DE ZWANENZANG VAN VISCONTI – Visconti’s mise-en-scène is even opulent als de riante levenswijze van de Italiaanse bourgeoisie die hij in zijn gehele oeuvre genadeloos heeft ontleed.

1976

Film: ****

Extra’s:

Home Screen

De Italiaanse cineast Luchino Visconti wordt niet onterecht een aristocratische marxist genoemd. Hij sloot zich in de jaren 40 en 60 aan bij de Italiaanse neorealisten en liet geen moment voorbijgaan om de decadente levenswijze van de aristocratie – waartoe hij behoorde – op de korrel te nemen. Het personage van Burt Lancaster in Conversation Piece (1974) – een zonderlinge prof die zich met kunstschatten omringt en zijn verfijnde levenswijze plots door een bende jongeren verstoord ziet – lijkt op zijn persoon geënt.

Visconti baseerde zijn laatste film op het gelijknamige boek van Gabriele D’Annunzio uit 1892. Omdat die in zijn latere werk – onder invloed van Friedrich Nietzsche – het motief van de übermensch gebruikte, werd hij als een van de grondleggers van het fascisme beschouwd – zijn sympathie voor Benito Musso-lini zal daar ook niet vreemd aan zijn geweest.

De protagonist Tullio (rol van Giancarlo Giannini) draagt de kiemen van het fascisme in zich. In de roman is Tullio een welstellende bon vivant die met zijn echtgenote een broer-zusterrelatie heeft en er een minnares op na houdt om zijn grote seksuele honger te bevredigen. Tot hij van zijn echtgenote verneemt dat ook zij een minnaar heeft gehad en zwanger van hem is. Tullio wordt tegelijk razend jaloers en hartstochtelijk verliefd op zijn eigen vrouw. Vlak na de geboorte stelt Tullio de baby bloot aan de winterkou. Het kind sterft, maar terwijl Tullio zich in het boek als een übermensch boven de wet verheven voelt en verder zijn gang gaat, laat Visconti hem in de film de hand aan zichzelf slaan.

‘De übermensch werd omgebracht in het concentratiekamp’, zou Visconti hebben gezegd. Bij Visconti wordt de egocentrisch ingestelde bourgeois – al dan niet een fascist – die goed noch kwaad kent, onderuitgehaald. Zelf leed Visconti onder zijn fysieke zwakte. Tijdens de opnames van L’Innocente (1976) zat hij na twee hartaanvallen in een rolstoel. Dat hij dagelijks honderdtwintig sigaretten rookte, zal zijn gezondheid zeker geen goed gedaan hebben. Toch had dit geen invloed op zijn creatieve geest. Visconti, de marxistisch ingestelde aristocraat, schetst in een weelderig palet de ondergang van zijn protagonist – of: hoe het (decadente) kwaad verfijnd en smaakvol aan de klaagmuur wordt gespijkerd. Hij heeft de première van L’Innocente echter niet meer mogen meemaken.

Piet Goethals

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content