Makkelijk is het niet, de driedimensionale magie van een live performance op een disc te vatten. Toch vonden wij tien onmisbare livealbums waarmee u vanuit uw luie stoel zelf Herman Schueremans kunt spelen.
James Brown – Live At The Apollo (1963)
‘You know, I feel alright!’, met die woorden bestormt de godfather of soul het Apollo Theatre in hartje Harlem. Wat volgt, is een half uur muzikale dynamiet en rauwe black power. De wervelende afsluiter Night Train is een vooruitblik op Browns toekomstige funkexploten.
MC5 – Kick Out The Jams (1969)
Halloween, de Grande Ballroom in Detroit. MC5, een bont gezelschap hipsters en politieke provocateurs, speelt een thuismatch. Zanger Rob Tyner – half man, half misthoorn – loeit: ‘Kick out the jams, motherfuckers!’ Drie jaar na de summer of love en zeven lentes voor de Ramones is punkrock geboren.
The Who – Live At Leeds (1970)
Met een kwartier lange medley van My Generation, een razende versie van Eddie Cochrans Summertime Blues en een ontketende Keith Moon tijdens Magic Bus is dit het beste liverockalbum aller tijden.
Keith Jarrett – The Köln Concert (1975)
De eenzame jazzkat in dit rijtje is pianist Keith Jarrett. Met meer dan 3,5 miljoen exemplaren was deze plaat lang het best verkochte soloalbum van een jazzartiest. Meesterlijke improvisatie met vegen klassiek en gospel.
Talking Heads – Stop Making Sense (1984)
Klankband van de concertfilm van Jonathan Demme. Het gloriemoment van een groep die als geen ander avant-garde met een excellent popgevoel verzoende. Funkadelictoetsenist Bernie Worrell en twee zangeressen bouwen mee aan een ritmisch gestoord feestje.
Jeff Buckley – Live At Sin-é (1993)
Een jaar voor Grace hem tot superster bombardeerde, stond Jeffrey Scott Buckley met zijn Fendergitaar in een New Yorks koffiehuis. Het geluid van een idool in wording. De originele ep telt slechts vier tracks, de dubbele legacy edition uit 2003 biedt meer waar voor uw geld.
Portishead – Roseland NYC Live (1998)
Met het New York Philharmonic Orchestra in de rug begraaft Portishead zijn triphopstigma. Beth Gibbons crooned als een anti-diva, de soundtrack is er één van symfonische folk, hiphop en jazzy chanson. Kippenvel: het door koperblazers aangewakkerde All Mine.
Bob Dylan – The Bootleg Series Vol. 4: 1966 – The Royal Albert Hall Concert (1998)
De folkmessias kwam, zong en ging de elektrische toer op. De big bang van moderne rock, heiligschennis volgens zijn jouwende fans. Dylans repliek, tegen zijn begeleidingsgroep: ‘Play fucking loud.’ En zo geschiedde.
Daft Punk – Alive 2007 (2007)
Ook zonder zijn futuristische podiumshow blijft het spektakel van Daft Punk overeind. Het Franse duo manipuleert, herschikt, filtert en verknipt hun populairste hits én minder bekende albumtracks tot één duizelingwekkende mashup.
Leonard Cohen – Live In London (2009)
Magistrale liveregistratie en ultieme bloemlezing van een zilveren vos (74 intussen) die nog geen gram van zijn charme verloren is. Cohen flirt met zijn zangeressen, brengt hulde aan zijn uitmuntende 9-koppige band en toont zich een nederige en hoffelijke gastheer. Klasse.
Door Jonas Boel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier