LAWRENCE OF ARABIA *****

PETER O'TOOLE en OMAR SHARIF in LAWRENCE OF ARABIA.

Zondag 11/8, 13.30 – één. David Lean, GB 1962

‘Twee tickets, graag voor zitjes aan de schaduwrijke kant.’ Het is een grap die de ronde deed ten tijde van de release van Lawrence of Arabia. Het zegt iets over de spectaculaire scope van David Leans woestijnepos over T.E. Lawrence, de controversiële Britse militaire avonturier en het strategische brein achter de Arabische opstand tegen de Turken tijdens WO I.

Anders dan in de megafilms die toen in Hollywood gedraaid werden, castte Sir Lean helemaal geen sterren in de hoofdrollen van zijn historische superproductie. Omar Sharif, als de altijd in het zwarte geklede sjeik Ali, was enkel in Egypte bekend. En de naam van de Ierse acteur Peter O’Toole, memorabel als de enigmatische en blauwogige Lawrence, deed alleen in het Londense theatermilieu een belletje rinkelen.

De notoire perfectionist Lean had er net het logistiek zware The Bridge on the River Kwai (1957) op zitten, net als Lawrence of Arabia goed voor zeven Oscars. Het weerhield hem er niet van om opnieuw in een bijzonder lastige productie te stappen. Gedurende twintig maanden trokken Lean, zijn cast en zijn crew van Sevilla naar Almería, die dienstdeden als stand-in voor de Britse hoofdkwartieren, van de medina’s van Caïro naar Damascus en Akaba. Voor de door Freddie Young in adembenemend widescreen gefotografeerde woestijnlandschappen werd dan weer gespeurd in Jordanië, Marokko en Californië, vaak met heelder kuddes kamelen in hun zog.

En ja, it’s a man’s world. Op een shot van zingende vrouwen en een foto van een Arabische pin-up na komt er in de om en bij de 220 minuten van de film geen enkele vrouw in beeld. Er werd destijds heel wat gespeculeerd over de al of niet vermeende homoseksualiteit van Lawrence. Lawrence ontkende zelf meermaals in zijn privébrieven enig seksueel contact met wie dan ook. Hij haatte het zelfs aangeraakt te worden, het gevolg van een trauma dat hij opgelopen zou hebben toen hij in Deraa gevangen genomen en verkracht zou zijn nadat hij de seksuele avances van de Turkse gouverneur Hajim Bey verworpen had. Of dat ook echt gebeurd is, is nog steeds voer voor discussie.

In de film is die episode in elk geval sterk suggestief uitgewerkt. Ze is illustratief voor Leans aanpak. Hij maakt van Lawrence geen romantische held maar een verbitterde en neurotische man, vol tegenstrijdige idealen en gevoelens: architect van een pan-Arabische natie en agent van het Britse imperialisme, dichter-strijder en sadist. Dat subtiele psychologische inzicht vatten zowel O’Toole als Lean in een film die bol staat van de grandeur.

(L.J.)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content