Tine Hens
Tine Hens Journaliste voor Knack

Maandag 7/12, 21.15 – één

Er is nergens zo veel verloren tijd als in de gevangenis. Om die traag slenterende tijd een schop onder de kont te geven, kunnen ze de gangen kuisen, de wc’s van de chefs poetsen of zure beertjes in plastic zakjes stoppen. En als alle zure beertjes in zakjes zitten, blijft er meestal nog een oceaan van tijd over om naar buiten te staren. Of naar dat andere venster op de wereld: de televisie. Wie dan nog niet gek is, of net gek genoeg, kan zich opgeven voor een socio-cultureel project. Toneel spelen, bijvoorbeeld, al vroeg ik me na Leuven Hulp af of in de gevangenis niet iedereen toneel speelt. Een mens kan maar beter een beetje acteur zijn als hij gelucht wordt met autodieven, dealers en eventueel een moordenaar. Ik weet niet wat Ewout en Thomas dachten toen ze de directie van de hulpgevangenis van Leuven voorstelden om ‘iets met theater’ te doen in de wat groezelige filmzaal van het complex. Hun bedoelingen waren ongetwijfeld eerbaar, maar om een stel gevangenen te vragen in een kring te gaan staan en luid aah en ooh te zeggen, moet je heel moedig zijn – type Indiana Jones meets Batman – of gewoon gek. De helft van de gedetineerden gaf er snel de brui aan. ‘Ik wil toneel spelen, maar niet van die onnozel spellekes.’ Ergens had de man wel een punt.

Leuven Hulp biedt ons een zicht dat we allemaal willen hebben, maar nooit meemaken. Het zicht achter de muren van de gevangenis. Het fascineert. Het intrigeert. Maar eigenlijk is het er vooral zinloos en vervelend. ‘We staan even recht’, zeggen Thomas en Ewout met een zeker enthousiasme. ‘Sorry, ik heb net gesport’, luidt het laconieke antwoord. Gevangenen hebben geen macht. Het minimum aan macht dat ze ruiken, zullen ze gebruiken. Een theaterstuk maken wordt op die manier bijna psychologische oorlogvoering. Twee gasten van buiten willen binnen iets laten bewegen. Probeer maar. En dus worden ze getest door hun acteurs. Kaalgeschoren en ogen als een tijger in het nauw. ‘Wat die gast zingt, heb ik meegemaakt’, gromt er een als Kanye West door de boxen schalt. Hij trekt zijn witte handschoenen goed en slaat met zijn vuist tegen de muur. Later wordt hij op individueel regime gezet. De hele dag op cel en gelucht worden in een kooi. De leeuwenkooi, noemt hij het. Apenkooi, denk ik. Hij traint om spieren als pompoenen te krijgen . Ook zijn joints ziet hij graag groots. Een lantaarnpaal is er niets tegen. Wat is het leven, wil je vragen. Maar dat is het mooie aan Leuven Hulp: de camera toont en zwijgt.

Het zit hem in de details. In Nico die kippenvel krijgt als hij naar Rocky kijkt. Omdat hij aan zijn zonen denkt en beseft dat hij ze al vijf jaar niet gekend heeft. Hij wil de wereld de andere Nico tonen. De vraag is of de wereld daar klaar voor is? ‘Vertel ons het grappigste wat je al hebt meegemaakt’, vraagt Thomas aan Bogdan. ‘Ik zal je het droevigste vertellen.’ Bogdan was acht, zijn broer zes. En hij vluchtte met zijn ouders uit Bulgarije. Ze hadden niets, wisten niet waar heen. In Tsjechië zaten ze vast. Drie nachten slapen in een station. ‘Mijn broer en ik hadden honger. We wilden bananen.’ Zijn vader nam de gouden ring van zijn moeder en ruilde die voor twee bananen. ‘Ik moet hier weg’, stelt Bogdan. Hij wil boekhouder worden. Het is zijn legale versie van snel geld verdienen. In de cinemazaal van de gevangenis is het even stil. Hoe maak je theater met verhalen die de realiteit overstijgen?

Lees nog meer recensies en bedenkingen in de nieuwe blog Testbeeld op FOCUSKNACK .BE

Tine Hens

‘Leuven Hulp’ biedt ons een zicht dat we allemaal willen hebben, maar nooit meemaken. Het zicht achter de muren van de gevangenis. De camera toont en zwijgt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content