Quizvraag: wat is de link tussen The Galacticos en Roadburg? In vijf trefwoorden. Hasselt! Siegfried Smeets! Thibault Vaninbroukx! Ray Banbrillen! Doorbraak! Correct. Na The Galacticos is het aan Roadburg om de ether te veroveren. Een verslag van de opnames van hun debuutalbum op Malta. ‘Roadburg was eerst!’

September 2009. De zon speelt hoog spel boven de kust van Malta als we in een gehuurde auto de laatste scherpe bocht richting Mistra Bay opdraaien, het postadres van de Temple Studios. Het jonge Vlaamse rockkwintet dat samen Roadburg vormt, heeft zichzelf hier tien dagen werkvakantie opgelegd om zijn debuutplaat Raise Cain af te werken. In de prachtige baai dobbert halverwege een helblauwe luchtmatras met daarop een roodbruin geblakerd lijf. Verder niets. ‘Een Duitse toerist’, denken we. Tot we de vintage fifties Ray Banbril opmerken en Thibault Vaninbroukx herkennen, de zanger van The Galacticos en tevens gitarist van Roadburg. Hij kijkt even op, zwaait gedag en legt zijn hoofd dan weer te rusten. Rock-‘n-roll in Vlaanderen, het heeft wat!

Binnen in de rustieke villa ligt de rest van de band languit in de zetels van het salon. Op één na. Zanger Siegfried Smeets, ook met een Ray Banbril op zijn neus, repeteert in de benepen opnamecabine zijn zanglijnen. Producer Luuk Cox, de helft van het danceduo Shameboy, kijkt aan het mengpaneel geduldig toe. Hij heeft de band naar hier gehaald. Sinds hij enkele jaren geleden deze studio heeft ontdekt, spendeert hij de helft van zijn tijd op dit eiland. Om er eigen werk te mixen of platen van anderen te producen. Zornik en Nailpin staan op zijn cv, maar ook Anton Walgrave, Krakow, een streep Arsenal en Tim Vanhamels laatste.

Fun vs. ernst

En nu dus ook Roadburg. De band liet voor het eerst van zich horen tijdens Limbomania in 2007. Een jaar later vielen ze net buiten het podium van de Rock Rally, maar waren ze toch goed voor een plek op de affiche van Pukkelpop. Een onverhoopte thuismatch voor de Hasselaars. Nadien viel het even stil. Zij het niet helemaal. Met The Galacticos veroverden Siegfried en Thibault in de zomer van 2009 de Vlaamse ether in een blitzkrieg, met de catchy hitsingle Humble Crumble als voornaamste wapen.

‘Roadburg was eerst’, vertelt Smeets met overtuiging, als we hem later op de dag spreken. ‘Ik speelde als tiener sax. Jazzy stuff, naar het voorbeeld van een oom van mij. Ik wilde wel eens meedoen aan Kunstbende. Dus trommelde ik mijn tweelingbroer Arnout op, die wat aan het drummen was geslagen. Samen met Arnaud (Vandeputte; nvdr.), die we van op school kenden en een keyboard had, schreven we ons in.’

Cox herinnert zich dat podiumdebuut nog – hij zat in de jury van Kunstbende. ‘Ze speelden ontzettend complexe jazzy-ish troep, waarvan de helft de mist in ging omdat ze hun instrumenten nog niet voldoende beheersten, maar ze etaleerden daarbij zoveel pretentie en zoveel lef dat de rest van de finalisten er bleekjes tegen afstak. Van mij hadden ze mogen winnen.’

Dat gebeurde niet, maar Siegfried had de smaak wel te pakken. ‘Ik haalde er Laurens (Verhaeghe; nvdr.) bij als pianist. Hij zat op dezelfde school, het internaat in Turnhout. Hij is een jaar jonger, en ik kende hem niet, maar ik vond hem wel straf spelen.’ Er ontstond zoiets als een groep. Alhoewel. ‘Als ik geen gelegenheid bedacht om samen te repeteren, kwam er niets van’, lacht Smeets.

Ondertussen had jeugdvriend Thibault The Galacticos opgericht met twee andere copains. ‘Kwestie van de vakantie door te komen. Na twee maanden vroegen ze of ik geen zin had om mee te spelen. Dat mag je vrij letterlijk nemen. Fun maken is echt de kracht achter The Galacticos: vier kameraden die samen jammen, meer is het niet.’

Maar wel met directer resultaat dan bij Roadburg. Smeets knikt. ‘Met The Galacticos maken we pure pop, vrolijk en zomers. Thibault trekt daarbij de kar; hij schrijft ook de teksten. Lichtvoetig, en toch scherpzinnig. Ik bewonder hem daarvoor, maar ik kan het niet.’ Hoewel Thibault vrij snel ook bij Roadburg introk, blijft die band helemaal Smeets’ kind. ‘Daar kan ik mijn ernstige ‘ik’ naar boven halen. De perfectionist in mij. Blijven schaven tot het helemaal goed zit. Man, ruzie dat we al gemaakt hebben. Enfin, mijn broer en ik toch: dat gaat nu eenmaal spontaner dan met de rest van de groep. (Lacht)

In de Rock Rally van 2008 stonden beide bands plots samen in de finale. Roadburg scoorde volgens bronnen binnen de jury net iets beter dan The Galacticos, maar het waren wel die laatste die meteen een contract binnenhaalden bij managementbureau Keremos, samen met Team Wil-liam, derdes toen, en winnaars Steak Number Eight. Het was naar verluidt Sioen, toen nog adviseur bij Keremos, die er ook Roadburg bij wilde. Wat ook gebeurde, maar alle aandacht ging wel eerst naar The Galacticos. Met succes. Hun debuut EP Phone Home trok meteen de aandacht, ook dankzij een reclamecampagne waarin Limburgers Stijn Meuris, Frieda Van Wijck en Steve Stevaert hun lof uitspraken.

Hasselt 90210

Het maakte voor Smeets niet zoveel uit dat Roadburg even naar het achterplan geschoven werd. ‘Onze ouders steunen ons wel in onze ambities, maar de studies gaan voor. Dus bedachten we de fijne strategie om het zwaartepunt om het jaar te verleggen: het ene jaar spelen we de kaart The Galacticos uit, het andere de kaart Roadburg.’

Het is dankzij het succes van The Galacticos dat Roadburg zich nu op Malta kan terugtrekken om zijn debuut op te nemen. ‘We hebben ontzettend veel gespeeld met The Galacticos. Uit de kas die we zo bijeengescharreld hebben, is 5000 euro getrokken om in Roadburg te investeren. Een lening, geen gift’, preciseert hij. Aan de rest van het opnamebudget draagt elk groepslid zijn eigen aandeel bij. ‘Laurens bijvoorbeeld heeft er een maand werken in de bouw op zitten’, lacht Smeets.

Het totaalbudget van de band bedraagt om en bij de tweeëntwintigduizend euro. All in. Inclusief clips en promo. Dat is een doorsneebudget, gebruikelijk om in Vlaanderen op een deftige manier een plaat te maken. Roadburg had meer kunnen investeren. De jongens komen niet bepaald uit de Hasseltse onderbuik. Hun ouders wilden extra cash bijleggen, maar die hulp werd vriendelijk afgewimpeld. ‘Een beginnende groep kan een te ruim bemeten budget nooit ophalen’, legt manager Tom De Clercq uit, een hevig voorstander van de Do It Yourself-filosofie. ‘Het budget dat je in een plaat investeert, win je al lang niet meer terug uit de verkoop ervan, maar voornamelijk uit live-shows en de inkomsten via SABAM. Daarmee moet je voldoende geld opzij zien te zetten om je volgende album te financieren. Lukt dat niet, dan leg je meteen een zware hypotheek op de toekomst van een band. Vandaar dat je beter bescheiden begint.’

Dat Roadburg niet meteen evidente muziek maakt, laat staan radiovriendelijke songs, speelt ongetwijfeld mee. De invloeden die ze op hun Myspacepagina vermelden, zeggen genoeg: Fence, Dinosaur Jr., The Mars Volta en Sonic Youth staan ertussen, maar ook Miles Davis, John Zorn, Frank Zappa, Captain Beefheart en Wayne Shorter. Niet min, voor een band van vijf kids van wie de leeftijd rond de twintig schommelt. Namedropping? Dat blijkt toch niet uit de songs die ze zelf schrijven. Het gaat bij momenten alle kanten uit, met uiteenlopende drumritmes in een song, overstuurde gitaren die plots weer aan banden worden gelegd en hyperkinetische synths die even snel opkomen als verdwijnen. Daartussen wentelt Smeets zijn bevreemdende lyrics. David Temple, de gezapige eigenaar van de studio, staat er zelf een beetje van te kijken. Nochtans heeft hij al wat vreemd volk zien passeren. Om maar iets te zeggen: Rammstein heeft in zijn stek zijn doorbraakalbum Sehnsucht opgenomen – met een gouden plaat aan de muren als stille dankbetuiging. ‘Siegfried is in wezen een saxofonist, gepokt in de jazz’, bedenkt hij. ‘Dat vertaalt zich in zijn frasering. Die is zeer atypisch voor pop en rock, maar net daarom zo opvallend.’

Regels

Het is een huzarenklus om zang en instrumenten bij elkaar te houden, maar producer Luuk Cox slaagt er wonderwel in. ‘Het vreet energie’, geeft hij op een onbewaakt moment toe. ‘Voor hun leeftijd zijn het behoorlijk goede muzikanten. Ze hebben een brede smaak en een vrij uitgebreide muziekkennis, maar ze zijn daar helemaal niet pedant in. Integendeel. Als ik het dan toch over een groep heb die ze niet kennen, googelen ze die meteen op hun laptop. Alleen moet ik hen steeds intomen, of ze maken het té moeilijk.’

Cox heeft zo zijn manieren om de band in de hand te houden. ‘Ik ben daar zeer pragmatisch in: je hebt maar zoveel tijd om een album op te nemen, het moet vooruit. Dus stel ik aan het begin een schema op.’ Daar komen ook regels bij kijken. Ongeacht hoe laat het de avond voordien geworden is, iedereen wordt ten laatste om halftien ’s morgens in de studio verwacht, of ze nu een partij moeten inspelen of niet. En hoewel het snikheet is, de band doorgaans halfnaakt rondloopt en er af en toe een frisse duik in de zee wordt genomen: ‘Alleen vrouwen mogen in bloot bovenlijf de opnamecabine in.’ ‘Het heeft alles te maken met respect’, weet hij.

‘Tien procent technologie, tien procent muziek en tachtig procent psychologie.’ Dat is het takenpakket van een producer volgens Cox. ‘In een studio leeft iedereen op elkaars lip en moeten er harde keuzes gemaakt. Dan moet je weten wie je tegenover je zitten hebt.’

Zijn achtergrond als drummer laat uiteraard zijn sporen na. ‘De groove is bepalend.’ Maar ook weer niet te veel. ‘Een goede producer drukt zijn stempel op een plaat, maar respeceteert tegelijk de eigenheid van een artiest.’

Smeets weet het wel te appreciëren. ‘We gaan van het ene hoogtepunt naar het andere. Van de Rock Rallyfinale over Pukkelpop en het voorprogramma van Cold War Kids naar dit: de opnames met Luuk. Ik steek er heel wat van op.’ Wat is de volgende stap? ‘Nu moeten we ervoor zorgen dat we een liveshow presenteren die minstens het niveau haalt van wat we op plaat hebben gestanst. Dat wordt wéér hard werken.’

Raise Cain

Op 22/2 uit bij Keremos.

Door Karel Degraeve / Foto’s Christophe Vercammen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content