Na jaren uitstel kwam ze onlangs toch in huis: een zwarte, iets te blinkende basgitaar. Als twintiger had ik al eens geflirt met een akoestische gitaar, maar zes snaren en ongrijpbare barré-akkoorden maakten een voortijdig einde aan mijn muzikale ambities. Gelukkig hebben andere vrouwen wel doorgezet en hun plaats in de muziekwereld opgeëist.

Tel ze maar eens op, de vrouwelijke artiesten die deze zomer als hoofdact op de festivals spelen. Best Kept Secret heeft na acht uur ’s avonds Christine and the Queens en Beach House, Rock Werchter PJ Harvey, Ellie Goulding en Florence + The Machine. Couleur Café programmeert Selah Sue en Trixie Whitley in het late tijdslot. Cactusfestival pakt uit met SX, Dour met Poliça. Op Dranouter staan Suzanne Vega en Zaz bovenaan op de affiche, Pukkelpop schuift Rihanna en Roisin Murphy naar voren als publiekstrekkers.

Maar het blijft niet bij artiesten alleen. Naast en rond de festivalpodia zijn er steeds meer vrouwen in charge. Boekers, promotoren, managementbureaus, platenmaatschappijen: de vervrouwelijking van de muziekscène zet door. ‘De tijd dat de rock-‘n-roll mannelijk was, is voorgoed voorbij’, zegt Yo Van Saet, festivaldirecteur bij Live Nation. Van Saet (58) is al meer dan dertig jaar betrokken bij de organisatie van Rock Werchter. Begonnen als boekingsagent en promotor, nu directeur voor alle openluchtconcerten van Live Nation. Dat ze een vrouw is, heeft haar carrière nooit in de weg gestaan: ‘Het is een mythe dat vrouwen het op het werk moeilijker hebben dan mannen. Aan die klaagzang doe ik niet mee. Carrière maken is meer dan alleen je job doen. Je moet een visie hebben en jezelf en je ideeën kunnen verkopen. In de muziekbusiness is dat niet anders dan in de bedrijfswereld, of op welke werkplek dan ook.’

Goed, maar wat met het glazen plafond? ‘Bij Live Nation werken zo’n 35 mensen, ik schat dat iets minder dan de helft vrouw is. Veel hoge functies hebben wij niet. Bij ons is de structuur veeleer horizontaal, en in alle departementen werken vrouwen. Herman Schueremans heeft de algemene leiding, onze CFO is een man en ik ben festivaldirecteur. Onze woordvoerder is ook een vrouw, net als een van onze boekers en een van onze promotoren. Je gaat me echt niet horen zeggen dat vrouwen minder carrière kunnen maken dan mannen: als je het echt wilt en je grijpt je kansen, dan lukt het voor vrouwen evengoed.’

Door er hard voor te gaan heeft Van Saet niets gemist, beweert ze. ‘Mijn dochter is al enkele jaren volwassen. Toen ze nog een kind was, ging dat iets moeilijker. Maar dat is voor mannen toch ook zo? Als je je job graag doet, dan is het geen opgave om je gezinsleven daarop af te stemmen. Het is gewoon een kwestie van goed te plannen.’

NEERBUIGENDE ONNOZELAARS

Een gezin: dat was ook een reden waarom artiestenmanager Amélie Van Hoorebeke (40) vorig jaar besliste om haar job als manager af te bouwen naar één band en haar oude werk als promotor weer op te nemen. Maar in de eerste plaats, zegt ze, ging het om de jobinhoud: Van Hoorebeke komt uit de platenwereld, promo ligt haar beter. ‘Als manager moet je 24 uur per dag beschikbaar zijn voor artiesten. Jij bent de eerste contactpersoon bij vragen van een boeker, een platenfirma, een producer, zelfs een boekhouder. Promo is meer afgelijnd: je beperkt je tot een bepaald aspect van de artiest. Je zorgt dat een nieuwe plaat, single, boek of concertreeks coverage krijgt.’

Als vrouw in de muziekwereld heeft Van Hoorebeke het nooit hard te verduren gehad. ‘Ongelijkheid is er overal, in de muziek niet meer of minder dan elders. Bovendien verbetert de situatie merkbaar nu steeds meer jonge vrouwen voor een job in de muziekbusiness kiezen. Ik ben nooit tegengewerkt omdat ik een vrouw ben, maar af en toe kom je wel neerbuigende onnozelaars tegen. Vooral bij de oudere generatie, die het soms moeilijk heeft om iets aan te nemen van een vrouw – nee, ik noem geen namen. Ik wind me daar trouwens niet over op: dat groeit er vanzelf wel uit.’

Kiezen steeds meer vrouwen voor een job in de muziek? PXL Music, de rockschool in Hasselt, die studenten in drie jaar kneedt tot professionele bachelor in de pop- en rockmuziek, trekt inderdaad elk jaar meer meisjes aan: 14 in het startjaar 2008, 43 dit academiejaar. Maar op een studentenaantal dat al enkele jaren rond de 200 schommelt, blijft dat een ondervertegenwoordiging.

PXL Music biedt drie studierichtingen aan: muzikant, techniek en management. De meeste meisjes gaan voor dat laatste. ‘Waarom? Geen idee, ik heb me er al vaak het hoofd over gebroken’, zegt departementshoofd Gert Stinckens. “Dat er de afgelopen jaren telkens maar één meisje voor techniek heeft gekozen, valt nog te begrijpen: zwaar werk, lange dagen. Management zien we trouwens niet uitsluitend als een richting die leidt tot een job bij een platenfirma of een boekingsagent: een oud-studente management werkt nu in een reclamebureau. Misschien beschouwen studentes management als een ‘zachtere’ afdeling van de muzieksector, die hoe dan ook een mannenwereld blijft.’

Meer vrouwen zijn dus welkom, maar het moet niet geforceerd worden, vindt Stinckens. ‘Eerst dacht ik dat het aan onze selectieprocedure lag, dat wij meer jongens hebben. Maar als ik kijk naar het aantal aanmeldingen (bij PXL Music moet je eerst in een toelatingsproef slagen, nvdr.), dan zien we dat het percentage meisjes daar even groot is als bij onze studenten. De interesse moet er aan de bron zijn. Wie bij ons komt studeren, moet gebeten zijn door muziek, concerten, festivals… Jongen of meisje: dat maakt niet uit.’

In de afdeling muziek kiezen meisjes het vaakst voor zang. Jammer, vindt Stinckens, want er is hem al een tijdje iets opgevallen. ‘Meisjes die hier doorstromen op een instrument hebben meer kloten aan hun lijf dan hun mannelijke medestudenten. Stefanie Mannaerts is drumster bij hardcoreband Brutus, Marieke Hutsebaut speelt bas en is de drijvende kracht achter The Spectors. Niet dat de andere studentes dutsen zijn, maar Stefanie en Marieke zijn behoorlijk pittige dames.’

ONE OF THE GUYS

De cijfers vertellen ook goed nieuws: de man-vrouwratio komt meer in balans – een beetje toch. Eens aan het werk zijn vrouwen goed voor zo’n 33 procent van de jobs in de muziekindustrie. Dat berekende Gaëlle Vanhaverbeke vorig academiejaar in haar masterproef communicatiewetenschappen aan de Universiteit Gent, waarin ze ‘genderdispariteit in de muziekindustrie bij niet-performers’ onderzocht. In mensentaal: waarom de muziekbusiness in de eerste plaats een mannenwereld is.

‘Tijdens mijn stage bij Toutpartout, een boekingskantoor, was het me opgevallen dat er in de muziekindustrie amper vrouwen werken. Ik vond dat jammer, omdat ik zeker wist dat ik later in die wereld wilde gaan werken. Waarom mijn thesis er dan niet aan wijden, dacht ik. In mijn onderzoek heb ik me uitsluitend gefocust op jobs achter de schermen. Ik heb de personeelslijsten opgevraagd van 5 boekingskantoren, 21 concertzalen en promotoren, 5 managementbureaus en 5 platenfirma’s in Vlaanderen en Brussel. Daaruit bleek dat in totaal 410 mensen actief zijn in de muziekindustrie in Nederlandstalig België: 273 mannen (66,6 procent) en 137 vrouwen (33,4 procent). Vrouwen doen het vaakst jobs die te maken hebben met communicatie en promo, mannen vind je vooral in technische functies en topjobs.

‘Toen ik tijdens diepte-interviews aan vrouwen vroeg waarom ze meestal voor zorgende en ondersteunende functies kiezen, bleek dat vooral te maken te hebben met de manier waarop de sector werkt: veel weekend- en avondwerk en soms lange periodes van huis. Ook de manier waarop de samenleving naar mannen en vrouwen kijkt, speelt een rol. Vrouwen die rond hun dertigste een kind willen, kunnen dat moeilijk combineren met een job in de muziekindustrie omdat ze in het gezin de zorgfunctie opnemen. Mannen zijn daar vrijer in en kunnen dus vaker voor topjobs gaan.’

Met een partner die ook buitenshuis werkt, houdt Amélie Van Hoorebeke koppig vol. Haar vrouwelijkheid heeft ze alleszins nooit moeten onderdrukken. ‘Integendeel, je wordt vaak beschouwd als one of the guys. Daar heb ik het soms moeilijk mee, bijvoorbeeld toen ik als manager mee op de tourbus zat en groepsleden vrouwen keurden alsof ik er niet bij was. Ik hoef dat allemaal niet te horen – wat dat betreft ben ik niét one of the guys. Begrijp me niet verkeerd: ik ben veertig, ik denk dat ik ondertussen weet hoe mannen in elkaar zitten. Zet vijf kerels op een tourbus en je weet waarover ze het zullen hebben. Maar alstublieft, gasten: niet waar ik bij ben! (lacht)

‘Bij de mannen met wie ik werk, valt dat wel mee’, zegt drumster Isolde Lasoen (36). ‘Als ik met Daan op tour ga, doet iedereen zijn best om het proper te houden en niet het varken uit te hangen. Echt waar, rock-‘n-roll wordt soms overschat. (lacht) En een portie mannenhumor kan ik wel verdragen. Ik doe daar ook niet onnozel over, zodat het niet wordt uitvergroot.’

Het is dubbel, antwoordt Lasoen op de vraag of ze vindt dat ze zich als vrouwelijke muzikant meer moet bewijzen dan als man. ‘Ik heb in bands gezeten met alleen maar vrouwen – Billie King, The Happy – en dáár voelde ik het wel. Als je je als vrouwenband profileert, vraag je erom. Mensen komen ook gewapend kijken: ‘Eens kijken wat ze kunnen’, die attitude. Daar hou ik niet van. Ik wil me niet bewijzen als vrouw, maar als muzikant. Zo voel ik me ook: als muzikant onder muzikanten.’

‘KAN ZE HET WEL?’

Seksisme en intimidaties in de muziekwereld: wie erover praat, wordt weggezet als een feminist, wie zwijgt, is een verraadster. Op de opening van haar virtualrealitytentoonstelling in Sydney brak Björk onlangs nog een lans voor meer gendergelijkheid in de muziekindustrie. ‘Het feit dat ik een vrouw ben en dat ik kan doen wat ik wil, is tamelijk uniek’, zei ze. ‘Ik heb echt geluk gehad, al ben ik ook vaak met mijn hoofd tegen de muur gelopen. Wat ik echt macho vind, is de muziekjournalistiek. Eigenlijk is dat een jongensclub. Veel van de muziek die ze goed vinden, is… Nu ja, het is meestal muziek voor jongens.’

Hand op het hart, zegt Lasoen: seksisme heeft ze zelden meegemaakt. ‘Als ik er al ooit last van heb gehad, dan in het begin: mixers die niet wilden toegeven als ik minder ‘laag’ vroeg in mijn monitors, bijvoorbeeld. Of die verwachtingsvolle blik in muziekwinkels, waar iedereen altijd het beste van zichzelf staat te geven: ‘Kan ze wel spelen?’ Om die reden doe ik niet graag drum clinics. Een tof initiatief, zo’n demo’s, maar ik heb het gevoel dat mensen alleen maar komen kijken om te zien wat ik kan. Als ik speel, wil ik niet uitpakken met technische kunstjes, wel met muzikaliteit en goeie grooves. Ik denk melodisch, in functie van de muziek en ga uit van een goede begeleiding die ten dienste staat van het geheel. Is dat typisch vrouwelijk? Ik denk het niet. De drummers naar wie ik opkijk, hebben dat ook. De hardbopjazz zit vol met technisch begaafde drummers die niet per se willen laten zien wat ze kunnen.’

Toch heeft het predikaat ‘vrouwelijke drummer’ haar geen windeieren gelegd, dat beseft Lasoen ook wel. ‘Wie het als vrouwelijke muzikant niet slecht doet, zal sneller opvallen. Ik mag wel zeggen dat ik de vruchten heb geplukt van mijn vrouwelijkheid, al heb ik me daar lang ongemakkelijk bij gevoeld. De eerste keer dat tijdens een optreden van Daan mijn naam gescandeerd werd, kon ik wel door de grond zakken. Maar goed: ’t is door bij Daan te spelen dat ik sneller ben opgemerkt, daar moet ik niet flauw over doen.

‘Soms heb ik ook het gevoel dat ik niet te veel mijn best moet doen om er goed uit te zien, want dat zou wel eens de reden kunnen zijn om een verwijt te krijgen: ‘Zie je wel, ze heeft de job alleen maar omdat ze er goed uitziet.’ Ik durf nog niet zo lang een kleedje aan te doen bij optredens. Het leek me niet gepast omdat je met je benen open achter je drums zit. Maar mijn vriend vindt dat ik fantastische benen heb en dat ik dat gerust mag tonen.’

‘Als vrouw moet je gewoon professioneel zijn’, vindt Yo Van Saet. ‘Op technisch vlak is muziek inderdaad vaak nog een mannenzaak, maar dat is niet typisch aan entertainment. Verder staat of valt alles met respect. En dat moet je verdienen, met man of vrouw zijn heeft dat niets te maken. Wat me wel stoort, is dat mensen bij een eerste contact met mij automatisch schijnen te denken dat ze zich tot mijn mannelijke assistent moeten richten. Soms krijg ik ook post die gericht is aan de heer Van Saet. Vind ik dat erg? Nee. Is dat vooringenomenheid? Welja.’

VROUWENQUOTA

Vorig jaar vroeg een Londense blog veertig vrouwen tips over hoe te overleven in de muziekindustrie. Een van die vrouwen was Ineke Daans, live strategy manager bij platenlabel PIAS. De blogbijdrage leverde haar een uitnodiging op van het Reeperbahn Festival in Hamburg, dat een debat organiseerde over vrouwenquota in de muziekindustrie. ‘Ik vond het hallucinant: ik zit 21 jaar in de muziek en nog nooit had ik zo’n belachelijk voorstel gehoord. Zelf heb ik nooit problemen gehad omdat ik een vrouw ben. Maar in Hamburg ontmoette ik Scandinavische vrouwen die zonder quota nooit een job in de muziek zouden hebben gehad. Ik steigerde, maar zij vonden dat de normaalste zaak van de wereld. De nummer-éénboeker van Noorwegen vertelde me dat ze ondanks vier cum-laudestages geen job vond, maar door de quota uiteindelijk bij een boekingskantoor werd aangenomen. Sindsdien denk ik genuanceerder over quota.’

Daans werd onlangs ook uitgenodigd als spreker op de eerste panelavond van de Belgische afdeling van She Said So, een wereldwijd netwerk van vrouwen in de muziekindustrie. ‘Het is een mannenwereld, maar het verandert traag. Toen ik begon, was geen enkele A&R-manager een vrouw. Vandaag zie ik zoveel jonge meisjes concerten checken in clubs en boekingen doen. De top wordt nog altijd bevolkt door mannen, maar dat is het laatste bastion. De verandering komt van onderuit. Ik schat dat het nog eens twintig jaar zal duren.’

Ondertussen moet vrouwelijkheid volop in de strijd worden gegooid, vindt Daans. ‘Daar is toch niets mis mee? Of moet je je plots beginnen te gedragen als een man? Je gender is een van de onderdelen die bepalen wie je bent. En dan heb ik het voor vrouwen niet over kleedjes of hakken. Ik werk op live-events en ben technisch niet de meest begaafde die daar rondloopt. Je moet met mij dus geen gesprek beginnen over waar welke kabel moet. Maar na een concert zal ik de artiest altijd vragen hoe het geweest is. Is dat vrouwelijk? Uiteindelijk wil je gewoon met toffe mensen samenwerken en gaat het erom of je de job goed doet en hoe je omgaat met anderen.’

Daans ként de verhalen. Ze heeft ze zelf meegemaakt, toen ze 21 jaar geleden begon bij een platenfirma en de Benelux-baas alleen maar topmodellen aanwierf. Wie zich naar zijn gevoel niet vrouwelijk genoeg uitdoste, kreeg te horen dat ze erbij liep als een man. En of daar snel iets aan gedaan kon worden. ‘Niet met mij, maar het gebeurde volop’, zegt Daans. Die grofheid is eruit, maar soms steken stuiptrekkingen nog de kop op. ‘Wij zitten in een wereld waarin je veel extra uren klopt en waar er vooral ’s avonds wordt gewerkt. Dat is plezant en soms wordt er daarna al eens gefeest en te veel gedronken. Mannen die zat zijn, mogen de dag nadien stoer beweren dat het dik feest was. Maar van vrouwelijke collega’s wordt niet geaccepteerd dat ze te ver zijn gegaan – dat is meteen marginaal en sletterig. Die twee maten en gewichten, ik vind dat erg.’

Zo zal het ook altijd gebeuren dat op het einde van een showcase aan meisjes die daar dan nog rondlopen, wordt gevraagd om even mee te helpen opruimen. ‘Niemand die ervan uitgaat dat die meisjes de manager kunnen zijn van de artiest die die avond heeft opgetreden’, aldus Daans. Ook een klassieker: in-house-techniekers die vrouwelijke geluidsmixers vragen of ze hulp nodig hebben. ‘Dat doe je toch niet? Als technieker van een concertzaal laat je de sound engineer die met de artiest meereist met rust – die weet echt wel waar alle knoppen voor dienen.’

Daans maakt zich sterk dat aan haar zelfs nooit is gevraagd koffie te zetten. ‘Dat zou ook niet gepakt hebben. Ik zit vaak als enige vrouw tussen mannen, maar ik heb een nogal aanwezig karakter. Onlangs heb ik mijn bazen duidelijk gemaakt dat ik het schandalig vind dat de boardroom bij PIAS uitsluitend uit mannen bestaat. Of nee, wacht… Bij PIAS Frankrijk wordt straks de eerste vrouw directeur. Dat ik dat nog mag meemaken! Schrap die twintig jaar van daarstraks maar. Het is nu dat het gebeurt.’

DOOR SUE SOMERS

‘Meisjes die bij ons doorstromen op een instrument hebben meer kloten aan hun lijf dan hun mannelijke medestudenten.’ Gert Stinckens (rockschool PXL Music)

‘Zet vijf kerels op een tourbus en je weet waarover ze het zullen hebben. Maar alstublieft, gasten: niet waar ik bij ben!’ Amélie Van Hoorebeke (promotor)

‘Soms heb ik het gevoel dat ik niet te veel mijn best moet doen om er goed uit te zien, want dat zou je wel eens het verwijt kunnen krijgen: ‘Zie je wel, ze heeft de job alleen maar daarom gekregen.” Isolde Lasoen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content