LAUWE LEEUWEN

Met respectievelijk Sacro GRA en Miss Violence kreeg het 70e filmfestival van Venetië een wel érg verrassende Gouden en Zilveren Leeuw. Een cinefiel statement van Bertolucci’s jury? Of symptomen van een matige Mostra met weinig star power? Onze filmman op het Lido blikt terug.

‘Ik wil maar één ding van een film: dat hij me verrast’, liet juryvoorzitter Bernardo Bertolucci op voorhand verstaan, al had hij het achteraf beschouwd evengoed over het palmares kunnen hebben. De keuze om de Gouden Leeuw te overhandigen aan Sacro GRA van Gianfranco Rosi kwam voor de meeste volgers namelijk als een complete verrassing. En dat niet alleen omdat er nooit eerder een documentaire op het Lido met de hoofdprijs ging lopen. Rosi’s mozaïekfilm, die op een luchtige en poëtische manier het leven schetst van mensen die rond de ring van Rome wonen, de Grande Raccordo Anulare of kortweg GRA, lag immers op geen enkel moment in poleposition en moest het zowel in Variety als andere bladen stellen met gematigd positieve recensies.

Nog controversiëler was de keuze voor Miss Violence van Alexandros Avranas, die werd gehonoreerd met de Zilveren Leeuw voor beste regie en hier in zijn tweede langspeler het begrip ‘Griekse tragedie’ tot olympische hoogtes hijst. Avranos schetst een gitzwart, confronterend portret van een pater familias (vertolkt door Themis Panou, die onder boegeroep ook nog eens de prijs voor beste acteur mocht oppikken) die met harde hand over zijn gezin regeert, onbewogen reageert op de zelfmoord van zijn dertienjarige dochtertje en zijn hand niet omdraait voor fysiek en seksueel misbruik. Enige ironie of narratieve spielerei, nochtans waarmerken van de zogeheten Griekse weird wave, vallen daarbij niet te detecteren, waardoor Miss Violence meteen dé shocker is van een festival dat weliswaar een kloek lijstje aan gerespecteerde auteurs kon voorleggen maar vooral grossierde in films waarop eerder adjectieven als ‘redelijk’ en ‘degelijk’ dan ‘fantastisch’ of ‘rotslecht’ van toepassing waren.

FORZA DOCUMENTARIO

Dat de Mostra met Sacro GRA zijn allereerste documentaire Gouden Leeuw kreeg, mag gerust als een statement worden beschouwd van Bertolucci en zijn collega-juryleden. De jongste jaren is dat genre sowieso aan een sterke opmars bezig, met titels die zowel scoren op festivals als in het reguliere bioscoopcircuit en die bovendien bewijzen dat het een volwaardig filmisch en auteurgedreven medium betreft. Tenminste: voor zover er tussen feit en fictie al überhaupt een grens te trekken valt.

De 70e editie van het Venetiaanse festival was in elk geval sterk ‘documentair’ gekleurd, met nieuw werk van onder meer Errol Morris, Frederick Wiseman en Alex Gibney, zowat het triumviraat van de Amerikaanse documentaire cinema. In The Unknown Known legt Morris de voormalige Republikeinse defensieminister Donald Rumsfeld op de interviewrooster. Rumsfeld tracht zich in zijn bekende gladde stijl uit allerlei lastige vragen over 9/11, Guantanamo en ingebeelde weapons of mass destruction te lullen, soms met succes, nog vaker zonder. In het bijna vier uur durende At Berkeley dissecteert veteraan Frederick Wiseman dan weer een ander Amerikaans instituut, de University of California, aan de hand van talloze talking-headgetuigenissen. En Alex Gibney zet in The Armstrong Lie nog eens de feiten op een rij over de val van wielerkampioen, dopingzondaar en pathologisch leugenaar Lance Armstrong. Drie docu’s die telkens vanuit een ander perspectief een kritische blik werpen op de Amerikaanse droom, of wat daar inmiddels nog van overblijft.

AZIATISCH AFSCHEID

Deze jubileumeditie zwaaide ook twee grootheden uit van de Aziatische film, die het de jongste jaren sowieso lastig heeft om internationaal overeind te blijven. De Japanse anime-sensei Hayao Miyazaki nam op zijn 72e afscheid met The Wind Rises, een tekenfilm voor volwassenen en een gefictionaliseerde lezing van het leven van Jiro Horikoshi, ontwerper van de beruchte Mitsubishigevechtsvliegtuigen uit de Tweede Wereldoorlog.

De Maleisische slow-cinemameester Tsai Ming-liang – nog altijd maar 55 – zoomt in zijn laatste bioscoopfilm Stray Dogs in op een familie outcasts die tracht te overleven in de straten van Taipei, en dat met statische, vaak minutenlange breedbeeldshots. ‘Niet alleen cinema is oppervlakkig en ongeduldig geworden’, motiveerde Tsai, die in 1994 nog de Gouden Leeuw won met Vive l’amour, zijn verrassende beslissing. ‘Hetzelfde geldt voor het publiek. Ik hoop dan ook dat dit mijn laatste film wordt. Er zijn al genoeg goede films gemaakt. Het is tijd om terug te blikken.’

Hoewel velen een prijs voor Miyazaki hadden verwacht – kwestie van de Ghibli-goeroe achter Prinses Mononoke (1997), Spirited Away (2001) en andere animeparels een eresaluut te gunnen – bleef het bij beleefd applaus. Tsai Ming-liang kreeg daarentegen wel een afscheidscadeau: de Grote Prijs van de Jury.

STERREN MET SNOR

Lag het aan selectieheer Alberto Barbero, die voor deze editie meer dan ooit opteerde voor cinefilie van de harde lijn? Of had het te maken met de steeds venijniger concurrentie van Toronto, dat alsmaar meer een Hollywoodonderonsje lijkt te worden? Feit is dat er, zeker voor een jubileumjaar, maar weinig grote sterren voor de camera’s van de paparazzi stonden te fonkelen, aangezien verwachte toptitels als Steve McQueens slavernijdrama Twelve Years a Slave, de Julian Assange-biopic The Fifth Estate en de Tracy Letts-toneelverfilming August: Osage County allemaal richting Toronto gingen. Wel present tekenden Sandra Bullock en George Clooney, die de Mostra op gang schoten als astronauten op drift in de ruimte in Alfonso Cuarons onderhoudende en knap gemaakte scifi-survivalthriller Gravity 3D. Verder konden ook Nicolas Cage en James Franco worden gespot, die respectievelijk David Gordon Greens white-thrashdrama Joe en Franco’s Cormac McCarthy-adaptatie Child of God kwamen promoten, al ging op de rode loper verreweg de meeste aandacht naar Scarlett Johansson. Helaas niet zozeer vanwege haar prestatie in Jonathan Glazers bezwerende scifitrip Under the Skin, nochtans de beste en meest gedurfde film in competitie, maar eerder vanwege haar ravissante verschijning en een verlovingsring die de societypers in extase bracht. Wie ook de gemoederen verhitten waren de dames van Femen, die gewillig topless poseerden ter promotie van de docu Ukraine Is Not a Brothel, én de wereldvrede, uiteraard. Het contrast met de statige drukte bij de passage van Nobelprijswinnaar, voormalig Solidarnosc-boegbeeld en Pools president Lech Walesa, die met filmveteraan Andrzej Wajda de ouderwets heroïserende biopic Walesa: Man of Hope kwam presenteren, kon alvast nauwelijks groter zijn. Al blijft zo’n stoere snor voor sommigen ook best sexy, natuurlijk.

DOOR DAVE MESTDACH

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content