SIGN OF THE THAMES – Angst en verdriet drijven een blanke weduwe en een zwarte moslim bij elkaar in dit sobere noodlotsdrama van Rachid Bouchareb.
Rachid Bouchareb met Brenda Blethyn, Sotigui Kouyaté, Roschdy Zem, Sami Bouajila, Francis Magee
Drie jaar na zijn revisionistische oorlogsdrama Indigènes keert Rachid Bouchareb terug naar zijn vérité-roots, al berijdt hij zijn stokpaardjes – geweld, vooroordelen en verlies – toch weer in volle galop. Daarvoor trekt hij deze keer het door de terreuraanslagen van juli 2005 geteisterde Londen binnen, en dat in het kielzog van twee vertwijfelde zielen die allebei vrezen er hun kind te hebben verloren.
Het zijn Elisabeth, een blanke weduwe die haar cottage in Guernsey in allerijl verlaat wanneer haar dochter haar telefoontjes onbeantwoord laat. En Ousmane, een Malinese moslim die al vijftien jaar in Frankrijk woont en op zoek gaat naar zijn zoon die hij sinds zijn zesde niet meer heeft gezien.
De twee lopen elkaar tegen het lijf in het midden van het posttraumatische tumult na de bomaanslagen die 52 doden eisten. Dat is het startschot voor een gezamenlijke speurtocht naar hun vermiste kinderen en vooral voor een gedeeld verwerkingsproces waarbij ze, ondanks de culturele verschillen, langzaam naar elkaar toe groeien.
Een naïef transcultureel liefdesverhaaltje vloeit daar evenwel niet uit voort. Bouchareb houdt het in een loachiaanse stijl – inclusief observerend camerawerk en een rustige montage – bij een beheerst dubbelportret over twee verweesde outsiders en hun gedeelde verdriet.
Die eenzaten worden trouwens prima vertolkt door beide hoofdacteurs. Brenda Blethyn, die haar gebruikelijke overacting achterwege laat, zet haar beste rol neer sinds Mike Leighs Secrets & Lies (1996), en Sotigui Kouyaté, die eerder te zien was in Boucharebs Little Senegal (2001), zegt méér met zijn melancholische blik dan de langste snottermonoloog.
Dat London River een van de schaarse hoogtepunten was op de jongste Berlinale – waar de flegmatieke Kouyaté tot beste acteur werd uitgeroepen – hoeft dus niet te verbazen. Toch hoef je daarom nog geen welgemikte uppercut à la Loach of Leigh te verwachten. Daarvoor heeft Bouchareb te vaak last van boodschapperigheid – néén, niet alle moslims zijn terroristen en já, terreur treft iedereen – en steken sommige scenarioconstructies te fel af tegen de grauwe, realistische achtergrond.
Zo is het wel héél toevallig dat zowel Elisabeth als de moslimbroeders die de Franstalige Ousmane in hartje Londen tegen het lijf loopt stuk voor stuk perfect Frans blijken te spreken. En waar denk je dat Elisabeth indertijd haar man – een officier bij het Britse leger – verloren heeft? Juist, in de Falklands.
Het zijn ingevingen die de street credibility niet meteen ten goede komen, al weten het gepast sobere camerawerk en de naadloos ingelaste journaalbeelden je gelukkig zo weer recht in de Londense suburbs te droppen waar de angst en paranoia nog altijd nasmeulen. Een goede film, maar geen grootse.
Dave Mestdach
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier