LIEFDE VOOR MUZIEK
Nu hadden ze een week in een Spaanse haciënda geboekt, inclusief zwembad, opblaasbare chesterfields, olijfboomgaard en ezeltochten naar het dorp voor de liefhebbers, en dan moesten ze toch niet vaststellen dat er geen vaatwasser was. Daar zaten de vrolijke artiesten Kate Ryan, Slongs Dievanongs, Stan Van Samang, Tom Helsen, Guy Swinnen en Christoff op het zonovergoten avondterras. Christoff bestudeerde zijn gemanicuurde vingernagels, berekende razendsnel wat die laatste sessie gelnagels hem had gekost en stond op met de mededeling dat hij zijn kleren nog moest ophangen. Hij was als laatste aangekomen, en iedereen wist wat een rit in een witte BMW-cabrio met nummerplaat C-01 doet met een stapel gesteven hemden. Daar moest binnen het uur een strijkijzer overheen of ze waren goed voor de kledingcontainer. ‘Zijde gij met den auto gekomme?’ had Slongs, al lichtjes beneveld door de zware Spaanse wijn, hem op de man af gevraagd. ‘Oh nee’, kirde Christoff vrolijk. ‘Die staat hier in de luchthaven.’ Slongs had hem eens scheef aangekeken en nog een flinke geut wijn naar binnen gekapt. ‘Ik woon hier’, had Christoff er even guitig aan toegevoegd, en met een pirouette had hij zich omgedraaid en was hij naar zijn eigen vertrekken getrippeld.
Stan Van Samang had die eerste avond gekookt. Daar bij die barbecue had hij de stoutste zijner jeugddromen opgebiecht: dat hij een vuurman is. Het was niet de eerste en zeker niet de laatste kinderherinnering die Stan als een goochelaar met een konijnenkwekerij in de hoed tevoorschijn zou toveren. Zelfs afwassen katapulteerde hem terug naar de jaren dat hij nog Stanneke was. Ze deden dat met de hele familie, bekende hij aan Guy Swinnen, die de glazen droog wreef die hij onder het hete water had gespoeld, en ze zongen er meerstemmige liedjes bij. Daar bij die molen. Stan werd er zowaar nostalgischer van dan hij al was.
Ze waren nog maar die ochtend aangekomen op hun vakantieverblijf, maar Stan zuchtte al dat hij dit nooit zou vergeten. Hij voelde het aan zijn kleine teen: hier stonden straffe dingen te gebeuren. Het strafste wat tot dan toe gebeurd was, was dat Guy en Slongs uit de schommel waren gedonderd, waarbij Guy rode wijn op zijn broek had gemorst. Meer rock-‘n-roll zou Liefde voor muziek niet worden.
In de schuur waren ondertussen alle vijf miljoen kaarsen aangestoken die men in een straal van tien kilometer rond de haciënda had kunnen vinden. Kaarsen zijn het oerkenmerk van gezelligheid en iedereen was vastbesloten het vooral gezellig te houden. Sfeer en gezelligheid, daar had Christoff sinds zijn passage in Komen eten stapels ervaring mee, en man, wat zouden ze hier scoren in die categorie. Niemand brulde dan ook dat alle nummers van Stan Van Samang zo hard op elkaar lijken dat hij ze waarschijnlijk zelf niet meer uit elkaar kan houden. Nee, iedereen knikte gedwee als Stan hen de stoeptegels van zijn carrièrepad toonde. Wat waren ze lief voor elkaar, die artiesten met hun verschillende genres. Ze nipten van hun glazen, pinkten een traantje weg, wiegden ritmisch mee met het hoofd, maar zeiden nooit: ‘Amaai, wat een kutnummer.’ Ze staken zelfs niet stiekem de vingers in de keel om te tonen wat ze nu echt vonden van al die sfeer en gezelligheid. Nee, ze deelden de liefde voor muziek. In mijn oren hoorde ik een vervelend gezoem dat nog het meest op een bezopen Noel Gallagher leek. Fucking boring, keelde hij. Ik had het niet beter kunnen formuleren.
**, 23/3, 20.35, VTM
DOOR TINE HENS
DE ZES ZANGERS IN LIEFDE VOOR MUZIEK NIPTEN VAN HUN GLAZEN, PINKTEN EEN TRAANTJE WEG, WIEGDEN RITMISCH MEE MET HET HOOFD, MAAR ZEIDEN NOOIT: ‘AMAAI, WAT EEN KUTNUMMER.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier