LE NOUVEAU SOBRIE EST ARRIVÉ
Met Zuidflank, over een vete onder Limburgse wijnbouwers, zet vtm niet alleen andermaal in op ‘prestigieuze’ fictie, een van de hoofdrollen ging bovendien naar een onbekend gezicht, toch voor de tv-kijker. Hef het glas voor schrijver, regisseur en acteur Jan Sobrie.
Jan Sobrie is al ruim tien jaar actief op de planken, bij illustere gezelschappen als Antigone, Kopergietery, HetPaleis en Bronks. Toch is dit pas zijn eerste grote televisieproductie, en meteen is hij, samen met Stan Van Samang, het gezicht dat op barnumaffiches verspreid over het land de kijker alvast warm moet maken voor de serie. ‘Het leek mij altijd al spannend om ooit eens iets voor televisie te doen, een nieuwe uitdaging zoals ze zeggen. Maar het kwam er nooit van’, klinkt het bijna verontschuldigend uit de mond van Sobrie, in het echte leven een galante Gentenaar. ‘Tot casting director Anke Blondé me vroeg om auditie te doen voor Zuidflank. Bijna leek mijn agenda het weer niet toe te laten, maar dat heb ik deze keer niet laten gebeuren. Ook de betrokkenheid van cameraman Ruben Impens was een belangrijke stimulans om mee te werken. Ruben zorgde ook voor de beelden van Offline, de film van mijn kompaan Peter Monsaert, dus wist ik dat Zuidflank er goed zou uitzien.’
Als Mark Deweerdt speel je meteen een hoofdrol. Wat voor iemand is hij?
JAN SOBRIE: Mark komt uit een rijke familie – ze wonen in een kasteel, hebben een jacht – en hij denkt dat alles met geld op te lossen is. (lacht) Het ontbreekt hem evenmin aan zelfvertrouwen – niet zo’n fijne mens eigenlijk. De familie Deweerdt bezit al generaties lang een grote wijngaard. Eén stukje ervan, de zogenaamde Zuidflank, heeft de beste grond en levert al jaren een schitterende chardonnay grand cru op. De Zuidflank is echter in erfpacht uitgegeven door een andere familie, de Vandenberghs. De familie Deweerdt wil die grond al jaren kopen, tevergeefs. Wanneer Rob Vandenbergh, nota bene een jeugdvriend van Mark, terugkeert uit Kenia speelt de vete weer op.
Mark is getrouwd met An, die wordt vertolkt door Marie Vinck. Hebben jullie vooraf met elkaar afgesproken om een geloofwaardig koppel te kunnen spelen?
SOBRIE: Dat was ons plan, maar daar bleek helaas niet genoeg tijd voor. Door tijdgebrek is zelfs de voorziene wijncursus niet kunnen doorgaan. (lacht) Daar had ik anders wel naar uitgekeken. Marie en ik hebben op de set wel veel met elkaar gebabbeld om elkaar aan te voelen. Ik kan natuurlijk nog niet te veel verklappen, maar er staat dat koppel nog wat te wachten. Ook bij hen komt het verleden weer naar boven.
Rijk, niet gespeend van zelfvertrouwen, allesbehalve een fijne mens… Hoe speel je zo’n personage als Mark?
SOBRIE: Als acteur steel je als het ware met je ogen. Ik ga vaak mensen observeren, in een druk station of alleen op café bijvoorbeeld. Ik heb ook altijd zo’n zwart Moleskineschriftje op zak, om notities te nemen. Thuis heb ik er inmiddels een pak van liggen. Het lijkt chaotisch om alle ideeën in schriftjes op te schrijven, maar op die manier krijgt een voorstelling of een personage langzaamaan vorm in mijn hoofd. Ik puzzel die samen met wat ik terugvind in de schriftjes.
Je speelt, schrijft en regisseert inmiddels tien jaar in het theater. Heb je ook iets met film en televisiefictie?
SOBRIE: Jazeker, ik verslind zowel films als tv-series: de Scandinavische hits zoals The Killing en Borgen, veel van HBO, en Breaking Bad, dat erboven uitsteekt als een van de beste series van de afgelopen jaren. Mijn zolder thuis dient als werkkamer en naast mijn bureau staat een rek vol dvd-boxen. Ja, ik ben een van die mensen die hele tv-series koopt. Ik wil iets tastbaars hebben, ik wil met mijn vingers langs die dvd’s kunnen glijden bij het opzoeken, zoals in een videotheek. Ik put ook inspiratie uit tv-series. Schrijven vind ik een lastig proces, waarbij ik nooit lang kan blijven stilzitten. Wanneer ik met een passage worstel, veer ik vaak recht om op zoek te gaan in mijn dvd-collectie. Niet dat ik zaken letterlijk overneem, maar mijn inspiratie kan wel gestimuleerd worden door gewaagde plotwendingen, liefst van het soort dat je niet ziet aankomen.
Heeft Zuidflank die ook?
SOBRIE:Zuidflank is een echt familie-epos, en natuurlijk bevat het scenario een aantal verrassende plotwendingen waarbij de kijker hopelijk op het puntje van zijn stoel zit.
Heb je zelf al een plotwending kunnen bedenken waar je trots op bent?
SOBRIE: Mja, dat moet dan het einde zijn van Fimosis, dat Peter Monsaert en ik maakten met Theater Antigone. Dat gaat over twee broers – ik zal dat einde maar verklappen – van wie één dood is en de andere zich inbeeldt dat zijn broer nog leeft. Maar hoe toon je dat? Daar hebben we ons weken de kop over zitten breken. Uiteindelijk deden we dat door de levende broer, die conciërge is in een flatgebouw, een ruit te laten wassen. In het witte zeepsop projecteerden we de beeltenis van de overleden broer, die daarop weer verdween. Toen dat bleek te werken, gaf dat wel voldoening.
Zuidflank wordt geregisseerd door een relatief nieuwe naam: Hendrik Moonen, die eerder werkte als assistent van Christophe Van Rompaey. Wat mogen we van hem verwachten?
SOBRIE: Persoonlijk heb ik Hendrik ervaren als een regisseur die zijn acteurs toch de nodige vrijheid probeert te geven binnen de strakke structuur die eigen is aan het opnemen van fictie. Na al die jaren theater was dat compleet nieuw voor mij. Je neemt op in soms veel korte stukjes, takes die je vanuit verschillende standpunten moet doen, en al helemaal niet in chronologische volgorde. Dat was natuurlijk wennen, maar het deed deugd dat Hendrik ons toch de ruimte liet om op zoek te gaan, om af en toe iets spontaans te laten ontstaan tussen de acteurs. Dat draagt volgens mij ook enorm bij tot de geloofwaardigheid van de personages, zo worden ze mensen van vlees en bloed.
Een van jouw recente theatervoorstellingen draagt de titel The Only Good Woman Is a Dead Woman. Pardon?
SOBRIE: Die voorstelling, met Toneelgroep Struiken, gaat over een brandweerman die een vrouw van de verdrinkingsdood redt. Alleen wil die vrouw dat niet. Ze wilde zelfmoord plegen en nu hij dat verijdeld heeft, moet de brandweerman daar maar de gevolgen van dragen. Die zin – ‘de enige goeie vrouw is een dode vrouw’ – heb ik opgepikt uit een analyse die de controversiële maar interessante filosoof Slavoj Zizek maakte over Hitchcocks meesterwerk Vertigo. Om kort te gaan stelt Zizek dat de dood gewaande vrouw geïdealiseerd wordt. Het idee dat iemand niet is wie hij of zij lijkt, fascineerde ons. Het heeft ons aan het denken gezet, en die botte uitdrukking hebben we behouden als titel.
Je schrijft al sinds het begin van je acteercarrière. Hoe is dat begonnen?
SOBRIE: Ik vond voor mijn eindwerk maar geen teksten die mij voldoende lagen, dus ben ik maar zelf beginnen te schrijven. Voor die eerste voorstelling ben ik inspiratie dicht bij huis gaan zoeken, namelijk in de psychiatrie. Mijn vader heeft 36 jaar in het psychiatrisch centrum Dr. Guislain gewerkt, dus hoorde ik thuis regelmatig verhalen. Zo is de bal aan het rollen gegaan en sindsdien blijven er zich inspiratie en mogelijkheden aandienen. Ik werk momenteel samen met Raven Ruëll aan een voorstelling en met Joris Van Den Brande en Charlotte Vandermeersch heb ik plannen om iets te schrijven dat geïnspireerd is door Woody Allen. Door mee te spelen in Zuidflank heb ik dan weer de smaak van tv-fictie te pakken gekregen. Ook in dat genre wil ik kunnen schrijven.
Valt dat in deze barre tijden wat mee, van je pen leven?
SOBRIE: Ik besef dat ik van geluk mag spreken dat er zich altijd nieuwe dingen blijven aandienen. Tegelijkertijd merk ik wel dat de cultuursector onder druk staat. Zelfs als ik met mensen aan de praat raak over mijn werk, volgt wel eens de vraag: ‘En wat doe je dan echt?’ Dat vind ik zo’n spijtige ingesteldheid. Cultuur is nodig in onze maatschappij, daar ben ik heilig van overtuigd. Het is de crème fraîche: misschien niet levensnoodzakelijk, maar het maakt het wel lekker.
Ben je iemand die op de barricaden gaat staan voor cultuur?
SOBRIE: Goh, het baart me wel zorgen als ik sommige politici over cultuur hoor praten, maar ik denk dat andere vakgenoten er beter in zijn om daartegen in het verweer te gaan. Ik heb natuurlijk ook het geluk dat ik geboren en getogen ben in Gent, een stad waar cultuur diepgeworteld is. Ik heb genoten van de tv-serie op Canvas over honderd jaar Vooruit. Toch prachtig om te zien hoe een initiatief om cultuur, in al haar vormen, bij de mensen te brengen door de jaren heen geëvolueerd is.
Jij ziet jezelf niet verhuizen? Ook niet als Siegfried Bracke ooit burgemeester van Gent wordt?
SOBRIE:(denkt na) Sta me toe uit liefde voor mijn stad de loodgieter van de politiek te citeren: ik antwoord niet op hypothetische vragen.
Vanaf maandag 2/9 op vtm
DOOR HANS VAN GOETHEM – FOTO JEF BOES
Jan Sobrie: ‘DOOR IN ZUIDFLANK TE SPELEN HEB IK DE SMAAK WEL TE PAKKEN. IK WIL ZELF OOK VOOR TV KUNNEN SCHRIJVEN.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier