Maandag 7/12, 21.15 – één

Wij zijn al lang blij als gevangenen niet de benen nemen – of bonje hebben met de cipiers, for that matter. In de hulpgevangenis van Leuven voelden twee theaterregisseurs, tot nader order op vrije voeten, zich echter geroepen met hen een toneelstuk in elkaar te steken. In Leuven Hulp volgt Woestijnvis niet enkel hun theatrale escapades, maar ook hun dagdagelijkse bezigheden. ‘Je krijgt toch een heel andere kijk op de gevangenen én de cipiers’, aldus Luc Haekens, een van de documakers.

Vanwaar het idee om deze gevangenen in een toneelstuk te laten opdraven?

Haekens: Het is een project van Leuven Hulp zelf en het past in de voorbereiding op het leven buiten de gevangenismuren. Heel veel van die gedetineerden hebben het gevoel dat ze in hun leven nog nooit iets waardevols hebben gedaan. Als ze aan het einde van zo’n opvoering het applaus in ontvangst nemen, zie je dat ze zichtbaar ontroerd zijn. Het maakt hen een pak zelfverzekerder. En als je tweeentwintig uur per dag in je cel moet doorbrengen, is het natuurlijk een welkom tijdverdrijf.

Welk stuk voeren ze op – een bewerking van ‘The Great Escape’?

Haekens: Toch niet, en je hoeft ook geen Shakespeare te verwachten. (Lacht) In se gaat het stuk over henzelf. Het is hún leven dat in monologen wordt gegoten, vandaar dat het voor de meesten onder hen best confronterend is. Misschien niet verwonderlijk dat het enthousiasme aanvankelijk niet groot was: er heerst nogal een machocultuur.

Jullie volgen hen vooral buiten de repetities. Hoe ziet het dagelijkse leven van een gevangene in Leuven Hulp eruit?

Haekens: Dat varieert natuurlijk. Wij hebben hen immers ook gevolgd bijfamiliebezoek, de uitspraak van hun proces of hun vrijlating. En dat zorgt onvermijdelijk voor harde beelden: als een man die ervan overtuigd is dat hij de volgende dag naar huis mag moet vaststellen dat dat een misverstand is, zie je zijn pijn. We hebben de gevangenen ook cameraatjes gegeven waarmee ze zelf konden filmen. Uren materiaal hebben we daarvan, het leek voor hen haast therapeutisch. Vaak halen ze die boven als ze ’s nachts niet kunnen slapen. Dan hoor je straffe en schrijnende verhalen.

Klinkt hard – of mogen we toch een beetje ‘Het Leven Zoals Het Is: De Gevangenis’ verwachten?

Haekens: Het is zeker géén nieuwe reeks van Het Leven Zoals Het Is, ook omdat de vorm en structuur helemaal anders zijn. Al zitten er ook wat luchtigere momenten in de reeks – het is niet de bedoeling de kijkers een vreselijk slecht gevoel te geven. Ik denk aan de man die een keer per maand op penitentiair verlof gaat. Hij filmt alles wat hij doet, heel gewone dingen eigenlijk. Je ziet bijvoorbeeld hoe erg hij van een uitgebreid ontbijt geniet.

Doetjes zullen de gevangenen wel niet geweest zijn. Zijn jullie nooit bang geweest?

Haekens: Toch wel, zeker als je hen nog niet goed kent en de cipiers je bij een eerste bezoek vertellen dat ze in de buurt blijven omdat die gevangene ‘zich niet onder controle kan houden’, slik je wel even. Ik heb agressie gezien, ja, vooral tegenover de cipiers. Dan is er even geen houden aan. Het maakt toch dat je met andere ogen naar de gevangenisbewakers gaat kijken: die mannen hebben het écht niet gemakkelijk. Ik heb de gevangenen ook altijd eerlijk verteld dat ik me er niet altijd op mijn gemak voelde. Zo win je hun vertrouwen.

Krijg je een band met die gevangenen?

Haekens: Als je drie maanden samen leeft en werkt, kun je dat niet vermijden. Je ziet hen ook van hun menselijkste kant hé. Als er dan een gedetineerde tot het besef komt dat hij zijn huidige situatie enkel aan zichzelf en zijn agressie te danken heeft, stort hij in. Het is zeker niet onze bedoeling om een boodschap over te brengen. Maar als je hen bezig ziet en hun verhalen hoort, stel je jezelf toch de vraag wat jij had gedaan als je hetzelfde had meegemaakt. Pas op: je houdt toch altijd in je achterhoofd dat deze mensen slachtoffers hebben gemaakt.

Los van wat er op hun kerfstok staat: toevallig niet de volgende Jan Decleir ontdekt?

Haekens: Dat denk ik niet, neen. (Lacht) Ik ben wel geschrokken van de manier waarop sommigen van hen iets kunnen opvoeren, en zij zelf ook. Trouwens, we hebben contact met hen gehouden na de opvoering, en in de laatste aflevering zie je hoe het nu met hen is. Maar ik denk niet dat er één een filmcarrière ambieert. (Lacht)

Barbara De Coninck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content