel Masques is erg toepasselijk, want in deze film doet iedereen zich anders voor. De maskerade wordt met zo veel joviale overtuiging gebracht, dat ze echter lijkt dan wat eronder verborgen zit: een soort amorele verwarring waarin Chabrol een malicieus plezier schept.
Behalve de introductie en de ontluisterende finale ‘ en direct‘ op de Franse televisie, speelt alles zich af op een landelijk kasteel in Normandische stijl nabij Chantilly. Gastheer is de beroemde Christian Legagneur (Philippe Noiret), presentator van een grotesk spelprogramma voor ‘ les petits vieux‘. Hij krijgt het bezoek van een jonge kerel (Robin Ranucci) die beweert zijn biografie te willen schrijven, maar in feite naar zijn verdwenen zusje op zoek is. Dat is geen makkelijke karwei in dit rare huis vol verrassingen en bevolkt door rare snuiters die allemaal iets in het schild voeren: een dove chauffeur die als kok inspringt, een secretaresse die als meid mag opdraven, een zinnelijke masseuse (de delicieuze Bernadette Lafont) die de toekomst voorspelt, de bleke en droefgeestige pleegdochter (Anne Brochet) van de tv-ster die tegen haar wil opgesloten lijkt.
De eerste drie kwartier is het ritme tergend langzaam, maar dan wordt de actie geserreerd en demonstreert Chabrol zijn kunstjes in het geduldig en gewiekst opbouwen van een moordraadsel dat de huichelarij van een zekere Franse bonhomie doorprikt. Wat begint als een hulde aan de Engelse mystery-thriller (in het bijzonder aan de romans van Charlotte Armstrong waar Chabrol al de mosterd haalde voor La Rupture) evolueert algauw ook naar een satirische ontmaskering van het cynisme van bepaalde televisiespelletjes. Zo verwijst Noirets meesterlijke portrettering van een faux homme de coeur duidelijk naar de grote Franse coryfeeën uit de jaren 80, zoals Jacques Martin.
Extra’s. Slechts één extra bij de film Masques (én bij de andere titels in de MK2-reeks, zie TOP5), maar dan wel een die kan tellen en torenhoog boven de gebruikelijke promopraat uitsteekt: een les in mise-en-scène door een meester ter zake. Chabrol geeft commentaar bij een aantal sequenties, legt zijn visie op camerabewegingen uit (ze moeten de machtsverhoudingen tussen de personages onthullen) en ontluistert de mythe van de plan-séquence, een techniek die hij niet gebruikt om te laten zien wat hij allemaal kan, maar om tijd te winnen (wat hij l’économie intelligente noemt).
Patrick Duynslaegher
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier